GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Pentateuch.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Pentateuch.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

Onze tweede bedenking is, of Dr. Aalders wel op genoegzame gronden de traditie, dat Mozes de auteur van den Pentateuch is, heeft afgewezen, en met name of hij daarbij het getuigenis, dat het Nieuwe Testament geeft om deze traditie te bevestigen, niet op te gemakkelijke wijze van zich afgeschoven heeft.

Natuurlijk kan het vraagstuk zelf, wie de auteur van. den Pentateuch is, hier niet in den breede besproken worden. 'Niet alleen, dat zulk een bespreking te veel plaatsruimte zou vergen, maar er komen •daarbij ook tal van vraagstukken ter sprake, die voor een leek niet te volgen zijn. Alleen *in zooverre het noodig is om onze bedenkingen tegen het standpunt door Dr. Aalders ingenomen, duidelijk te maken, moet eerst de stand van het geschil bloot worden gelegd.

Zooals, bekend is, heeft de traditie van de Joden af het auteurschap van den Pentateuch aan Mozes toegeschreven, en de Christelijke Kerk heeft deze traditie aanvaard vooral op grond, dat het getuigenis van Christus en de Apostelen deze traditie scheen te bevestigen. In het Nieuwe Testament toch wordt voortdurend van den Pentateuch als van , , het boek van Mozes, de wet van Mozes of kortweg „Mozes" gesproken. Natuurlijk werd daarom nooit ontkend, dat in den Pentateuch ook stukken van een andere hand voorkwamen, zooals de laatste hoofdstukken van Deuteronomium, waarin Mozes sterven ons wordt beschreven. Evenzoo werd toegestemd, dat Mozes voor datgene, wat vóór hem was gescliied, gebruik had .gemaakt, van historische oorkonden en het boek Genesis daaraan zijn ontstaan danken had, En eindetijk werd evenzoo de mogelijkheid toegegeven, dat een latere hand toevoegingen in den tekst had aan-, gebracht. Maar hoewel men dus erkende, dat de Pentateuch, zooals wij dien thans bezitten, niet in zijn geheel van Mozes' hand is, was toch het algemeen gevoelen der Christelijke geleerden, dat, zooals de Roomsche Bijbelcommissie het uitdrukte, »substantialiter«, d.w.z. wat de Substantie betreft, aan den Mozaïschen oorsprong van den Pentateuch moest worden vastgehouden. Eerst de rationalistische kritiek der voorgaande eeuw heeft principieel met deze traditie gebroken en aan Mozes het auteurschap van den Pentateuch beslist ontzegd. Ze meende op verschillende gronden, aan den Pentateuch zelf ontleend, dat dit boek niet van Mozes afkomstig kon wezen. In den Pentateuch zelf wordt Mozes nergens als de auteur aangeduid, en de wijze, waarop over Mozes gesproken wordt, sluit zelfs de mogelijkheid uit, dat hij de schrijver van dit boek zou wezen. Bovendien waren in den Pentateuch duidelijke aanwijzingen, waaruit blijkt, dat dit boek eerst uit veel later tijd afkomstig was (de zoogenaamde post-Mosaïca), Het hoofd doel van de rationalistische critiek waS" daarbij, niet om aan MozeS het auteur schap - van den Pentateuch te ontzeggen maar aan te toonen, dat elke basis ontbrak om hetgeen in den Pentateuch ons mee gedeeld werd aangaande de patriarchen, Israels geschiedenis en de wetgeving, betrouwbaar te achten. Was Mozes de auteur, dan stond de betrouwbaarheid van historie en wet vast; viel Mozes weg, dan kon-men deze historie voor een sage ver-.klaren en de wet als een product van lat& r eeuw, .

Het standpunt nu door Dr. Aalders ingenomen, en dat' daarom ons bijzonder belang inboezemt, omdat hiermede voor het eerst onder Gereformeerden wetenschappelijk tegenover dit probleem een uitspraak wordt gedaan, is, dat hij de argumenten, door de critiek tegen het auteurschap van Motós ingebracht, als juist erke'nt. Dezelfde post-Mosaïca, waarop de critiek gewezen had, worden ook door hem aangehaald als een bewijs, niet dat latere redacteuren in den tekst wijzigingen hadden aangebracht, maar dat het boek als geheel niet van Mozes hand is, en ook niet uit Mozes tijd kan dagteekenen. De traditie, die aan I\Iozes het auteurschap nawijst, acht hij dan ook onhoudbaar, omdat ze door den inhoud van den Pentateuch niet bevestigd, maar weersproken wordt. Niet alleen dat in dèn Pentateuch Mozes nérgens als de auteur wordt genoemd, maar het feit zelf, dat Mozes nergens van zich zelf in den Isten persoon spreekt, maar altoos over hem in den 3en persoon wordt gesproken, bewijst, volgens "hem, dat Mozes de auteur niet kan zijn. Terwijl daarbij nog komt, dat verschillende loffelijke uitlatingen, die over Mozes gedaan worden, zooals in Exodus 1 ; 3, dat de »man Mozes zeer groot was in Egypteland voor de oogen van Pharao's knechten*, en in. Num. 12:3 »datdeman Slozes zeer zachtmoedig 'was, meer dan alle menschen op den aardbodem", volgens hem niet van Mozes afkomstig kunnen zijn.

