GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

AAN VRAGERS. J. H. te Alu, (Canada) vraagt: ie was Demas (2 Tim. 4:10), vóór hij met Paulus in aanraking kwam? Waarom verliet hij Paulus? Is ons ook iets bekend van Demas'later leven ?

In 2 Tim. 4 vr. 10 lezen we: Want Demas heeft mij verlaten, hebbende de tegenwoordige wereld liefgekregen, en is naar Thessalonica gereisd; Crescens naar Galatië, Titus naar. Dalmatië.

Voorts vinden we groeten van hem in den brief aan de Col. en in dien aan Philemon.

Dat is al wat ons van Demas gemeld wordt. Waarom hij Paulus verliet tijdens diens gevangenschap te Rome, na hem een poos gevolgd te hebben, zien wij eenigzins uit den tekst in Tim. Dat die nu beduidt, dat Demas afviel van het geloof, gelijk de overlevering zegt, is niet zeker. Thessalonika waarheen hij ging, was toen een drukke handelsstadj en denkelijk had Demas daar belangen die hij behartigen wilde, liever dan met Paulus verdrukking te lijden. AIB zoodanig is en blijft bij een waarschuwend voorbeeld.

J. V. d. W. (M.) N.-Am. We hebben uw vraag, naar de Redactie, bij welke zij behoort, verzonden.

A. R. vraagt: In Openb. 1 vs. 9 wordt gesproken van het eiland Patmos. Bestaat dit eiland nog, en waar ligt het?

Openb. 1 VS. 9 luidt: Ik, Johannes, die ook uw broeder ben en medegenoot in de verdrukking, en in het koninkrijk en in de lijdzaamheid van Jezus Christus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het woord Gods, en om het getuigenis van Jezus Christus.

Bedoeld eiland heet tegenwoordig Patino en ligt in de Aegeïsche zee of Archipel bij de kust van Azië, niet ver van het welbekende eiland Samos. Het is klein en rotsachtig, en heeft nog een klooster, dat aan den apostel Johannes is gewijd.

Wat in het aangehaalde vers wordt gezegd kan beteekenen, dat de apostel naar Patmos ging tot verkondiging van het Evangelie. Veel waarschijnUjker echter is dat het beduidt, dat hij er niet vrijwiUig was, maar lijdende voor de zaak des Heeren. Dit zegt ook de overlevering die wil, dat Johannes onder keizer Domitianus naar Patmos is verbannen. Dit is echter als behalve zeker. Met meer grond wordt aangenomen, dat Johannes later van dit eiland is teruggekeerd.

Dezelfde vraagt wat bedoeld wordt met den witten keursteun Openb. 2 vs. 17.

Men leest daar: »Die ooren heeft, die hoore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. Die overwint, ik zal hem geven te eten van het manna, dat verborgen is, en ik zal hem geven een witten keursteen, en op den keursteun een nieuwen naam geschreven, welken niemand kent, dan die hem ontvangt”.

Oudtijds gebruikte men soms steenen om daarmede zijn stem uit te brengen, zijn keus kenbaar te maken. Vooral gold dit bij rechtszaken. Een zwarte steen duidde schuld, een witte vrijspraak aan.

Een vraag van P. P. betreft den Perzischen koning Ahasveros van wien we lezen in Esther 1 vr. 1 : Het geschiedde nu in de dagen van Ahasveros, (hij is die welke regeerde van Indië af tot aan Moorenland toe, honderd en zeven en twintig landschappen).

Kan men, zoo vraagt P. P.. ook uit de algemeene geschiedenis weten wie deze koning geweest is?

Hierover is reeds veel gesproken en geschreven. Waarschijnlijk is Ahasveros dezelfde die in de geschiedenis Xerxes heet, en omstreeks 480 vóór Christus leefde. Hij is het meest bekend door zijn dwaze oorlogen tegen Griekenland, die met schade en schande voor Perzië eindigden.

Wat de Bijbel van hem meldt past geheel bij koning Xerxes zooals de geschiedenis hem teekent. De uitgestrektheid van zijn rijk, de pracht, de feesten, zijn grilligheid, zijn vragen om raad, zijn lichtvaardigheid, zijn belasten van het volk, alles komt uit. Ook zoo de tijdrekening voor de bizonderheden in het boek Esther. Bij andere vorsten past de beschrijving niet alzoo.

W. V. te B. schrijft:

Boven de deur van de school die ik bezocht en die nu is afgebroken, stond een groote, witte steen in den gevel. Op dien steen las men: Schoolhuys 1706.

Daaronder was uitgehouwen een vogel die iets in den bek droeg.

Dikwijls heb ik gevraagd aan dezen en genen wat die vogel daar kon beteekenen. Doch niemand wist het. Is het ook uit te leggen?

Misschien wel. Denkelijk stelde die vogel een gans voor. Van dat dier vertelde men oudtijds dat het als het trekkende ver weg vloog, een steen in den bek nam. De ganzen vreesden namelijk door hun gesnater hun tegenwoordigheid te verraden aan de jagers die op hun loerden. Met een steen in de bek echter was snateren onmogelijk, waren zij gedwongen tot stilzwijgen.

Waarom nu zulk een zwijgende gans boven de schooldeur werd afgebeeld, zullen wij onzen jongen lezers wel niet behoeven uit te leggen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 februari 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 februari 1914

De Heraut | 4 Pagina's