GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk. Het pauselijk gebed om den vrede verboden. Een vrij denker omgekeerd.

Sedert den val van het tweede Keizerrijk heeft bijna aldoor het anti-clericalisme of liever de anti-religreuse zin in Frankrijk den boventoon gehad. Het land herstelde zich na '70 snel van de slagen, die het door den oorlog met Duitschland gekregen had. In dien tijd van voorspoed op stoffelijk gebied werd op de meest cynische wijze met de religie gespot; de regeesing, hoe dikwijls ook wisselende, moest anticlericaal zijn om op een meerderheid in het parlement te kunnen rekenen. Maar sedert den oorlog is het anders geworden. De Fransche regeering benoemde aalmoezeniers voor het leger, zij liet de geestelijke broeder-en zusterschappen, die zij uit het land verdreven had, weder toe, en bij duizenden stroomden monniken en nonnen het land weder in. Een enkele maal heeft het geschenen, alsof de oude vijandschap tegen de kerk bij de regeering weder herleefde. Het was toen zij verbood, dat in de Roomsche kerken het gebed dat door den Paus was voorgeschreven om op Zondag 7 Febiuari te bidden, zou uitgesproken worden.

Dit gebed luidt als volgt:

> Beangstigd door de verschrikkingen van een oorlog die volkeren en naties in hun bestaan bedreigt, vluchten wij, o Jezus, tot uw liefdevol hart als tot ons veiligst toevluchtsoord. Tot U, o God van barmhartigheid, zuchten wij smeekend: wend van ons af den vreeselijken geesel! tot U, o Koning des Vredes bidden wij vurig: schenk ons spoedig den gewenschten vrede.

> Uit uw goddelijk hart hebt gij de heilige liefde doen stralen over geheel de wereld, opdat alle tweedracht zou verdwijnen en onder de menschen de liefde alleen zou heerschen; toen Gij op aarde waart klopte Uw hart van teeder medelijden met alle menschelijk leed. Ach, dat Uw hart zich ook over ons ontferme in dit uur, dat zoo zwaar op ons. drukt met zooveel rampzaligen haat en zooveel ontzettend bloedvergieten!

»Heb medelijden met zoovele moeders die in zorg zijn en angst over het lot harer zonen; heb medelijden met zooveel huisgezinnen die van hun hoofd zijn beroofd; heb medelijden met het ongelukkig Europa, waarover zulk een vreeselijke ramp is neergekomen!

«Stort den heerschers en den volkeren gedach' ten des vredes in; laat de strijd ophouden die de naties verscheurt; geef dat de menschen elkaar weer den kus des vredes schenken; gedenk dat gij hen voor den prijs van uw bloed tot broeders gemaakt hebt! Eens hebt gij vol liefde gehoord naar den hulpkreet van den Apostel Petrus: „Red ons, Heer, want wij vergaan, " en Gij hebt rust bevolen aan de •wilde golven; o laat u ook thans verbidden, verhoor genadig ons vertrou^wvol gebed en geef aan de wereld weder rust en vrede.

»En gij, o Allerzaligste Maagd, help ons, bescherm ons en red ons ook thans, zooals vroeger in tijden van groote beproevingen. Amen."

Waarom werd dit gebed verboden? Omdat l er, zoo meent men althans, niet in gevraagd wordt om de zegepraal der Fransche wapenen. Het zou het volk moedeloos maken wanneer een gebed gedaan werd, waarin alleen om terug­ g keer van den vrede gesmeekt werd. Wij houden b er ons van overtuigd, dat wanneer de paus een gebed had verordend om te vragen om de e overwinning van de Franschen, een storm daar­ g tegen zou opgestoken zijn in het kamp der ongeloovigen, gelijk er van liberale zijde zoo ge­ z smaald wordt op het gebed van den Duitschen Keizer.

