GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dmtschland. Het bouwen eener kerk d zonder staatshulp. In Christehjke kringen in Duitschland is men overtuigd, dat het vroeg of laat tot scheiding van kerk en staat komen moet, en het daarom zaak is, zich daarop voor te bereiden. De kerk zal moeten overleggen hoe zij haar voortbestaan ook uit een geldehjk oogpunt zal kunnen verzekeren. In verband hiermede is men een onderzoek gaan instellen naar de manier, waardoor het aan de Luthersche vrije kerk van Pruissen gelukt is om zich gedurende tachtig jaar tè handhaven. Die kerk had daarbij met groote moeihjkheden te kampen. Men hoopt van de zijde der landskerk, dat wanneer het tot scheiding van kerk en staat zal moeten komen, deze scheidjng op vreedzame manier zal plaats hebben ; aan de kerk zal men het hare wel willen gunnen, men zal haar toch niet als een bedelares aan de deur zetten. Dit is zeker te wenschen. Maar de Luthersche vaderen, die vóór 80 jaar den strijd aanbonden, hebben het moeten ondervinden dat de staat de vrije kerk tot een bedelares gemaakt heeft, ja dat hij haar tien jaar lang als eene vijandin heeft behandeld, die men met alle middelen meende te moeten bestrijden.

Toen de Luthersche vaderen in 1830 bij de invoering van de Unie in Pruissen bhjven wilden, wat zij tot hiertoe geweest was eene Luthersche kerk die met de Unie niets uit-, staande had, verzette zich de staat hiertegen met al zijne macht. Men j)ntnam den Lutherschen, ook op zulke plaatsen waar de groote meerderheid - aan het oude wilde vasthouden, wat tot hiertoe haar eigendom geweest was: hunne kerken, pastoriën, kerkhovfn, alle kerkelijke goederen, ja men stond hun niet eens toe in hunne eigene huizen godsdienstoefeningen te "honden. Wanneer de politie van zulke samenkomsteü hoorde, werden de aanwezigen opgeschreven en een geldboete van minstens een thaler (ƒ 1.80) opgelegd. Wanneer men voor de tweede maal zulk een godsdienstoefening bijwoonde, werd deze som verdubbeld. De predikanten welke weigerden de vootjje Union opgestelde agenda (hturgie) aan te nemen, werden afgezet; zij mochten geen enkele ambteüjke handehng meer verrichten, en wanneer zij zich aan dat verbod niet stoorden, werden zij in de gevangenis gezet. Door openHjké signalementen werden de weinigen die zich nog op'vrije voeten bevonden, vervolgd. Eiken gendarm die een Luthersch predikant gevangen ham, werd een prijs van 50 thaler beloofd.

Nadat de staat door zijn Uniepolitiek het oude Luthersche kerkwezen verbroken had, _ ondernamen het de Luthersche vaderen om de kerk te herbouwen op. den grondslag der oude Luthersche belijdenis.”

Zij besloten, met opzien tot God, datgene te krijgen, waaraan tegenwoordig vele landskerken met zorge denken, en wat toen ter tijd voor iets ongehoords gold: het bouwen eener kerk zonder staatshulp, - ja onder de sterkste tegenwerking van den staat. Hoe dit in zijn werk ging? In 1835, midden in den vervolgingstijd, kwamen onder bescherming van den nacht de predikanten die nog niet ggvangen genomen waren, met Vertegenwoordigers samen tot het houden van eene Luthersche algemeene Synode. Om niet ontdekt te worden, vergaderde de Synode in twee gedeelten : die van den rechteroever van den Oder op 19 Februari; die van den linker op 3 Maart. Hier zocht men de verstrooiden weder te vergaderen om de banier der behjdenis en de afzonderhjke Luthersche gemeenten tot één kerkehjk lichaam te vereenigen. Men koos een gemeenschappehjk kerkbestuui, de gevolmachtigden der Synode, waarvoor in 1841 het opperkerkelijk college kwam. Deze zouden zooveel mogeüjk het onderling verband der gemeenten onderhouden, voor hare bediening zorgen, d; , gemeenschappelijke kas besturen. Voor dat alles waren iij aan de algemeene Synode verantwoordehjk.

