GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een drietal feiten hebben

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een drietal feiten hebben

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Atnsterdam, 9 Juni 1916.

Een drietal feiten hebben zich in den jongsten tijd in de Hervormde Kerk afgespeeld, waarop het wel de moeite loont ook hier de aandacht te vestigen, omdat zij een eigenaardigen blik gunnen op de toestanden in dit genootschap.

Het eerste geval, dat het meeste stof in de pers heeft opgejaagd, is dat van Ds. Vethake, predikant te Koedijk. Deze predikant, die een zoon schijnt te zijn van den ook onder ons welkekenden predikant, die indertijd met de Doleantie meeging en na jaren lang de Gereformeerde Kerk te Arnhem gediend te hebben, weer naar de Hervormde Kerk terugkeerde, besloot Roomsch te worden, omdat hij meende in de Roomsche Kerk alleen de vastheid en zekerheid van zijn geloof terug te kunnen vinden, die hij in de Hervormde Kerk verloren had. Nieuw is dit feit niet, want ook'.reeds vroeger had een Hervormd predikant, Ds. Bruna, de Hervormde Kerk verlaten, om tot de Roomsche Kerk over te' gaan. Maar wel deed zich bij dit geval het eigenaardige voor, dat Ds. Vethake, i'n plaats van terstond zijn ambt neer te leggen en te verklaren, dat hij ophield lidmaat van de Hervormde Kerk te zijn, aan het Classicaal Bestuur ontslag vroeg uit zijn ambt en Swt wel eerst tegen Augustus, jzoodat hij tot dien tijd toe nog feitelijk predikant te Koedijk zou blijven. Zijn bedoeling was natuurlijk niet om de predikdiensten waar, te nemen, maar hij wilde alleen zoolang de pastorie blijven bewonen, omdat hij nog geen ander geschikt huis gevonden had. Het Classicaal Bestuur trad echter terstond tegen hem op, schorste hem provisioneel volgens Art. 46 Reglement Opzicht' en Tucht en zond naar Art. 44 de zaak door naar het Provinciaal Kerkbestuur, dat nu te beslissen zal hebben, of afzetting volgen zal. En daarmede is Leiden in last, want nu komt plotseling de Icertuchtquaestie aan de orde. Besluit het Provinciaal Kerkbestuur, dat bijna geheel in moderne handen is, hem uit zijn ambt^.té^i^.'tzetten wegens zijn Roomsche gevoelens, , dan wordt daarmede feitelijk leertucht toegepast, en volkomen terecht merkte de Nederlander op, dat de heeren van dit Bestuur, die zelf grootendeels het oneens zijn met de belijdenis der Hervormde Kerk, "toch al een wonderlijke daad zouden verrichten, om als ketterrechters tegenover Ds. Vethake op te treden. Ook de moderne pers, natuurlijk in bond met de liberale, zag terstond het gevaar in, dat in zulk een ketterproces schuilen zou ; wani het zou toch al • te dwaas zijn een predikant, die Boeddist is, rustig in zijn ambt te laten, daarentegen een die Roomsch wordt, af te zetten. Vandaar dat ze het Provinciaal Kerkbestuur den raad gaf, vooral geen leertucht uit te oefenen, maar gebruik te maken van het middel, dat bij de doleantieprocessen rèèds zoo uitstekende diensten had bewezen, nl. te verklaren, dat Ds. Vethake, ook al wilde hij nocï enkele maanden predikant blijven, door loüord en daad zich had afgescheiden van de Hervormde Kerk. De Synode had. immers verklaard, dat, ook al zei iemand zijn lidmaatschap niet op, men hem toch uit zijn ambt en lidmaatschap ontzetten kon, omdat hij zich feitelijk van de Kerk afgescheiden had. Natuurlijk pleiten we de houding van Ds. Vethake niet goed; het is een scheeve positie, dat hij, die overtuigd was van de waarheid der Roomsche leer, toch, al was 't formeel, nog eenige maanden predikant wilde blijven in een Protestantsche Kerk. Maar het teekent, hoe eenerzijds het antipapisme er op' uit is om dezen Roomsch geworden predikant zoo spoedig mogelijk uit de Kerk te zetten, .en men tegelijk aan de andere zijde doodsbang is zijn vingers aan de leertucht te branden en daarom in dcii nood naar dit lapmiddeltje greep.

Minder opzienbarend is het tweede geval van Ds. D, Keek, Hervormd predikant te Bergambacht, een geestverwant van den bekenden Ds. Paauwe te Bennekom, die indertijd afgezet werd, omdat hij weigerde moderne lidmaten in te schrijven. Met Ds. Keek gebeurde hetzelfde, want toen enkele moderne lidmaten zijner gemeente hun kinderen bij een naburigen predikant lieten dpopen, weigerde ook hij met zijn kerkeraad deze kinderen in het doopboek in te schrijven, en toen het Classicaal Bestuur hem deswege schorste, heeft hij j. 1. Zondag verklaard • zijn ambt als predikant in de Hervormde Kerk neer te leggen. In hoeverre deze handelwijze van Ds. Keek volgens'^ het Gereformeerde Kerkrecht in orde is, laten we thans in het midden. Van belang is dit feit voor ons alleen, ' omdat" het op nieuw toont, hoe de saamvoeging van modernen en orthodoxen in éen genootschap tot de onmogelijkste verhoudingen leidt en daarom degenen, die althans een ernstiger conscientie hebben, het in dit genootschap niet uithouden kunnen. -

En eindelijk het derde geval, dat de Hervormde Kerk te Amsterdam raakt. Gelijk men weet, gaf het aanstoot, dat een der predikanten aldaar, Dr. Engelberts, geregeld moderne predikanten voor.zich optreden liet. De Kerkeraad nam nu het besluit, dat voortaan geen predikant zijn dienst door eeti ander mag laten vervullen zonder eerst den Kerkeraad daarin te kennen. Ware hiermede niet anders bedoeld dan dat hij den Kerkeraad vooraf met den naam van zijn plaatsvervanger in kennis moet stellen, zoo zou dit besluit niets te beteekenen hebben en alleen een wassen neus zijn. De bedoeling kan derhalve wel geen andere wezen, dan dat de Kerkeraad zich het recht 1 voorbehoudt om te beslissen of hij den voorgeslagen plaatsvervanger al dan niet op den kansel zal toelaten. De vraag is nu alleen, - -welke maatregelen de Kerkeraad nemen zal, om, wanneer de %'oorgestelde plaatsvervanger bijv, een modern predikant is* en de Kerkeraad daarom weigert hem te ontvangen, dit besluit ook te handhaven? Want bij de gespannen verhoudingen, die te Amsterdam bestaan, is het kwalijk te verwachten, dat Dr. Engelberts zich aan zulk een besluit onderwerpen «al. En als hij dan, niettegenstaande het verbod van den Kerkeraad; toch zijn modernen collega voor zich laat optreden, wat zal de Kerkeraad dan doen ? Tucht over een predikant uitoefenen, ook al overtreedt hij een kerkeraadsbesluit, kan de Kerkeraad volgens de reglementen niet. En een aanklacht bij de hoogere kerkelijke besturen indienen, zou natuurlijk niets baten. Met belangstelling zien we daarom den afloop van dit geval tegemoet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 juni 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Een drietal feiten hebben

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 juni 1916

De Heraut | 4 Pagina's