GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

EN DAN?

De koning van Epirus, Vorst Pyrrhus, jong en fier. Zat met zijn-vriend en raadsheer Aan d'oever der rivier.

Toen sprak de jonge koning: sMijn beeld zie 'k in dien vloed: Steeds wordt hij voortgedreven; Alzoo mijn lust en moed.

Ik wil de wereld winnen. Haar winnen met mijn zwaard. 'k Neem eerst het schoon Thessaalje; Voorwaar een zege waard.

En dan? * loo vroeg de raadsheer. > Dan wend ik mij naar 't Zuid, Naar 't land der oude Grieken, En keer met roem en buit.

En dan? vroeg weer de raadsheer. »Dan ga ik over zee Sicilië bekampen En voer zijn schatten mee.

En dan? « vroeg weer de raadsheer. »Dan val ik Romen aan: Hoe sterk, hoe groot, hoe machtig Voor mij zal 't niet bestaan.

En dan ? c vroeg weer 'de raadsheer, f Dan komt Karthago'» dag. 't Zal vallen voor mijn strijders, Hoe trotsch het wezen mag.

En dan ? ” »Dan ga ik rusten, Genieten, stil en blij. Van ongestoorden vrede, In heel mijn heerschappij.

»’k Zal zorgenvrij dan leven, Gelijk mijn hart begeert. Ik zal gelukkig wezen, Door volk en buur geëerd.

Heer koning", sprak de raadsheer, »Kan 't niet reeds nu zoo zijn f Daarvoor is toch Epirus, Voorzeker niet te klem.

Waartoe ten strijd getogen, En de aard in vlam gezet? Smaak hier en nu reeds 't goede. Geen die het u belet.

De vorst gaf op die woorden niet dadelijk [bescheid, Ras heeft de woeling van het leven, Den goeden raad hem uit het hoofd [verdreven. Hij ging ten strijd, won roem, werd groot, Maar vond straks in den strijd den dood.

De Leeuw.

Êen Indisch vorst raakte eens in gesprek met een der wijzen van zijn land. Ia den loop van het gesprek merkte deze op, dat God alle dingen heeft bepaald en hen uitvoert naar Zijn raad en wil.

Dit kon de vorst niet gelooven. Hij meende, dat vele dingen van tijd en toeval afhangen, en Gods bestuur daarover niet gaat, zoodat eigenlijk de mensch zelf beslist hoe zijn lot wezen zal.

Gij bedriegt u" speak de wijze, en om dat aan te toonen verhaalde hij het volgende: Zeker vorst, Nirwan geheeten, had een eenigen zoon, dien hij teer beminde. Op zekeren dag kwam tot hem een ziener of profeet, die zeide:

Gij zijt gelukkig in uw zoon. Maar weet, dat hij jong door een leeuw zal omkomen." De vader verschrikte, en nam zich voor zijn zoon buiten alle bereik van wilde dieren te laten. Zoo deed hij ook. Het kind 'groeide binnenshuis op, en toen hij grooter werd, was hem vooral de jacht strikt verboden.

Dit verdroot den jongen man zeer. Op een dag liep hij door een zaal van het paleis, waarvan de wanden waren behangen met tapijten, op welke een leeuwenjacht was afgebeeld. ïVerwenscht dier!" riep de prins „Gij zijt de oorzaak dat ik niet jagen mag.”

Meteen sloeg hij met gebalde vuist naar een leeuw op het tapijt. Doch eensklaps gaf hij een gil. Een pen waarmee het tapijt vast zat, was diep in zijn vleesch gedrongen.

Hevig bloedend werd hij door knechten opgenomen en op zijn bed gelegd. Helaas, de wond was doodelijk, en weldra gaf de beminde jongman den geest.

Zoo was toch de voorspelling naar Gods be--stel vervul^. Dit is eai* verhaal uit de heidenwereld. Toch kan het oü» nog wel iets leeren.

De buisklok.

Een Duitsche edelman, die vóór twee eeuwen leefde, had aan een vriend die in Friesland woonde een gewichtigen dienst bewezen..

Uit dankbaarheid vereerde de Fries den edelman een fraaie klok. Deze wees niet alleen de uren en minuten aan, maar ook den stand der maan, de maanden, den dag en nog meer. Bovendien was zij versierd met figuren van menschen en scheepjes, die allerlei bewegingen maakten. Met groote blijdschap aanvaardde de Dnitscher dit geschenk.

Maar na een poos ontving de Fries een brief, waarin onder anderen stond: *" »Het spijt mij maar uw prachtig geschenk is meer mooi dan nuttig. De klok wijst alles en allerlei. Maar ongelukkig kan men op niets staat maken. Nu eens is dit, dan dat niet goed, en het voornaamste, de uren en minuten, - zijn soms geheel mis.

Ik heb den klokkemaker verzocht het in orde te brengen. Maar na onderzoek zei hij: dat gaat niet. Er zit te veel in. Het is te: ingewikkeld. Het uurwerk heeft te veel te doen, en doet daarom zijn werk slecht * j| De Fries begreep dat zijn vriend gelijk had, en zond hem toen een eenvoudig klokje, dat nauwkeurig liep. Maar zijn niet sommige menschen en kinderen aan het fraaie uurwerk gelijk?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 september 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 september 1918

De Heraut | 4 Pagina's