GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De bidstond, die j.l. Vrijdagavond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bidstond, die j.l. Vrijdagavond

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 24 October 1913.

De bidstond, die j.l. Vrijdagavond in de Keizersgrachtkerk werd gehouden, gaf die hoogere wijding aan den dies nataUs onzer Vrije Universiteit, waarop we voor onze Hoogeschool zoozeer prijs stellen. Het hartelijke woord, dat Ds. Breukelaar van Zaandam sprak naar aanleiding van Psalm 79:9 gaf den juisten toon aan voor de stemming des gebeds. Des te meer valt het daarom te betreuren, dat de opkomst van de vrienden der Universiteit wel te wenschen overliet. Aan den spreker lag dit zeker niet, wiens goede naam waarborg was voor een goed woord en die deze verwachting ook niet heeft teleurgesteld.

Wellicht dat een der oorzaken moet gezocht worden in de verplaatsing van den bidstond op drie dagen vóór den dies. Ook zou het overweging verdienen om deze bidstonden, waarbij het aantal hoorders steeds beperkt was, niet in een onzer grootere kerkgebouwen te houden; voor den spreker is het uiterst onaangenaam, voor een half leeg kerkgebouw te moeten optreden en aan het meer intieme karakter, dat een bidstond uiteraard draagt, wordt daardoor te kort gedaan. Maar al kon het locaal comité door de keuze van èen kleiner kerkgebouw en door den bidstond meer direct aan den Dies zelf te laten voorafgaan, ten deele dit bezwaar ondervangen, toch achten wij het een niet onbedenkelijk verschijnsel, dat de belangstelHng in deze bidstonden blijkbaar verflauwt. Onze Hoogeschool heeft voor alle dingen het gebed van Gods volk noodig en het zou wel een droef teeken wezen, wanneer door gebrek aan belangstelling deze bidstonden vervallen moesten.

Zeer talrijk was daarentegen de opkomst bij de plechtige overdracht van het Rectoraat op Maandag 20 October. Behalve Directeuren, Curatoren en Hoogleeraren waren ook aanwezig de Regeeringscommissaris Prof. van der Waals en de deputaat der Gereformeerde Kerken, Ds. Breukelaar. De aftredende rector. Prof. Mr. A. Anema, hield een rede over de Bronnen van het rivaatrecht, waarvan we het kort verslag uit de pers hier overnemen.

Spr. begon met er aan te herinneren, dat het over enkele maanden een eeuw geleden is sinds Van Savigny zijn beroemd pleidooi schreef egen codificatie van het privaatrecht. Schijnbaar eeft Van Savigny dit pleit verloren. Maar is dit ook in werkelijkheid zoo ? Er zijn teekenen, ie reden, geven dit te betwijfelen. Het codifio h w d k g t atie-probleem is. niet meer zoo aan-de orde, et is vervangen door het interpretatie-probleem, ' n van hieruit kwam men tot het vraagstuk an de bronnen van het privaatrecht. Maar in v/ezen is dit "hetzelfde vraagstuk, slechts van een anderen kant bezien. Daarover wil Spr.

thans een en ander zeggen. Op het eerste gezicht is de toestand heel eenvoudig. In een paar wetboeken met enkele aanhangsels is heel , het privaatrecht geregeld. Gewoonte geeft alleen recht als de wet er naar verwijst. De rechter spreekt récht volgens de wet en mag haar billijkheid niet beoordeelen.

Geschiedenis en praktijk geven echter een gansch ander beeld. Deze leeren, dat er feitelijk drie rechtsbronnen zijn, het volk zelf, de Overheid en de rechter. Het volk zelf vormde in zijn rechtshandelingen en in zijn gewoonten op bewuste en onbewuste wijze recht; deze werkzaamheid van het volk zelf bij de rechtsvorming is wel veel ingekrompen in onzen tijd, maar geenszins geheel verdwenen. Het opnemen van het volksrecht in wetboeken maakte het wel formeel tot Overheidsrecht, maar ook slechts formeel. Voor een deel bleef het naar zijn aard volksrecht, en alle gecodificeerd recht over één kam te scheren bij de toepassing is juist een fout der tegenwoordige regeling.

Een ander deel van het oude volksrecht werd en moest worden Overheidsrecht. Voor een deel was dit het gevolg vali het feit, dat op tal van formeele punten zekerheid en vastheid moest worden verkregen. Voor een ander deel was de oorzaak, dat de Overheid de ontwikkeling van het oude volksre.cht moest bevorderen, omdat het te veel tot conservatisme leidde.

In de derde plaats is dè rechter steeds zelfstandige rechtsbron geweest en ook in onzen tijd is hij. dat nog. Spr. Hcht dit nader uit de geschiedenis en uit de practijk toe. De werkzaamheid van den rechter wordt in onzen tijd vaak door een valsche theorie vermomd, maar ook nu nog is de rechter zelfstandige rechtsbron.

Ook zoo echter is het beeld der werkelijkheid nog niet compleet. De geschiedenis en de werkelijkheid leeren, dat er ook noodig is een orgaan der billijkheid, wat'Spr. met voorbeelden tracht aan te toonen. Op meer of minder openlijke wijze heeft altoos de billijkheid haar invloed doen gelden. Spr. noemt dit de onmisbare veiligheidsklep op de juridische machten.

