GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. De zending als bevorderaarster der cultuur.

De Duitsche keizer viert weldra zijn 2S-jirig jubileum. Daarvoor is een „Nationalspende" bijeengebracht, die volgens den wil van Wilhelm II ten bate van de zending in de Duitsche koloniën zal gebruikt worden. Het besluit van den keiier is wel geschikt om kringen, die men niet tot de Christelijke rekenen kan, opmerk zaam te maken op de beteekenis van de zending. Zij die er niets voor gevoelen, dat het Evangelie aan de heidenen verkondigd wordt, moeten toch erkennen, dat de zending belasgrijke diensten aan de cultuur bewijst. De zich steeds krachtiger ontplooiende medische zending bestrijdt de ziekten die onder de inboorlingen heerschen, waardoor de arbeidskracht van het volk kennelijk wordt vermeerderd. De Evangelische Zending in de Duitsche koloniën in Afrika onderhoudt 1760 scholen met 86 000 leerlingen, de Roomsche zending 1280 scholen met 74 000 leerlingen, dus tezamen 3040 scholen met 160, 000 leerlingen. Elk zendingsstation in de heidensche wildernis wordt drager van de cultuur. De zendeling leert, wanneer hij de plaats zijner vestiging bouwt, in eigen persoon de inboorlingen metselen, houtzagen eni. De primitieve maatschappelijke inrichting wordt in die gebieden tengevolge van 't inkomen van blanke kolonisten aan het wankelen gebracht. De zending maakt het den stammen, waaronder zij arbeidt, gemakkelijk om de nieuwe maatschappelijke vormen over te nrmen. Het is aan de zending gelukt, aan de Goudkust de verbouwing van cacao door inboorlingen zoozeer iogaog te doen vinden, dat op dit oogenblik dat land voor een r2 millioen gulden cacao jaarlijks uitvoert. Ook heeft de zending in hst Zuid-Westen van Duitfch Oost Afrika de verbouwing van tarwe, in Uganda de verbouwing van katoen inheemsch gemaakt. Deze en andere gronden moeten, dunkt ons, wel. indruk maken, op hen die van de zending als middel < }m ook de heidenwereld te doen buigen voor den Koning der koningen, niet willen weten.

Frankrijk. De ProtestantscheKerken in het gedrang. Goed nieuws voor Madagascar.

De Kamer van afgevaardigden van Frankrijk is eindelijk tot het besef gekomen, dat het niet aangaat, om vele kerkgebouwen, die tengevolge van de wet van scheiding van kerk en staat niet onderhouden kunnen worden, eenvoudig maar in puin te laten vallen, In die Kamer besloot men te veroorloven, dat de kerken tweeërlei kassen stichten, Eén kas zal de gelden verzamelen die bestemd zijn tot onderhoud van kerkgebouwen, welke doot den Staat getekend worden tot de historische gedenkteekenen van de natie. Een andere kas ^moet dienen voor het onderhoud en de herstelling van gebouwen, die niet als historische gedenkteekenen door de overheid geclass.ficeerd zijn. De eerste kas kan ondersteuning ontvangen uit de schatkist van den staat, van de departementen en van de gemeenten; de tweede kas kan door gaven en vermakingen van particulieren gevuld worden. Zoo is dan den leden der verschillende kerken vergund, op allerlei manieren hunne kerkgebouwen te onderhouden.

Maar nu komen de Gereformeerde en andere Pfotestantsche kerken in het gedrang. Immers is door de Kamer bepaald, dat voorgebouwen die door de „associations cuituelles", onderhouden worden, niet uit een van die twee kassen mag geput worden. Want ook uit de tweede kas mogen slechts zulke gebouwen in stand gehouden worden, die het eigendom zijn van den staat, van de departementen of van de gemeenten. Nu zijn de „associations cuituelles" of vereenigingen we!ke volgens de wet op scheiding van kerk en staat opgericht zijn om in de kosten van den eeredienst te voorzien, geroepen om voor de kerkgebouwen der gemeente die de „association" in het leven riep, geheel alleen te zorgen. Daar deze vereenigingen geen legaten ot vermakingen mogen aanvaarden of aannemen, zoo wordt het voor haar schier ondoenlijk om de haar toe irertiouwde gebouwen m stand te houden.

