GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Christelijke Kerk heeft

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Christelijke Kerk heeft

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 18 April 1919.

De Christelijke Kerk heeft het zeldzame voorrecht, dat haar hoogtij feesten samenvallen met de wonderbare verandering, die telken jare het leven der natuur ons weer te aanschouwen geeft. Dat al het aardsche slechts een gelijkenis is, gelijk Goethe zong, van het geestelijke komt daardoor tot treffende uiting. De overeenkomst van wat in het leven der natuur om ons heen ons tot blijden jubel roept en wat in haar kerkelijke feesten de Christelijke Kerk op deze vierdagen gedenkt als de hoogtepunten van het werk der verlossing predikt ons als in heilige symboliek de eenheid, die er tusschen Schepping en Herschepping, natuur n genade bestaat.

Zoo valt ons Kerstfeest, dat ons verkonigt, hoe de Opgang uit de Hoogte verscheen is en het licht van Gods Genade is opgeaan voor degenen, die in de schaduw des oodc gfOzotoïa - ^vtxarany caa*M ma-t l»ot £000^ er zonnewende in de natuur, wanneer na e donkere dagen, waarin het licht al meer nkrimpt, en de duisternis over de aarde zich egerde, eindelijk de zon weer haar glorieuse oopbaan hervat en glansen van nieuw licht aar de aarde uitstraalt.

Zoo valt ons Paaschfeest, dat ons de Optanding van den I.evensvorst uit dé groeve les doods predikt en daarmede de verbreking an de macht des doods over alle creatuur, aam met het lentefeest der natuur, waneer na den langen winterslaap alles om ons een w^eer te herleven schijnt, de bloemen eer op de velden worden gezien, de vogels un lentelied laten hooren en een ritseling an nieuw leven door de oude aarde heenvaart.

En zoo valt ook ons Pinksterfeest, dat ons e uitstorting des He-iligen Geestes en de tichting van Christus' Kerk verkondigt oor de toebrenging der eerstelingen uit de ockp en Heidenen, saam met het feit der erstelingen in de natuur, wanneer de kkers, waar het graan groeide en wies, ons e eerstelingen van den oogst bieden, proetie van wat straks in den vollen zomer aan eldvrucht den niensch zal geschonken woren. En is het niet alsof'in die eerstelingen an den akker daarbuiten in beeld ons voor ogen wordt gesteld, wat rijkdom aan genade e akker voortbrengen zal, die door Chrisus' bloed bedauwd werd en door Zijn Heilien Geest vruchtbaar is geworden?

Is dit zoo op elk Christelijk feest, zoo is r te meer oorzaak, om ook op dit ons heerijke Paaschfeest weder die sprake der natuur e verstaan en daaruit nieuwe hope te schepen voor het leven der wereld om ons heen. r is, het behoeft wel nauwelijks gezegd te orden voor wie den blik wendt naar de voleren van Europa, niet anders dan stof tot lagen. Het is alsof het graf der menschheid egraven wordt en de ontbindende machten an den dood zich van alle volkeren hebben eester gemaakt. Nog erger dan tijdens den orlog, tóén de volkeren elkander zoo bloedig evochten, is de ellende geworden, nu de evolutiegeest de schrikkelijkste hartstochen ontketend heeft, het volk in waanzinige Woede al wat hoog is vertrapt en alle anden van zedelijkheid en recht verbroken ijn. Er is geen enkele lichtstraal van hoop, ie meer in deze ellende schijnt door te drinen; elke dag brengt nieuwe jammeren mede: ongersnood en krankte decimeeren de beolkingen. W^at zegt het niet, dat in een land ls Roemenië geen kind beneden - de twaalf aar meer in leven is gebleven; dat in Servië uizenden en duizenden kinderen rondlooen, die geen ouders meer hebben. En wie an met droge oogen lezen de jammerveralen, die uit Duitschland en Oostenrijkongarije tot ons komen, om nu van de elende in Rusland niet eens te gewagen, waar et Bolsjewisme zijn orgiën van bloeddorst n wellust viert.