Maar, zal men vragen, hoe komt de Fransche regeering er toe, te verbieden dat een gebed dat b door het Hoofd der Roomsche kerk voorgeschreven is, gebeden wordt? Is er in Frankrijk dan geen wet op scheiding van kerk en staat? Hoe is het dan mogeUjk, dat de regeering zich bemoeit met zaken die het inwendige leven der kerk betreffen? De Fransche regeering zal denkelijk wel den oorlogstoestand Eds verontschuldiging voor haar optreden opgeven. Maar wij zijn er van overtuigd, dat de Fransche radicalen voor negen jaren daarom scheiding van kerk en staat doordreven, om het staatsgeld aan de Roomsche kerk te onttrekken en aldus hare positie te verzwakken. Niet het beginsel: „een vrije kerk in een vrijen staat" daartoe was de drijfveer, maar wel de gedachte: de macht der Roomsche kerk moet gefnuikt door haar van haar leeftocht te berooven.

De oorlog die zooveel slachtoffers ook in Frankrijk eischte, heeft menigeen van zijn onge­ loof doen terugkeeren. Onder hen behoort de letterkundige Lavredan, die het volgende, hetgeen ook in radicale bladen afgedrukt werd, schreef:

Hoe vreeselijk.brandend zijn de wonden van een volk, in welke niet een druppel van het bloed van dien Wonderbare vloeit, als een genezende balsem; van dien Wonderbare, ach ik durf Hem niet noemen; Hij was zoo goed, en ik? Wat werd van Frankrijk, als Zijne kinderen niet geloofden, zijne vrouwen niet baden! De artillerie van het vertrouwen op God zal in dezen oorlog zegevieren. Frankrijks verleden is groot. Het was een Frankrijk dat geloofde. De tegenwoordige toestand van Frankrijk is ellendig; daar is een Frankrijk dat gevoelt, dat het niet meer gelooven kan. Zal het in de toekomst beter worden? Aan de hand Gods, alleen aan de hand Gods! O, een volk van dooden bedekt het veld. Hoe zwaar is het, op dit nationale kerkhof nog Godloochenaar te zijn. Ik kan het niet; ik kan het niet. Ik heb mijzelven bedrogen en ook u die mijne boeken gelezen en mijne liederen gezongen hebt. Het was een dwaze waan, een razernij, een woeste droom!"

Tot onze spijt kunnen wij uit deze woorden niet opmaken, dat deze gewezen vrijdenker ook inziet, dat Frankrijk door de herroeping van het edict van Nantes zich van beste elementen en van zijn edelste zonen ontdaan heeft.

Deze beUjdenis is zeker treffend. Jammer maar dat de manier waarop Lavredan het Fransche volk weder zoekt te bewegen tot het geloof, zoo diep treurig moet genoemd worden. In plaats van de kerk te steunen om hare roeping te volbrengen, tracht hij het tooneel daarvoor te gebruiken. Kort geleden werd in de Comédie Franfaise door een bekend tooneelspeler een door Lavredan opgestelde geloofsbelijdenis voorgedragen. Deze luidde: > Credo. Ik geloof aan de overwinning door onze soldaten, aan dé kennis en toewijding van onze generaals. Ik geloof aan het eeuwige, onvergankelijke Frankrijk. Ik geloof aan het loon van de smart en aan de verdienste der hoop. Ik geloof aan het bloed der wonden, aan het water van het wijwatervat, aan het vuur der artillerie, aan de vlammen der waskaarsen, aan de kralen van den rozenkrans Ik geloof aan de heiUge geloften der Ouden van dagen en aan de allesvermogende onschuld der kinderen. Ik geloof aan het gebed der vrouwen, aan de heldhaftige slapeloosheid der echtelieden, aan de vrome berusting der moeders, aan de reinheid onzer zaak en aan den onbevlekten roein onzer vaandels. Ik geloof aan ons groot verleden, aan ons groot heden, aan onze nog grootere toekomst. Ik geloof aan de handen die met ijzer gewapend zijn en aan de handen die tot gebed gevouwen zijn. Ik geloof aan ons. Ik geloof aan God. Ik geloof, ik geloof"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 maart 1915

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 maart 1915

De Heraut | 4 Pagina's