In het tweede deel zijner rede onderzocht Spr. thans de wederzijdsche verhouding dezer drie rechtsbronnen. De eerste vraag is : hoe verhoudt zich het Overheidsrecht tot het volksrecht? Het antwoord is een dubbel. De Overheid mag het volksrecht zonder toestemming der volksgenooten niet veranderen, en, wat in onzen tijd van veel meer gewicht is, als de Overheid, zooals, ten onzent, het volksrecht codificeert, behoort de gewoonte daartegenover een derogeerende kracht te bezitten. De tweede vraag is: hoe verhoudt zich het Volksrecht tegenover het Overheidsrecht} Hier is te onderscheiden tusschen formeel en materieel Overheidsrecht. Het eerste is voor het volksrecht onaantastbaar, het tweede moet voor een derogeerende gewoonte wijken. Spr. voert voor dit alles voorbeelden aan uit de practijk. De derde, wel de moeilijkste vraag is : Welke is de verhouding van den rechter tegenover Volksrecht en Overheidsrecht ? Spr. wijst nog eens op de moeilijkheid van deze vraag, en gaat nog eens nader in op het gestelde onderscheid tusschen volksrecht en Overheidsrecht. Hij vindt dit vooral in de verschillende verhouding dier beide tot de volksovertuiging. Dit verschil, beheerscht z. i. het antwoQrd op de vraag over de rechterlijke bevoegdheid. Tegenover het volksrecht is . de rechter tevens orgaan der billijkheid, tegenover het Overheidsrecht nooit, dat is het principieel verschil; gewoonterecht moet hij daarentegen doen gaan zoowel boven volksrecht als boven het materieel Overheidsrecht, dat is voor beide gelijk. Er moet voor het Overheidsrecht een afzonderlijke regeling der billijkheidstoetsing zijn, wat Spr. met argumenten, aan het geldend recht ontleend, nader tracht aan te toonen. In het laatste deel van zijn toespraak poogt Spr. aan te wijzen, waar de theoretische fout zit in de heerschende leer der bronnen van het privaatrecht met haar oppermacht van de wet.

Hij ziet die vooral in het wilsdogma. Dat is ons toegekomen uit het Romeinsche recht en was daar op zijn plaats, het paste bij de moreele en sociale volksovertuiging der Romeinen. Maar het past niet bij het Germaansche volksbewustzijn en bij de. Christelijke levensbeschouwing, zooals die in de Germaansche landen vat kreeg op de volksziel. De kerk sloot zich veel te veel bij de Romeinsche rechtsbeschouwing aan. Wel zag de scolastiek de fout van het wilsdogma theoretisch in, maar die betere theorie ging later weer schuil. Ook de Calvinistische juristen der 16e eeuw, hoewel ze praktisch zich tegen de uitwerking der wilsleer met kracht verzetten, namen in hun theorie, waarschijnlijk door den invloed van de receptie van het Romeinsche recht, te veel elementen van de wilsleer over, vandaar hun leer der volkssouvereiniteit. Het scherpst werd toen de wilsleer uitgewerkt in het stelsel van Montesquieu, dat op de opvattingen van ons Burgerlijk recht overwegenden invloed uitoefende. Eerst trachtte men die leer werkelijk consequent toe te passen, tóen dit niet ging zocht men andere methodes, wat evenmin ging. Men staat thans voor de moeilijkheid een theorie te vinden, die de werkelijkheid verklaart en aan haar behoefte vqldoet. Spr. trachtte, aan te wijzen, in welke richtirlg thans naar zijn meening de oplossing is te zoeken. Dit staat vast, dat Van Savigny slechts schijnbaar door het allerwegen invoeren van wetboeken het pleit verloor. Op de hoofdzaak, de geldende kracht van de gewoonte als rechtsbron, behaalde hij na een eeuw van ervaring een schitterende overwinning, Spr. gaf daarna een kort overzicht van de fata der Universiteit in het afgeloopen jaar en droeg ten slotte met enkele toepasselijke bewoordingen het rectoraat aan Prof. Diepenhorst over.

Deze oratie, die reeds 'denzelfden dag in druk verscheen, heeft een zeer actueel raagstuk, dat de rechtsgeleerde wereld ezig houdt, • en waarover de meeningen iet weinig uiteenloopen, op keurige wijze istorisch toegelicht, en getracht een soluie te geven, die daarom voor ons te meer a aarde heeft, omdat ze zoo nauw in verand staat, gelijk het slot dezer rede aan­ v d oonde, met de beginselen, waarvan onze m rije Universiteit uitgaat. Al voegt het bij A en zoo in strengen zin juridisch onder­ o erp wel niet aan een theoloog, zich een ordeel aan te matigen, in hoeverre het ier gestelde probleem thans opvoldoende ijze is opgelost, toch zal wel niemand, ie deze oratie leest, aan den indruk ontomen, dat hier een knap stuk werk is eleverd. De groote helderheid van betoogrant, de breede philosophische blik, de v z d d g D v volmaakte beheersching van de stof en < le logische opbouw van het geheel toonen, dat hier een meester aan het woord is. Het meest verblijdt ons echter, dat uit deze ' rede opnieuw blijkt, van hoe groot belang de Gereformeerde rechtsbeginselen ook - voor dit gebied der rechtswetenschap zijn. .Daardoor niet het minst zal deze rede het vertrouwen versterken, dat onze .Gereformeerde Volk in onze Vrije Universiteit heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 oktober 1913

De Heraut | 4 Pagina's

De bidstond, die j.l. Vrijdagavond

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 oktober 1913

De Heraut | 4 Pagina's