Zoo schijnt het alsof Europa allengs voor en ondergang gereed is en de nacht dés oods voor goed over ons werelddeel zal da­ len. Maar hoe sc4er, hoe ontmoedigend, hoe schier tot wïioop voerend deze aanblik ook moge zijr|iet hart wordt weer getroost, wanneer ht|om zich heen weer het wonder ziet geb^en, dat op elk lentefeest zich herhaal en toch altoos nieuw blijft, als na deriangen doodsslaap van den winter de nhiur weer opwaakt en herleeft, het zo|elicht, al schitterender en warmer fcworden, de nevelen en wolken wegjaagln de aarde weer vruchtbaar maakt. Uit fi zoo doodschen akker schiet aan alle kanli het nieuwe leven weer op. Aan de boomtlken zwellen de knoppen en barsten weer opk om straks met een weelde van frisch lentefoen het oog te bekoren. En waar zoo de |tuur haar levenskracht toont, rijst de hop^-eer in het hart, dat ook voor de volkeren, |ia de doodsworsteling, waarin zij verkeerl, weer een nieuw leven doorbreken zal, wlrin de bloesems der gerechtigheid weer lllen gezien worden en het lied der liefde (|] zang van den haat vervangen zal.

Alleen verwachMmen die hergeboorte van het doodkranke menschdom niet vari de regeneratieve krac ten, die in het menschelijk hart zelf sch len. Zonder de zonnewarmte en het zineljcht zou geen lentefeest voor de aardlaanbreken. En. zoo is er ook geen nieuwe Intkieming en opwaking van het geestelijk pen mogelijk zonder de Zonne der gerech gheid. Van het wederopstandingsfeest er natuur gaat daarom een sprake uit tot et ijienschelijk hart, niet om te hopen of e vertrouwen op eigen kracht, maar om h : n te wijzen naar Hem, die op zijn opstanding feest ook tot de volkeren en natiën spreekt: !k ben de Opstanding en het leven. Die in ij gelooft, aal leven, ook al ware hij gestoren.

De bede rijst d; irom op ons Paaschfeest naar God den H< re, dat Hij de volkeren weer taot die Chri tus leiden moge. De diepste oorzaak van al Ie ellende en jammer ligt niet in de heerschucht der natiën of den revolutiegeest der olkeren, maar in den afval van Christus h. van Zijn Woord. Wat valt van-God moet^vallen, dat in de les, die de historie van on; ; n tijd ons leert. En het ergste is, dat in pljlats van deze les te verstaan en daarom tbt God weder te keeren, de haat tegen ChriSus' Kerk nog veel groóter is geworden, de Christenen om hun geloof worden vervolgd eij de naam van God wordt gelasterd.

Zoo is Christus in 't midden der volkeren gesteld tot een \A en tot een opstanding. Elk geslacht, dat weer komt, heeft voor ol tegen Hem te kieipn, en naar deze keuze uitvalt, wordt Hij het tot een vloek of tot een zegen. Maar of ze Hem als Koning huldigen, dan wel verwerpen. Hij blijft de onveranderlijke en eeuwig Levende, terwijl de geslachten en volkeren voorbij gaan en in het niet verdwijnen.

Alleen wat aan Hem zich vastklemt, heeft het eeuwige Leven, Te midden van de wateren des doods rijst hij op als de Rots der behoudenis. Moge daarom in deze diep ernstige tijden ons voik, onze Kerken, ons eigcu hart zich te vaster aan dien levenden Christus verbinden. Dan, maar ook dan alleen kan rustig de toekomst worden afgewacht. Het lentefeest der eeuwige verlossing breekt eens ook voor ons aan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 april 1919

De Heraut | 4 Pagina's

De Christelijke Kerk heeft

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 april 1919

De Heraut | 4 Pagina's