GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

OM EEN PENNING.

I.

IN HET DORP.

Vriendelijk lag het dorpje, waarheen we ons wilden begeven, zich te koesteren in de warme zomerzon. De dag — 't was nog niet laat — beloofde heet te worden, al was het nog morgenstond en de „zomertijd" toen nog onbekend. Er was weinig wind, aan den hemel vertoonde zich geen enkel wolkje en' op de wegen joegen voetgangers en karren het stof op, dat straks de bladeren der hoornen vaal kleuren zou.

Lieflijk boven vele plaatsjes in den omtrek mocht het dorpje gerust heeten. Dat dankte het aan de wijsheid van een schout uit de achttiende eeuw. Vroeger namelijk hadden pp die plek een paar kasteelen gestaan met groote tuinen, boomgaarden en veel goed land, dat ten deele door pachtboeren werd gebruikt.

Doch de tijden veranderden; de kasteelen werden gesloopt, en al de grond bij stukken verkocht. Doch eer met ruwe hand de prachtige boomen geveld en de trotsche lanen verrield werden, was de Schout - een man even rijk als wijs — tusschenbeide gekomen. Zooveel mogelijk was door zijn zorg het fraaie geboomte gespaard. Wel zeiden sommigen dat her hout toch heel wat zou hebben opgebracht, wel beweerden anderen dat nu de nieuwe wegen nooit recht ' droog en hard zouden worden; wel ' geloofden weer anderen dat het koren wegens de vele schaduw niet behoorlijk rijpen zou, maar de burgemeester schudde lachend het hoofd en zei:

„Lieve vrienden de tijd zal komen, en gij kunt dien nog beleven dat iedereen ons verstandig zal noemen omdat wij zoo gedaan hebben als nu, al zal dat wel na mijn tijd zijn".

Deze voorspelling nu was letterlijk uitgekomen. Mettertijd toen men overal in de vroegere tuinen en hoven wandelen kon^ was, het dorpje een ware lusthof gewonden. In dien tijd was het nog minder in zwang 's zomers een tijd lang het stadsleven te verwisselen voor .een verbhjf buiten. Dat deden alleen aanzienUjke lieden Hier in het dorpje was echter nooit gebrek aan zomergasten. Deze nu betaalden ruim, zoodaV de schade die sommige boeren vroeger gevreesd hadden, in elk geval rijkelijk werd vergoed.

De huizen en boerderijen lagen hier en daai verspreid. In hun midden verrees de zeer oude kerk met verbazend dikke muren en een zwaren

vierkanten toren, den hoogsten in den omtrek, en om het fraaie uitzicht veel beklommen. Andere min of meer voorname gebouwen telde het plaatsje niet. Het gemeentehuis was tevens de woning van den burgemeester, en trok nog feenigszins de aandacht, evenals misschien de pastorie en het huis van den notaris. Maar overigens zag alles hier er recht landelijk uit, gelijk de vreemdelingen zeiden. Kn dat juist was oorzaak dat zij er zoo gaarne vertoefden.

Niet ver van de kerk stond de dorpschool, 't Was goed dat het woord school in groote letters boven de deur prijkte. Want anders zou wel niemand op de gedachte zijn gekomen, dat huis voor een school te houden.'t Was namelijk de vroegere oranjerie van een der kasteelen, gelijk de woning • er naast, eertijds voor den tuinman bestemd, nu den schoolmeester en zijn gezin herbergde. De school zelf was in elk geval , ruim genoeg voor het niet groot getal kinderen uit het dorp, zelfs al kwamen zij a, llen geregeld, wat volstrekt het geval niet was. In den winter bij slecht weer bleven de verafwonenden dikwijls weg. Des zomers in den drukken tijd hielp ook de jeugd wakker mee op het veld, en was het verzuim zoo sterk, dat men tenslotte de school des zomers maar voor drie maanden sloot. Ook de meester kon den vrijen tijd kostelijk gebruiken door te werken in zijn grooten moestuin, welks opbrengst hij met zijn groot gezin wel noodig had, daar het schoolmeesteren.in dien tijd al zeer slecht werd betaald.

Of er echter op die wijs van het leeren veel kwam valt met reden te betwijfelen. Doch de lieden van het dorp bekreunden zich daar minder om. Hun vaders en moeders, zoo dachten zij, waren er wel gekomen zonder veel te leeren. Waarom kon dit nu ook zoo niet gaan ? Overigens waren het meerendeels eenvoudige, goedliartige lieden op wie weinig te zeggen viel. Ook gingen zij trouw ter kerk en voedden hun kinderen bij de vreeze des Heeren op, althans voor zoo ver dat bestaat, in het lezen van den Bijbel in huis, in het bidden en psalmzingen en zoo meer. Dat was, meenden velen, al genoeg. Toch waren er ook die wisten dat er voor klein en groot nog meer noodig is en die den Heere vfeesde met hun gansche hart. Een van deze was ook de schoolmeester, en dit kwam de jeugd ten goede.

Wie in den zomer het dorp, 'bezoekt, had wel aHe reden om met den psalmist uit te roepen wat we lezen in Ps. 65 : 8 ert 9:

Uw goedheid kroont de jaargetijen ; Waar Gij uw voetstap zet, Daar doet Gij 't al ten zegen dijen. Daar druipt het al van vet. Het woeste veld vfingt zelfs die droppen, Zijn weide blijft niet droog; De heuvels steken blijde toppen ' Met lachend groen omhoog.

De velden zijn bedekt met kudden ; De dalen zijn bekleed Met halmen, die van zwaarte schudden, En loonen 's landmans zweet. , Zij juichen, elk op zijne wijze; Uw eer klimt uit het stof; Zij zingen. Uwen naam ten prijze. Uw goedheid en Uw, lof,

01 allen wel meezongen ? 't Js te betwijfelen. En evenzoo stond het met de dorpelingen zelf, gelijk we zien zullen. Van nature, vrienden, zijn wij niét geneigd God voor en in Zijn werken - te loven. Daar is een opmerkend hart bij noodig..

Op den morgen waarover we in het begin spraken, stond een groepje kinderen, grooten en kleinen, bijeen niet ver van den grooten put, die voor ieder die 't wilde halen, water leverde. De put was dicht bij de school en dus ook bij de kerk en den toren.

Op de groote wijzerplaat van de torenklok lag de eenige wijzer bijna waterpas, 't Was dus op slag van negenen en de school zou aanstopds beginnen, al stond ook de deur van het gebouw nu nog open.'

BRIEFWISSELING.

Nu er pas vragen zijn beantwoord, gelieven verdere inzenders wat geduld te oefenen.

Ongeteekende vragen worden ter zijde gelegd.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 juni 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 juni 1916

De Heraut | 4 Pagina's