Dê gemeenschappehjke kas besturen! Maar wat ^as er in kas ? Men had niets dan de hefde van de gemeenteleden, die meestal verarmd waren doordat men ze zware boeten had laten betalen, die, al hadden zij zich langs gerechtelijken weg uitgesproken, dat zij met de geünieerde landskerk niets meer uitstaande hadden, "toch nog gedwongen werden aUe bijdragen voor de predikanten der landskerk te bhjven betalen. De kleine gemeente Luzine niet ver van Breslau moest gedurende het jaar det vervolging f 3600 aan boeten betalen. In de gemeente Hakenwolde, in Pommeren, werden enkele kolonisten verplicht f 1800 te betalen. Zij moesten als pand al htm rundvee^ schapen, zelfs het zaaigraan afgeven, zoodat zij die tot hiertoe zeker welvaren genoten hadden, door de liefde hurmer geloofsgenooten moesten onderhouden worden. Xoch hebben de leden der gemeente in die dagen regelmatig vrijwillig voor de kerk gegeven, want zij waren overtuigd, dat ook voor hen het gebod gold, dat zij die het Evangelie verkondigden^ ook van het Evangelie zouden leven. Ook had men enkele schoolmeesters te bezoldigen die om der wille van hunne belijdenis waren afgezet en die nu in de gemeente welke van hare predikfiiten waren beroofd, de kinderen in den Catechismus onderwezen en ze voor de confirmaflS" voorbereidden. Ten slotte moesten de gezinnen van de predikanten, die gevangen gezet waren, onderhouden worden. Voor al deze behoeften brachten de leden der gemeente de noodige middelen door vrijwillige bijdragen saam

Toen, na opheffing der vervolging, de eerste openbare generale Synode in 1841 gehouden werd, moest de Luthersche vrije Kerk van Pruissen met hare 10, 000 leden, verdeeld over 14~predikantsplaat3en, de groote taak vervullen van te zorgen voor plaatsen van samenkomst, scholen, pastorieën enz. zonder een penning ondersteuning van den Staat te ontvangen. Men begon met een kas van ongeveer /'IIÖO. Menschehjk gerekend, ondernam men jets dat mislukken moest. Maar het geloof rekent met andere factoren dató bloote cijfers.

Hadden tot hiertoe niet alle gemeenten bijdragen voor de gemeenschappelijke kas gegeven, op 1 Januari 1842 werd een algemeene kas gesticht, waaraan alle gemeenten regelmatig hadden te betalen. Uit deze kas moesten de predikanten hun tractement, de hulppredikers hun ezoldiging, de onderwijzers ondersteuning en in het algemeen de Kerken wal zij voor haar leven noodig hadden, ontvangen. Het ging naar het woord : .draagt elkanders lasten*. De sterkere gtmeenten moesten de zwakkere kerken helpen. Elke gemeente behoorde te berekenen wat zij k voor haar eigen behoefte noodig had, om dan te kunnen vaststellen wat aan de algemeene kas kon worden afgestaan. Elk gemeentehd, dat zelf w verdiende en niet onderhouden worden moest, behoorde eene bijdrage voor de kerk te geven, en wel tot een bedrag dat hij zelf te bepalen b had. Op de Synode van 1841 werd het predi-d kantstractement voor de gehuwde predikanten m op 300 thalers en voor ongehuwde op 200 a thalers gesteld. Daarbij kwamen dan nog 'de collecten bij het Avondmaal, op de drie Christe­ d jke feesten en op de herdenking der reformatie, h en de van ouds gebruikehjke Nieuwjaarsgaven, ie alle voor de predikanten waren.

Engeland. Prohibition meer dan oitaandeorde.