In zooverre gaat Dr. Aalders met de critiek mede, maar hij keert zich besHst tegen haar, wanneer ze beweert, dat de Pentateuch een later falsificaat zou wezen, waarin niets van Mozes hand zou te vinden zijn. Aangezien hij op grond van het inspiratiedogma onwrikbaar vasthoudt aan de betrouwbaarheid van hetgeen in den Pentateuch ons wordt medegedeeld, neemt hij, in tegenstelling met de critiek, aan, dat de wetgeving, die in den Pentateuch aan Mozes wordt toegekend, ook metterdaad van Mozes afkomstig is, hetzij dan dat Mozes deze wetten zelve heeft opgeteekend, hetzij dat ze door anderen opgeteekend zijn. Hetzelfde geldt even zoo van de redevoeringen en profetieën, die in den Pentateuch ons van Mozes worden meegedeeld, want ook hier waarborgt de inspiratie der Schrift ons, dat Mozes deze woorden heeft gesproken. Zelfs neemt hij aan, dat een > zeer uitgebreide literarische werkzaamheid van Mozes < aan de samenstelling van. den Pentateuch ten grondslag legt» En althans zoo ver als in den Pentateuch zelf ons gemeld wordt, dat een stuk van Mozes eigen hand afkomstig is of een woord door hem is gesproken, staat het vast, dat Mozes zelf de schrijver of de spreker dezer woorden is geweest. Maar verder behoeft men op grond van het inspiratiedogma niet te gaan. De Pentateuch als geheel, als boek, is evenmin dus van Mozes afkomstig als bijv. een geschiedboek over de Napoleontische periode, waarin allerlei wenken, brieven en redevoeringen van Napoleon zijn opgenomen, daarom een «boek van Napoleon < kan worden genoemd.

Met dit resultaat nu komt geheel overeen, meent hij, wat in het Oude en Nieuwe Testament ons aangaande den Pentateuch gezegd wordt. Wanneer in het Oude Testament van Jozua of telkens van de wet of het „wetboek" van Mozes wordt gesproken, dan wordt daarmede niet de Pentateuch als geheel bedoeld, maar een boek, waarin de wetten, door Mozes gegeven, waren opgeteekend, en de bijvoeging , , van Mozes" bedoelt dan niet, dat Mozes dit wetboek zou geschreven hebben, maar alleen, dat deze wetten door Mozes waren gegeven. En wel is het waar, dat in het Nieuwe Testament telkens gesproken wordt van den Pentateuch als geheel als „het boek van Mozes", de „wet van Mozes" of „Mozes", maar dat geschiedt dan alleen als titel om dit boek aan te duiden, op dezelfde manier, waarop ook de boeken die Samuel's geschiedenis ons verhalen, „Samuel" worden genoemd. Op al die plaatsenreeksen, waar niet de „tekst" genoemd wordt, maar een beroep op den Pentate^uch geschiedt, met de uitdrukkelijke bijvoeging: zooalsMozes zegt" of „zooals in de wet van Mozes is geschreven", en diis op Mozes als auteur wordt gewezen, geschiedt dit altijd van wetten, die door Mozes aan Israël zijn gegeven, of van profetieën, die van Mozes zelf afkomstig zijn. Er is in heel het Nieuwe Testament, zegt hij, niet één plaats, waarin met een dergelijke formule iets uit den Pentateuch wordt aasgehaald, waarvan niet in den Pentateuch zelf wordt gezegd, dat het Mozaïsch is" (referaat blz.. 33). Zelfs meent hij uit het Nieuwe Testament in deze een bevestiging te kunnen ontleenen van de door hem gemaakte scheiding tusschen hetgeen in den Pentateuch aan Mozes zelf wordt toegeschreven (wet en profetie) en het historische gedeelte dat niet van Mozes afkomstig is. Immers Christus zelf stelt in Markus 19 : 3 tegenover elkander „dat Mozes vanwege de hardigheid des harten den Joden toegelaten had hunne vrouwen van zich laten", waarmede Christus dan bevestigt, dat de wet op de echtscheiding in den Pentateuch van Mozes afkomstig is, en dat „het van den beginne aldus niet is geweest, blijkens Gen. 2 : 24 waar God gezegd had, dat man en vrouw één zouden zijn", waarmede dus dit geschiedverhaal in Genesis blijkbaar niet aan Mozes wordt toegekend. En evenzoo zou dit het geval wezen in Joh. 7 : 22, waar Christus over de besnijdenis spreekt en nadrukkelijk zegt, dat „de besnijdenis niet van Mozes is, maar uit de vaderen"; wat dan tegen de Mozaïsche opteekening van de instelling der besnijdenis in Gen. 17 : 10 zou pleiten.

