GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Hoezeer men voorzichtig moet wezen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoezeer men voorzichtig moet wezen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 12 November 1915.

Hoezeer men voorzichtig moet wezen met niet te spoedig een oordeel te vellen over den invloed, dien deze schrikkelijkste aller oorlogen op het religieuse leven der daarbij betrokken volkeren heeft uitgeoefend, niet alleen omdat de berichten, die omtrent de geestelijke stemming dezer volkereren ons bereiken, spaarzaam zijn en meer de groote volkscentra betreffen, waar het religieuse leven nooit sterk was, dan de plattelandsbevolking, maar ook omdat die berichten meest afkomstig zijn uit de wel geheel onverdachte bron van liberale journalisten, — toch kan zonder overdrijving wel gezegd worden, dat dusver van een machtige, heel het volk aangrijpende religieuse opwaking, zich openbarende in verootmoediging en boetedoening over eigen zonde, in ernstigen levgnstoon en luisteren naar de ordinantiën van Gods Woord, en in smeekgebed en in toevlucht nemen tot de hulpe Gods, nog zeer weinig te bespeuren valt. In plaats van verootmoediging beluistert men veeleer een toon van eigengerechtigheid, waar men alleen de zonden ziet bij de andere volkeren, maar zelf prat gaat op de nobelheid van zijn bedoelen en de rechtvaardigheid van zijn eigen strijd. In plaats van een smeekgebed om de hulpe Gods, die 't benarde vaderland alleen redden kan, pocht men veeleer op de onoverwinnelijke kracht van zijn eigen leger of vloot, en waant zich van de uiteindelijke zegepraal zeker. En in plaats van ernstiger levenstoon en een zich weer buigen voor de ordinantiën van Gods Woord, ziet men, hoe veelszins in zinvermaak door het volk ontspanning wordt gezocht en de regeeringen zoowel in hun diplomatiek spel als in de wijze waarop zij den oorlog voeren, met tractaat noch bondgenootschap rekenen, de rechten der neutralen schenden, boven goddelijk en menschelijk recht hun eigen belang stellen, tot de meest barbaarsche oorlogsmiddelen de toevlucht nemen en een zedelijke anarchie in het leven hebben geroepen, die op de bedenkelijkste wijze zich wreken moet.

En niet 't minst pijnlijk treft daarbij, dat van den band, die de natiën van Europa als Christenvolkeren behoorde saam te binden, niet alleen niets overbleef, maar dat een zoo bittere, niets ontziende haat ontstond; dat alle saamwerking dezer Christennatiën op het gebied van wetenschap en cultuur voor jaren is afgesneden; dat men jubelt naarmate het getal zijner vijanden, die men gedood heeft, grooter is; dat men geheele bevolkingen zou willen uithongeren ; en dat tot op den kansel toe deze haat als plicht van vaderlandsliefde gepredikt wordt door hen, die zich dienaar van het Evangelie noemen. En de enkele stemmen, die zich nog durven verzetten tegen de razernij, die de volkeren heeft aangegrepen; die wijzen op de jammerlijke gevolgen, die deze oorlog met zijn ongehoorde offers aan menschenlevens en zijn al drukkender schuldenlast voor heel Europa hebben zal, en die daarom tot een eervollen vrede manen, worden met hoon en spot terug gewezen. Niet om een eervollen vrede, maar om de totale vernietiging van zijn tegenstander en de verkrijging van eigen oppermacht is het te doen. Wat deert het hun, of heer Europa wordt ontvolkt, of de bitterste ellende, , en armoede over de volkeren "wordt gebracht, wanneer men zelf maar zegevierend uit den-strijd treedt. Zoo is deze krijg, w^l verre van-een tuchtroede Gods te zijai5\Sraardoor de'volkeren weer tot Hem worden teruggebracht, veeleer een zoo schrikkelijke openbaring van demonische machten, dat de vraag oprijst, of de enschheid niet haar ondergang tegemoet aat, wanneer God niet genadiglijk ingrijpt m dat bittere uiterste te verhoeden. l o G