Het is te denken, dat men in Engeland door e tijdingen die van het Westelijk oorlogsterrein wamen, ongerust geworden is. Alle hoop is uit offelijk oogpunt gevestigd op Noord-Amerika. andaar moeten de mannen komen, vandaar erwacht men het voedsel en het geld dat noodig s om den oorlog voort te «etten en tot een egevierend eind te brengen. Maar nu wordt het n Christehjke bladen openUjk uitgesproken, dat e Amerikaansche vriendschap vooi Engeland p het punt staat van verbroken te worden, oordat Engeland voortgaat het verstrekte Ameikaansche voedsel te misbruiken tot het fabrieeren van bier en andere alcohohsche dranken. r is in het Vereenigde Koniakrijk gedurende 1917 meer voor alcoholische dranken dan ooit te oren uitgegeven. Dr. C. M. Sheldon heeft twee aanden in Engeland doorgebracht om een eheel-onthoudingscampagne te houden. Hij eerde naar Amerika terug en schreef daarna in The Congregationalist and Advance een artikel

waarin hij betoogde, dat Engeland door het bier overheerscht wordt, dat de brouwers nog in het gestoelte der machtigen zitten, dat de drankhandel in het verloopen jaar meer geld"gemaakt heeft dan ooit te voren. Hij zag dronken mannen in elk van de vijftig steden die hij bezocht. Hij zag mannen in Khaki die uit een herberg te Liverpool geworpen werden, zoodat andere soldaten een weg konden banen om er meer in te laten! Het tafereel dat de bekende schrijver van .In His Stips" van Engeland ophing, is droevig. Maar men moet ui Engeland erkennen, dat de Amerikaansche schrijver een getrouw getuige is. En het resultaat van zijne bevindingen is, dat de drankquaestie den band der Anglo-Amerikaansche vriendschap zal spannen tot brekens toe.

Amerika is wel staat na staat .droog" geworden, voor zoover dit zijn soldaten betreft. Het is - een Amerikaansche soldaat verboden drank te gebrtiiken ; het is verboden hem drank te verschaffen. Amerikaanschen soldaten worden naar Frankrijk gevoerd in schepen, waarop geen drank wordt gevonden. Maar als zij aan het front komen, zegt Dr. Sheldon, worden zij niet beschermd tegen den Engelschen brouwer. De oorlog zal wel worden voortgezet, maar de vriendschap zal niet geholpen hebben de eindoverwinning te behalen.

Er werden in Engeland in 1917 twaalf en een half milhoen vaten (barrels) alcoholische dranken verbruikt. Men beschuldigt Engeland dat het het voedsel, dat met groote opoffering uit*Amerika gezonden wordt, misbruikt. Dr. Cannon schreef: .waarom zouden wij in Amerika vleeschlooze en kroodlooze dagen hebben om het naar Enge-. land te zenden, wanneer gij, Engelschen, voortgaat aooveel daarvan om te zetten in alcohohschen drank, waarvan Engelands eerste minister verklaart dat het grooter vijand is dan'Duitschland of Oostenrijk!”

Dezelfde Dr. Cannon, voorzitter van de Anti-Saloon Movement of America, heeft zich afgevraagd waarom Engeland niet het fabriceeren van alcohohsche dranken gedurende den oorlog verbiedt. En men heeft hem het volgende geantwoord: de regeering ontziet de opinie der werkende klasse, welke meent dat de menschen die aan schélpswerven, ijzergieterijen en munitiefabrieken werken, het bier niet kunnen missen; dat geheel-onthouding aUèen gedreven wordt door de middenklassen en dat de proletariërs, als zij worden genoodzaakt zich te onthouden van het gebruik van alcoholische dranken, dit zullen opvatten als iets dat hun opgelegd wordt door een tyrannieke bourgeoisie.

Of dit echter werkehjk zoo is, moet nog bewezen worden, doch nu de nood van het Engelsche volk zoo hoog gestegen is, treedt de drankquaestie een andere phase in. Het is geraden de Amerikanen te vriend te houden; zonder nieuwe hulp kan de overwinning niet behaald worden. Aldus lazen wij in een Engelsch Christehjk blad, waarin tevens werd uitgespioken dat het teleurgesteld was, doordat de jongste vergadering van de National Council of the Evangelical Free Churches niet met meer kracht voor het alcoholverbod is opgetreden. Men deed naar aanleiding daarvan de vraag, of de regeering soms een wenk gegeven had om geen groote demonstratie ten gunste van alcoholverbod te doen plaats hebben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 april 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 april 1918

De Heraut | 4 Pagina's