GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VELERLEI WEGEN.

XXX

IN GESPREK,

«En toch is het noodig daarop een voldoend en onbedriegehjk antwoord te hebben, wülen we gelukkig leven en sterven."

«Ik kan dat zoö niet inzien. Niemand kan weten hoe het daar ginter is. Misschien is met den dood alles uit, en zoo niet, dan maar afwachten, "

«Hebt u wel eens de fabel gehoord van den vorst en zijn hofnar? " «

«Bij mijn weten niet, " zei mijnheer, «Ik heb het altijd te druk gehad om mij met fabels op te houden, "

«Nu ge kunt het ook een vertelsel noemen, " sprak onze bezoeker glimlachend,

«Vertel u het mij_ eens. Ik lig hier toch te luieren, " was het min beleefde antwoord,

«Gaarne, Er was eens een koning, die een hofnar had, welken hij om zijn geestigheid en gevatheid hoog schatte, AUeriei dwaasheden mocht de nar zeggen en doen, als ze den geest maar bezighielden of raak waren.

Eens kwam de koning bij zijn nar en zei: «

«Hier heb ik iets voor u meegebracht. Zie, liier dezen wandelstok met gouden knop geef ik u op voorwaarde, dat gij hem zoolang behoudt tot ge iemand vindt, die nog g^ooter dwaas is dan gij. Dan moet gij hem den stok geven, "

De koning, die reeds oud was, werd kort daarna ziek eUyeou wel sterven. Dat voelde hij zelf ook,

Hij liet den hofnar roepen.

«Vriend, " zeide hij tot hem, «het loopt met naij af. Ik ga de groote reis maken, waarvan niemand wederkeert."

«Zoo, " sprak de nar, «en welke toebereidselen heeft Uw Majesteit gemaakt voor die reis en waar gaat het heen? " «Toebereidselen? Geene. En waar ik henenga weet ik niet."

«Hier, " sprak de nar, die den stok had meegebracht. «Neem dit, want gij zijt zeker nog grooter dwaas dan ik."

Hier zweeg onze-bezoeker. Een poos heerschte er stilte. Mijnheer Jansens verbrak die het eerst door te zeggen:

«Heel geestig, maar is het niet onmogeüjk te weten waar Wij belanden zullen, indien al ergens ? "

«Zeker niet: God heeft het ons geopenbaard in Zijn Woord. Ook dat er twee wegen zijn naar het leven daarginds: een breede weg die voert naar de duisternis, een smalle die voert naar het hcht."

«O, dat is uit den Bijbel. Ja, als men alles gelooven kon, wat daarin staat." «God geve u dat het daartoe kome. Ik wü het Hetn vragen."

Eu zonder af te wachten of de zieke het goed vond, deed de zendeling een kort maar krachtig gebed, waarin hij den kranke den Heere opdroeg. Ik kon mijn ooren niet gelooven. Een gebed hardop in de kamer van den zieke' en voor hem! Maar het was zoo, en het verheugde mij van harte, vooral ook toen mijnheer in plaats van ontstemd te wezen, vriendelijk dank zei.

Nog eenige uren bleef de prediker bg ons om alles 'va. oogenschouw te nemen. Ik moest hem nog een paar maal spreken en, hoe vreemd het klinkt, reeds bij de eerste ontmoeting en telkens weer was het mij alsof ik dien man meer gezien had. Maar waar of wanneer kon ik onmogehjk uitmaken. Ik had trouwens in den laatsten tijd zooveel vreemde aangezichten gezien, dat ik ten slotte geloofde mij maar wat te verbeelden. Toch kwam zijn beeld telken^ voor mijn geest, ook toen hij vertrokken was.

Enkele dagen later werden we opnieuw verrast door zijn bezoek, en ik inzonderheid daardoor, dat mijnheer Jansens blijkbaar met genoegen vernam dat de zendeling weer gekomen was. Ik stelde mij daar veel van voor.

IJet was n.l. gebleken, dat het voor mijnheer goed was zijn verblijf hier nog te verlengen. Doch wijl de schoolmeester nu spoedig terug zou komen, en dan het huis nopdig had, moest er een schikking gemaakt worden. Daarover kwam de eigenaar nu spreken, en we kwamen zoover dat mijnheer Jansens zich tevreden verklaarde wanneer hij slechts twee kamers behield. Hij stond er echter op hetzelfde te betalen als voor het geheele huis.

De prediker bleef dien dag bij ons eten, en was weer de gezellige man van eenige dagen geleden. Een groote verrassing was ons bereid. Onjse bezoeker die, zooals ik zei, zich ook op de geneeskunst had toegelegd, onderzocht den zieke en vond hem veel beter. Op het aangezicht van den heer Jansens vertoonde zich een zeldzame trek van tevredenheid. Plotseling vroeg hij:

»Zou ik een uitstapje mogen maken f" »Ja. mits maar niet ver." - »0 neen, maar een half uur. Ik wUde namelijk wel eens van nabij al het werk zien waarover u mij gesproken hebt. U hebt mij zelf zoo half genoodigd.”

Ik zag dat die woorden onzen bezoeker aangenaam waren en hij zei.

»Gaarne, mijnheer. Uw gezondheid laat het thans toe, en als u 't bij ons voor lief wUt nemen, zijt u hartelijk welkom.”

Hoe meer ik den zendeling gadesloeg hoe meer ik mij verblijdde dat hij bij ons gekomen was. Mij»heer Jansens die tot nog toe alle vromen en fijnen had geschuwd, jvilde ditmaal hoören en luisterde met goedwilligheid en aandacht als onze bezoeker sprak.'" Zoo kon menig goed woord zijn weg vinden tpt het hart van den zieke, en ik bad den Heere het te zegenen.

Hoe meer ik echter den prediker gadesloeg, hoe sterker in mij de overtuiging werd, dat ik hem meer moest gezien hebben, al had ik geen enkele vaste aanwijzing. Ik' ging mijn leven nog eens na, doch ook dat verschafte mij niet veel licht. Te» slotte gaf ik het op om mij alleen daarin te verblijde i dat ik hier, in een land vol heidendom en ongeloof, gekomen was in een beslist christelijke omgeving.

De korte reis ging zeer voorspoedig en was vrij wat aangenamer dan de vorige. De zendeling bewoonde een aardig, gezellig huis, naar mijn begrippen verbazend groot. In elk geval konden mijnheer en ik gemakkelijk worden geherbergd. De oude dame; die als huisverzorgster dienst deed, ontving ons als waren wij onde bekenden. Reeds na een paar uur fluisterde mijnheer Jansens mij toe: »Het is hier best een paar dagen uit te houden." En dat bleek ook zoo.

BRIEFWISSELING.

N. N. Over komma's en punten hoop ik in 't kort nog iets te zeggen, en te wijzen op hun groote beteekenis. Het zal echter wel eeiiigen tijd moeten wachten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 april 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 april 1918

De Heraut | 4 Pagina's