Dat er van dit standpunt, door Dr. Aalders ingenomen, zekere bekoring uitgaat, valt niet te 'ontkennen. Met de bezwaren door de critiek ingebracht, wordt rekening gehouden, zonder dat aan het inspiratiedogma werd tekort gedaan. De traditie valt, maar de betrouwbaarheid van Gods Woord wordt gehandhaafd. Eri al ontvalt aan Mo.? es de eerekrans van het auteursrecht van den Pentateuch, hij blijft toch de grootste gestalte uit het Oude Testament, die aan den aanvang van Israel's historie troont als Middelaar, Wetgever en Profeet. Welke bedenkingen toch tegen dit standpunt bij ons bestaan, zullen we in een volgend artikel uiteenzetten. Thans veroorloven we ons slechts een opmerking, die dient om elk misverstand weg te nemen, alsof onze critiek op het standpunt van Dr. Aalders niet alleen tegen hem, maar ook tegen anderen zou zijn bedoeld. Dr. Aalders beroept zich voor het door hem ingenomen standpunt zoowel op de Roomsche Bijbelcommissie door den Paus ingesteld, als op hetgeen Dr. A. Kuyper in zijn Encyclopaedie deel III, p. S3, over dit vraagstuk heeft gezegd. Natuurlijk geschiedt dit volkomen ter goeder trouw. Maar dit neemt niet weg, dat er toch een zeer belangrijk verschil bestaat tusschen het standpunt door beide genoemde autoriteiten, en dat door Dr. Aalders ingenomen. Dit verschil zal wel voor ieder duidelijk wezen, wanneer we de beide beide uitspraken hier mededeelen. De Pauselijke Bijbelcommissie heeft over dit vraagstuk met groote voorzichtigheid zich aldus uitgelaten: »wij beantwoorden, behoudens het nader oordeel van de Kerk, de vraag toestemmend, of men mag aannemen, mits wat de substantie betreft wordt vastgehouden aan den Mozaischen oorsprong van den Pentateuch en de ongeschondenheid van dit boek, dat in den loop der eeuwen enkele wijzigingen er in zijn-aangebracht, zooals dat na den dood van Mozes door een geinspireerden auteur .enkele bijvoegselen er aan zijn toegevoegd, of glossen en verklaringen in den tekst zijn opgenomen; enkele woordenenformules uit een verouderde taal in een nieuwe zijn overgebracht, en ten slotte verkeerde lezingen zijn ingeslopen door de schuld der overschrijvers, waarover men naar de regelen der tekstcritiek een onderzoek instellen en oordeelen. mag." Salva substantialiter Mosdica authentia Pentateuchi is de belijdenis der Kerk, die hier voorop wordt gesteld, en wat Dr. Aalders bestrijdt is juist de Mozaïsche oorsprong of authentic van den Pentateuch. Uitdrukkelijk toch zegt hij, dat al wat in Genesis verhaald wordt, niet van Mozaïschen oorsprong is, en dat de Mozaïsche oorsprong alleen vaststaat voor die gedeelten in den Pentateuch, die daar aan Mozes worden toegeschreven. En hetzelfde geldt evenzeer van wat Dr. A. Kuyper schreef.

Zeker zegt Dr. A. Kuyper, »dat nergens in de Schrift beweerd wordt, dat Mozes zelf met eigen hand geheel den Pentateuch, gelijk hij thans voor ons ligt, te boek zou hebben gesteld» en dat dit ook allerminst ondersteld wordt door den tekst > Mozes en de Profeten* (Luc. 16:31). ïMaar, zoo voegt hij er aan toe, men geraakt met dezen tekst, en met uitdrukkingen als in Joh. 1:46 voorkomen, in conflict, zoo meff betwist, dat de stoffe • van den Pentateuch niet van Mozes afkomstig zou zijn. In den titel »Mozes* of het »boek van Mozes*, in het Nieuwe Testament gegeven aan den Pentateuch, ligt dus meer dan een bloote aanduiding van dit boek, er ligt de waarborg in, dat de stoffe van dit boek van Mozaischen oorsprong-is< .Dat dit niet geheel hetzelfde is als wat Dr. Aalders uit het Nieuwe Testament meende te moeten afleiden, zal wel niet nader behoeven te worden betoogd.

Natuurlijk is de zaak zelf daarmede allerminst besHst, Aan Dr, Aalders komt volkomen het recht toe, *een eigen standpunt bij dit vraagstuk in te nemen. Als wetenschappelijk man h^eft hij daartoe het volle recht. Maar zijn beroep op beide genoemde autoriteiten gaat niet op, omdat hun standpunt en dat van Dr. Aalders niet hetzelfde is. Dat alleen wilden we hier aantoonen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 december 1916

De Heraut | 4 Pagina's

De Pentateuch.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 december 1916

De Heraut | 4 Pagina's