De nieuwe bepalingen door de Kamei; gemaakt, komen uitsluitend den Roomscbgezinden ten goede, die op bevel van den paus geweigerd hebben „associations cuituelles" in bet leven te roepen. Ds Protestanten, die zich aan de wet op scheiding van kerk en staat van 1905 ooimoedig hebben onderworpen, moeten nu het gelag betalen. Zij krijgen geen steun uit de overheidskas, zij mogen zelfs geen legaten en schenkingen aanvaarden, en moeten nu tnaar zien hoe zij zich redden! De Gereformeerde kerken worden slecht beloond door bet aanvaarden van hetgeen de Staat over de kerken besloot. Toen de Franschc Protestanten zich nedeilegden bij de wet van Paul Bert, waardoor de „leekenscholen" op het schild werden geheven, kwam dit op het verdwijnen van hunne scholen te staan. Nu blijkt het, dat zij ook hunne kerkgebouwen zullen moeten zien vervallen, terwijl zij het mogen aanzien dat Roomsche kerkge bouwen door den Siaat onderhouden worden.

Eindelijk zal daarentegen aan Madagascar recht worden gedaan. Blijkens een decreet van 14 Maart is door den minister Btiand voor Madagascar bspaald, dat daar voortaan de wet op scheiding van kerk en staat van kracht «al zijn. Daarmede is een einde gemaakt aan de schromelijke willekeur, waaraan de Protestantsche kerken op dat eiland van de zijde det goaverneuts zoo vele jaren bloot stonden. Toch ! brengt de nieuwe toestand, die nu in Madagascar ingetreden is, schaduwzijden mede. Zoo worden bijvoorbeeld alle kerkgebouwen, die door de Fransche, Noorweegsche, Eogelscbe en Amerikaansche zendiogsgenootschappen zijn gesticht, koloniaal eigendom. Maar men aanvaardt dit, omdatg er nu een einde gemaakt is aan AA onderdrukking door gouverneurs als een Augagneur, waaronder de zendingsarbeid zooiseer geleden heeft.

Afrika. Mahomedaansche propaganda in Duitsch-Oost-Afrika,

Ia DdtschOost-Afiika heeft de Is!» rn zooveel terrein veroverd, dat men in Christelijke kringen zich te recht daarover verontrust. De Zendingsuperintendent Kfómroth, die in dienst staat van het Betlijnsche zendingsgenootschap, heeft een geschrift het licht doen zien, waarin hij op de krachtige propaganda die de Islam sedert geiuimen tijd in Oost-Afrika drijft, wijst. De „Betichten uit de Betlijnsche Missie" deelt o. a, daaromtrent het volgende mede: „De ommekeer die in den laatsten tijd op het gebied van de politiek en de culinur gezien werd, bezorgt den Islam triumfen die zonder inspanning behaald worden. De tusschenpersonen bij het verkeer van Europeanen en inboorlingen : tolken, soldaten, lagere ambtenaten, zijn Mahoraedanen, Waar fde blanke komt, dringt ook de Islam door. Hij die met zijn tijd wil medegaan, wie uit de groote massa wil te voorschijn treden om voor een beschaafd mensch gehouden te worden, vooral hij die een aanstelling als ambtenaar der regeericg verlangt, wordt Mahom«daan. Daarbij heft de Islam den inboorling niet op uit den lagen staat waarin hij verkeert. De Islam keert zich tegen het veelgodendom, doch dit vindt men in Oost Afrika niet; onder de negers vindt men het vereeren van geesten en veel bijgeloof; dit wotdt door het Mihomedanisme niet verdrongen, zoo niet bevorderd. De kern van den O jst-Afrikaaeschcn Islam is het animistisch Heidendom gebleven. Ook blijft de veelwijverij. Zelfs kan men zeggen, dat delslam op zedelijk terrein verderfelijk werkt, Vreeselijk is het wanneer men in ons gebied hooren moet: de eigenlijke openbare prostitutie is et tegelijk met de heerschappij der Europeanen gekomen. Van de paederastie zegt men zoowel aan de kusten als bij het Niassa-meer: daarvan weten wij sedert de Arabieren in het land zijn. Gedurende de eeuwen waarin de Islam in Oost-Afrika geweest is, heeft hij uit het oogpunt van de cultuur niets gepresteerd. Hoogst gevaarlijk is zijn propaganda uit een staatkundig oogpunt. De Mahomedanen woelen en werken tegen het Duitsche Protectoraat, Waar de Islam komt, daar komt ook de leer van den Mahdi, volgens welke deze Mahdi komen zal om de geloovige Mahomedanen van het jak en de heerschappij der ongeloovigen te bevrijden. Bij den opstand in 1910 heeft dese leer een groote rol gespeeld, „Afrika voor de Afrikaners, " De kracht van deze leus heeft de Islam verstaan en in toepassing gebracht. Ia de eerste plaats strijden de zendelingen tegen deze beweging. Wanneer men hun arbeid sterkt, steunt men het Duitsche Protectoraat van Oost Afrika“.

Hetzelfde kan men in Nederland omtrent de zending zeggen. Mochten de oogen daarvoor steeds meer opengaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 juli 1913

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 juli 1913

De Heraut | 2 Pagina's