Zelfs datgene, wat men als de kostelijke ruchten van dezen oorlog aanprijst, de eldhaftigheid der soldaten, de offervaarigheid van het volk, dat de zwaarste lasten ereidwillig draagt en de eensgezindheid der natiën, die allen partijtwist op zijde zetten om zich rondom de anier des vaderlands te vereenigen, kan met dezen oorlog ons niet verzoenen. Indien dit alles geschiedde in dienst van een hoog geestelijk ideaal; indien het doel van dezen krijg was, zooals in de religieoorlogen van vroeger eeuw, om de zaak van het protestantisme te beveiligen tegen den aanslag eener Roomsche coalitie; indien het girig, zooals in onze eigen worsteling tegen Spanje, om de vrijheid en onafhankelijkheid van het eigen vaderland tegen een machtigen vijand te verdedigen ; indien de volkeren van Europa waren opgestaan om weer een einde te maken aan de tyrannie van een wereldveroveraar zooals Napoleon, dan zou deze heldenmoed der soldaten, deze offervaardigheid van het volk, deze eensgezindheid der partijen wel diepe bewondering afdwingen en als een der nobelste uitingen van het menschelijk hart worden begroet. Maar waar het in dezen oorlog, trots de schelklinkende leuzen van gerechtigheid, vrijheid der volken, opkomen voor het recht der kleine natiën, in den grond om niets anders gaat dan om zelf de hegemonie in handen te krijgen, waar het een strijd is om oeconomische belangen, waar de een den ander zijn plaats onder de zon niet gunnen wil, — daar wordt het offer, dat men zoo heldhalftig op het altaar des vaderlands 'brengt, helaas niet door een hooger beginsel geheiligd en kan het daarom voor ons niet opwegen tegen al de ellende, die deze oorlog over de volkeren brengt. Te scherper springt dit in het oog, wanneer men den tegenwoordigen krijg vergelijkt met den oorlog van een eeuw geleden, die evenzeer heel Europa in beroe^ ring bracht, alle volkeren onder de wapenen riep en de zwaarste offers vergde, maar zulk een gansch ander karakter droeg dan de tegenwoordige. Wat aan dien oorlog van een eeuw geleden zijn bezielend en heihgkarakter gaf, was dat de volkeren van Europa toen in bond optrokken, niet om voor zich zelf de macht te veroveren, maar om een einde te maken aan de tyrannieke heerschappij van Napoleon en de door hem geknechte volkeren van het dwangjuk te bevrijden. Toen werd, nadat dit doel bereikt was, de, heilige Alliantie gesloten, waarbij de vorsten zich verbonden om naar de voorschriften van Gods Woord te regeeren, gerechtigheid, vrede en liefde te doen heerschen, en verklaarden de volken zich als leden te beschouwen van een Christelijk gezin. En toen was de oorlog in Gods hand ook het middel om bij alle volkeren een religieus reveil te bewerken, waardoor de Christelijke Kerk weder uit haar diepe ingezonkenheid opstond en aan de oppermacht van het rationalisme, Aufklarung en Deïsme een einde werd gemaakt. Men leerde, gelijk een Duitsch geschiedschrijver zegt, in dezen oorlog weer bidden ook in die kringen, waar aan het bidden niet meer gedacht werd. Er kwam een andere geest onder de volkeren. Het religieuse leven bloeide alom weer op. De Geest des Heeren - werkte weer in de dorre doodsbeenderen. Er was weer een vragen naar God en Zijn Woord. Wie voelt niet, wanneer hij aan die dagen terugdenkt, de tegenstelling met nu. l o a d z w D f v

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 november 1915

De Heraut | 4 Pagina's

Hoezeer men voorzichtig moet wezen

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 november 1915

De Heraut | 4 Pagina's