GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE VREEMDE.

IV.

DE DOCHTER.

Willem Stevens was, gelijk we-reeds zagen, volstrekt geen ongodsdienstig mensch. Hij wa trouwens christelijk opgevoed en nam steeds zijn > godsdienstplichten« waar, zooalshij dat noemde.

Toch gevoelde hij zelf, reeds na het korte gesprek, dat zijn godsdienst en die der juffer niet dezelfde waren. Beiden kenden zij de Schrift; beiden geloofden zij de waarheid dat alles in Gods hand is, maar toch gevoelde Willem hoe hij zich niet licht tegenover een vreemde zoo zou hebben uitgesproken als deze juffer deed. De waarheid was, dat bij Stevens de' waarheid nog niet verder gekomen was dan tot het hoofd, terwijl zij bij de dochter van den baron tot het hart was doorgedrongen. En zoover moet het komen, zal het goed zijn. Want »uit het hart zijn de uitgangen des levens c zegt Gods Woord En daarom kan er geen nieuw leven zijn zoolang het hart niet vernieuwd is.

Een week ging voorbij, en nog altijd was de baron niet weder op het kantoor verschenen. Stevens besloot nog eens te gaan zien hoe de zaken stonden, waarbij het hem niet ongevallig was, dat hij weder gelegenheid zou hebben ook de dochter des huizes te spreken. De zieke bleek niet veel voor of achteruit te zijn gegaan. Maar de dokter had, gelijk de juffer zeide, goede hoop gegeven dat het over een paar weken wel weer in orde zou zijn. Ste /ens echter, vreezende dat het nog wel langer duren kon, ging zelf eens met den geneesheer jspreken en deze zei in 't kort: De zieke is volstrekt niet in een gevaarhjken toestand wat zijn leven betreit, maar wel vrees ik iets anders. Zijn hoogmoed en al wat er gebeurd is, hebben zijn hoofd verward. Al wat inspanning bij het denken vereischt, deugt niet voor hem. Komt hij op het kantoor terug, dan wordt hij bijna zeker toch biimenkort weer ziek. Daar u zijn meerdere zijt zou ik wel gaarne zien dat u aan zijn dochter verteldet, dit van mij gehoord te hebben. Dan is zij er eenigszins op voorbereid.

Maar hoe moet het dan gaan ? " vroeg Stevens. »De man bezit, onder ons gezegd, zoo goed als niets. Waar moet hij van leven als hij het kantoor kwijt raakt ? "

»Ja, dat is eigenlijk mijn zaak niet, " sprak de geneesheer. »Maar ik heb medelijden met hen, althans met de dochter, want de vader heeft eigenlijk zijn ongeluk zich zelf te wijten. Daarom ben ik blij dat u gekomen zijt. Nu dacht ik zoo: De Compagnie heeft allerlei postjes en baantjes te begeven. Als de baron eens een werkje kreeg van minder beteekenis, maar dat ook weinig inspanning eischte, dan waren die twee geholpen, en wel op de beste wijs."

Stevens dankte den geneesheer en vertrok, vast voornemens om zoo mogeUjk naar de gegeven raad te handelen. Heel moeilijk was dit nu juist niet. Reeds na een week had hij een werkzaamheid gevonden, die passen zou.

De Compagnie bezat namelijk te Amsterdam een aantal pakhuizen, waarin de goederen werden opgeslagen, die de schepen aanbrachten, en vanwaar de koopwaren dan weer naar elders werden vervoerd. De »baron" kreeg nu door tusschenkomst van Stevens een aanstelling als toezichthouder op het ontvangen en verzenden der goederen. Dit was een werk dat weinig inspanning eischte, maar alleen nauwkeurigheid en oplettendheid. De baron was er zeer mee gediend, wijl hij best begreep, dat hij 't nu makkelijker zou krijgen. Dat hij in rang achteruit ging, vatte hij niet, en evenmin dat hem een weldaad werd bewezen. Integendeel hij bleef dezelfde als voorheen. Zoo waar is 'wat de Schrift zegt van den dwaas, dat al werd hij in een vijzel gestooten, zijn dwaasheid niet van hem wijken zou.

Doch al begreep ook de vader niet welk een gunst hem werd bewezen, de dochter vatte het des te beter. Zij ging een bezoek bij Stevens afleggen om hem dank te zeggen voor de wijze, waarop nu alles was geschikt. Willem had natuurlijk zijn moeder verteld wat hij ten huize van den baron gezien en gehoord had, en di had de belangstelling der oude vrouw in hooge mate gewekt.

Toen dan ook de juffer verscheen, doch Stevens niet thuis vond, ontving zijn moeder haar recht hartelijk, en nam gaarne op zich den dank aan haar zoon over te brengen. Al pratende kreeg de bezoekster onwillekeurig groot vertrouwen in Willems moeder, temeer toen zij uit de woorden van deze bespeurde, dat die geen vreemdeling was in de dingen van Gods Koninkrijk. Zij raakten in een lang en aangenaam gesprek, waarin de oude vrouw te weten kwam, wat weinigen wisten, en dat later van groot belang zou blijken.

De baron droeg den bijnaam hem gegeven toch niet geheel ten onrechte. Hij stamde uit een adellijk geslacht, dat van Vervueren, hetwelk gelijk meerdere in de tweede helft der zestiende eeuw uit de Zuidelijke Nederlanden t na^ Noord Nederland was gevlucht. Dit ge schiedde On de vervolging te ontgaan waarmede alle niet Roomschen bedreigd werden. Ruim een eeuw hadden de Vervuerens in Nederland gewoond. Zij waren er tot rijkdom en aanzien gekomen, al kon hun adeldom hier niet gelden. Wij weten reeds hoe de vader der juffer door zijn dwaze handelingen zouveel verloor dat hij van rijk arm werd.

Zooals de bezoekster verder vertelde, had haar vader zich nooit veel om de hoogere dingen bekommerd waarvoor zijn voorvaderen geleden èn gestreden hadden. Hij had hoofdzakelijk zijn genoegen en aardsch voordeel gezocht, al was dit laatste hem dan ook ontgaan. Haar moeder daarentegen, zoo vertelde mejuffrouw Walburg, gelijk de bezoekster heette, was een godvreezende vrouw geweest, die ook haar kinderen in de vrees des Heeren had opgevoed. Van die kinderen was echter nog maar één in leven, dezelfde die deze dingen verhaalde. Ook de moeder was reeds jaren geleden in vrede ontslapen.

't Was vooral na den dood zijner vrouw, dat de man zich overgaf aan de gewaagde ondernemingen waarvan wij gesproken hebben. Toen alles mislukte volgde voor de twee overgeblevenen een booze tijd, inzonderheid voor de t dochter. Al de vroegere welstand was verdwenen, en Walburg in overvloed groot geworden moest nu trachten rond te komen als huishoudster met het weinige dat haar vader nog over had. t Doch zij aanvaardde met moed haar moeilijke taak. Wat haar daartoe kracht schonk, zal de lezer reeds bespeurd hebben nit het gesprek dat zij met Willem Stevens hield. Hoe zij haar werk verrichtte was tevens bij zijn bezoek gebleken.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 augustus 1915

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 augustus 1915

De Heraut | 2 Pagina's