Jaarverslag.

Het Jaarverslag, dat de Vereeniging voor Hooger Onderwqs ons toezond, geeft in menig opzicht stof tot danken. Het aantal studenten aan de Vrije Universiteit nam toe; het college der Hoogleeraren werd met een tweetal professoren uitgebreid; en noch uit den kring der Hoogleeraren noch uit dien der Curatoren of Directeuren werd een door den dood weggenomen.

Ook de flaantieele toestand der Vereeni ging Is niet ongunstig te noemen. Het aantal contributiën is iets gedaald; het bedroeg in 1911 /24 314 S9^A en was nu/24 008, 11, wat een verschil maakt van ± / 200^ Daarentegen stegen de collecten in de Gereformeerde Kerken gehouden, van /i4 90i, 23iA tot ƒ 16280, 08%, dus met ruim / 1300. Ook de collegegelden gingen belangrgk vooruit; in 1911 was het bedrag /4 323 40, nu ƒ S.698, zoodat ook hier een vooruitgang was van ƒ 1300. En eindelijk wijst ook de staat aer schenkingen een stijging aan; ze klommen van f 358, 43 tot ƒ 1958, 08. Dat de rekening desniettegenstaande met een tekort van/40i4 96 sloot, is te w^'ten aan het stijgen der uitgaven. Nu wordt dit tekort in zekeren zin wel gedekt, omdat voor de onder wijslokalen de Regeering een subsidie geeft van y 3-989 35, maar deze bijdrage had eigenlijk gekapitaliseerd moeten worden. De Regee ring stelt een ton beschikbaar voor de Vrije Universiteit ter vergoeding van haar kosten voor onderwijslocalen, doch ze keert deze som niet in eens uit, maar geeft gedurende vijf en twintig jaar elk jaar/4000. In plaats van een ton kapitaal in eens te geven, die een rente van ƒ 4000 zou hebben afgeworpen, heeft de Regeering deze som dus over vijf en twintig jaar verdeeld, en zal er dus aan het einde vsn dit tijdvak niets over blijven, wanneer deze bgdrage niet wordt gekapitaliseerd.

Maar ook afgezien daarvan speekt het el vanzelf, dat het tekort voortaan elk aar belangr^k stagen zal. De htnotviAvtg^ van twee nieuwe hoogleeraren zil reeds het volgend jaar haar Invloed doen gevoelen, en met deze benoemingen in de Theologische faculteit zijn we er nog lang niet. De juridische en literarische faculteit vragen dringend om uitbreiding, en de medische faculteit zal ook moeten worden aangevuld. Terecht herinneren heeren Directeuren er aan, dat de inkomsten van het Coevorden-Adrianl fonds volgens de bepalingen van den testateur niet mogen gebruikt worden voor de traktementen der theologische hoogleeraren en ze in hoofdzaak bestemd z^n voor de uitbreiding of stichting der medische en natuurkundige faculteit. Wanneer men dus meenen mocht, dat het dreigende tekort wel uit de Inkomsten van dat fonds zal kunnen bestreden worden, vergist men zich. Er zal In de toekomst een belangrijke verhooging der gewone inkomsten moeten plaats vinden, zal de Universiteit haar taak kunnen vervullen. Metterdaad is de som der contributiën dan ook veel te laag. Er zijn jaren geweest, dat het bedrag de ƒ 30000 belangrijk overschreed.

Ook de som, die heeren Directeuren 3 vastgesteld hadden voordat ze tot verbouwing van het Hospitium of de stichting van een nieuw Universiteitsgebouw zouden l overgaan, is nog niet b^een. Het fonds bedraagt pas ƒ 38 408, 571/2, terwijl als limiet gesteld was ƒ 50 000, voordat met den bouw zou worden begonnen,

De medische faculteit, waarvoor afzonderlek boek wordt gehouden, staat er nog het best bij. Het saldo, dat i Januari 1912 / 28.878, 231/a bedroeg, klom tot ƒ 30.147.60.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen