Uit de Pers.

Nu in deze tijden zooveel leed gedragen wordt, heeft onderstaand gedicht van Mej.H. S. S. K., dat we uit Timotheus overnemen, ook voor wijder kring beteekenis:

LANGS DEN LIJDENSWEG.

O, weer van mij gedachten, Die boos en bitter zijn, En leer mij stille wachten, ^ Ook in de felste pijn.

Op U, die hebt verordend Uit groot en iwaar verdriet. Al zien mijn weenend' oogen De wijze reden niet

Mijn Heiland heeft geleden Het bitterst denkbajr leed, Met al de smaad eii-Jcuanue Van mijne schuld bekleed.

En Hij, Hij heeft gezwegen Op spot en vuigen hoon. En Hij, Hij heeft verdragen Tot spog en doornenkroon.

En Hij, Hij heeft gebeden Voor wie Hem zoo misdeed; ? In lijdzaamheid en liefde, ' Nog grooter dan Zijn leed.

En Hij toch leed onschuldig, Ja, als Gods offerlam. Dat weg der weffeld zonde En ook mijn zonde nam.

En ik zou durven klagen. Als ik iets lijden moet. Waarmee ik nog geen enk'le Van al mijn zonden boet? ,

O God, wil mij vergeven Dat ik niet lijden kan. En telkens weer dat Voorbeeld Uit mijn gedachten ban.

En leer mij toch te lijden. Om Christus' wil bereid. En uit mijn lijden leeren Als Hij: gehoorzaamheid.

Dan zal ’k U eenmaal danken < Voor wat Gij voor mij deedt Door middel van dit lijden, — Voor 't voorrecht van dit leed.

Juni 1918.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen