GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Met den zomer nadert

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met den zomer nadert

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 9 Mei 1919.

Met den zomer nadert ook het tijdstip weder, waarop de particuliere Synodes in de verschillende provincies van ons vader­ land plegen saam te komen. Vooral ditmaal zullen deze particuliere Synodes van belang wezen. Want al is hun samenkomst nog niet de laatste die aan de Generale Synode, die in 1920 te wachten staat, voorafgaat, toch zal het goed wezen, dat de Kerken reeds nu op deze Generale Synode de aandacht gevestigd houden en bijtijds zich afvragen, welk werkprogram voor deze Synode zal opgesteld worden. Niet de Generale Synode zelf toch stelt dit werkprogram vast, maar uit den boezem der Kerken moet dit werkprogram opkomen. En hoe vroeger dit werkprogram bekend wordt, hoeveel meer tijd er is om aandacht aan dit program te geven en zich een voorloopig oordeel daarover te vestigen. Een Generale Synode moet niet als bestuursmacht boven de Kerken staan, maar haar wortelen diep in het kerkelijk leven zelf hebben. Ze moet uitspreken en vaststellen, wat in het hart der Kerken zelf leeft.

Natuurlijk wordt dit niet bedoeld in dien zin, alsof de Kerken aan de afgevaardigden ter Generale Synode een mandat impératif zouden moeten meegeven, zoodat deze afgevaardigden slechts zoo te stemmen zouden hebben als hun committenten hun in last gaven. Reeds op zich zelf zou dit een onmogelijkheid wezen, omdat op het agendum eener Generale Synode tal van zaken voorkomen, bijv. tuchtquaesties en geschillen, bijzondere regelingen voor den arbeid der Zending, de School der Kerken enz., waarover het onmogelijk is, dat elke Kerk vooraf een oordeel zou kunnen vormen. Bovendien zou dan heel het saamkomen van een Generale Synode overbodig worden, want zulk een Synode diert om door onderlinge discussie tot rijpheid van inzicht te komen, hoe men ten slotte beslissen zal, en wanneer de afgevaardigden reeds bij voorbaat door hun lastbrief bij het uitbrengen van-hun stem gebonden waren, zou geen argument, hoe bondig ook, op hun stem invloed kunnen uitoefenen. Men zou dan heel de moeite en kosten van zulk een Generale Synode kunnen vermijden en eenvoudig een bureau kunnen benoemen, dat de quaesties aan de verschillende Kerken ter beoordeeling toezond, de antwoorden of besluiten in ontvangst nam en dan, na de stemmen geteld te hebben, de beslissing vaststelde en aan de Kerken meedeelde. Al kunnen er gevallen zich voordoen, die van zoo vitaal belang voor de Kerken zijn, dat deze aan hun afgevaardigden ter Generale Synode in last geven, dat zij alleen dan tot een besluit mogen medewerken, 'wanneer dit besluit overeenstemt met de opracht, die hun gegeven werd, zooals dit ijv. geschied is door meer dan een partiuKere Synode toen de zaak der Remontranten op de Synode te Dordt zou ehandeld worden, toch zijn zulke gevallen ltoos uitzondering en behoort als regel e gelden, dat degenen, die afgevaardigd orden ter Generale Synode, vrij moeten lijven, hoe zij ten slotte hun stem zullen uitbrengen.

Maar hoezeer we dit op den voorgrond tellen, om de vrije beslissing onzer Generale ynode te handhaven, even beslist dient e worden uitgesproken, dat de Generale ynode, juist omdat zij de Kerken veregenwoordigt, heeft rekening te houden et wat in den boezem der Kerken omaat. Een Generale Synode stelt niet zelf aar agendum of werkprogram vast, maar et zijn de Kerken, die door de ingezonden ravamina bepalen, welken arbeid de Synode e verrichten zal hebben. Elk onderwerp, at op de Synode behandeld worden zal, oet daarom door de Kerken zelf op haar agendum gebracht worden. De Synode mag deze punten rangschikken en ordenen, maar zij kan er niet zelf nieuwe punten aan toevoegen. Al zou de Synode er van overtuigd wezen, dat een bepaalde zaak behandeld moet worden, — wanneer de Kerken zelf deze zaak niet op het agendum der Synode hadden gebracht, zou de Synode er niet over kunnen handelen. Het zijn de Kerken zelf, die het dus in haar macht hebben, het agendum van zulk een Synode rijk of arm te maken. Zij bepalen den arbeid, dien de Synode zal te verrichten hebben.

Reeds hierop mag wel met ernst de aandacht gevestigd worden, omdat dit zoo licht vergeten wordt. Men weet dan en leest in de pers, dat er allerlei quaesties aan de orde zijn. Men gevoelt ook, hoe belangrijk deze quaesties voor de Kerken in het gemeen zijn. Men veronderstelt, dat de Generale Synode wel van zelf, nu deze vraagstukken ampel en breed in de pers besproken zijn, daarop zal ingaan. En men vergeet, dat wanneer de Kerkeraden zelf deze vraagstukken niet aan de orde stellen en desaangaande voorstellen doorzenden naar de Classis, en de Classis naar de Particuliere Synode, en de Particuliere Synode naar de Generale Synode, de Generale Synode zulk een vraagstuk niet op haar agendum vindt en dus er ook niet over ihandelen kan. Op een Generale Synode zelf kan geen lid, ' wanneer hij daartoe niet door de Kerken, die hem afvaardigden, gemachtigd is, zulk een vraagstuk aan de orde stellen. In een gewone vergadering kan dit wel, omdat daar de leden der vergadering als personen bijeenkomen en elk lid het recht heeft voorstellen te doen. Maar op een Generale Synode konlen niet personen, maar afgevaardigden der Kerken, en moeten deze Kerken, dié hen afvaardigen, zelf hun in last geven om een voorstel te doen. Het karakter van de Generale Synode, dat zij een samenkomst, van Kerken door middel van hare afgevaardigden is, brengt dit vanzelf mede. Het is reeds daarom noodig, dat de Kerken bijtijds, wanneer een Generale Synode zal saamkomen, zich afvragen, welken arbeid deze Synode zal te verrichten hebben. Het is een teeken van krachtig kerkelijk leven, wanneer de Kerken zorg dragen, dat de Generale Synode een rijke werktaak voor zich vindt. Een Generale Synode, die niet anders te doen krijgt, dan enkele administratieve regelingen te maken en verschillende tuchtgevallen heeft op te lossen, is een bewijs van geestelijke armoede der Kerken. Onze beroemdste Synodes, zoowel die in de 16e en 17e eeuw zijn gehouden als van de jaren, die achterons liggen, danken juistdaaraan hun hoog belang, dat de Kerken voor een degelijk agendum hadden gezorgd.

En van niet minder belang is het, dat de groote vraagstukken, waarom het gaan zal, niet eerst ter elfder ure op het Synodaal agendum worden geplaatst, maar reeds bijtijds aan de Kerken bekend worden gemaakt. Geschiedt dit eerst op de laatste Particuliere Synode vóór de Generale Synode, dan ontbreekt de gelegenheid aan de andere Kerken om dit vraagstuk te bespreken en hunne afgevaardigden met een instructie over dit vraagstuk naar de Generale Synode te zenden. Onze Generale Synodes houden — en volkomen terecht — er rekening mede, of een voorstel slechts van een enkele Kerk, Classis of Particuliere Synode inkomt, dan wel een uitgesproken wensch is van de Kerken in 't gemeen en door de verschüLnde Particuliere Synoden ter Synodale tafel gebracht wordt. Ook de wijze, waarop in de instructies de Kerken zelf zich uitspreken over de wijze waarop zulk eec vraagstuk opgelost dient te worden, heeft^ al is de Generale Synode daaraan formeel niet gebonden, toch op hare beslissing grooten invloed. Hoe meer in de Kerken zelf zich een communis opinio over zulk een vraagstuk gevormd heeft, en hoe krachtiger die gemeenschappelijke overtuiging zich uit in de besluiten van Kerkeraden, , Classis en Particuliere Synoden, hoe gemakkelijker de taak der Generale Synode zal wezen. Ze zal vooral wanneer het diep, ingrijpende vraagstukken geldt, dan weten, dat hare beslissing door het gemeene gevbelen der Kerken gedragen wordt, en haar besluit zal niet van boven af aan de Kerken worden opgelegd, maar door de Kerken zelf worden beaamd en goedgekeurd.

De beide Generale Synodes die gedurende den oorlogstijd werden gehouden, stonden eenigermate onder den algemeenen druk der tijden. In 1914, toen de Synode te 's-Gravephage 'saamkwam, • was de oorlog pas begonnen, was de onzekerheid, hoe het met ons land gaan zou, nog zeer groot en haastte men zich om den arbeid te voleindigen. Was het agendum van deze Synode nog rijk te noemen, omdat de Kerken de gravamina hadden opgesteld, toen niemand aan den komenden oorlog dacht, de volgende Synode te Rotterdam gehouden toonde maar al te duidelijk, hoe de oorlogstoestand aller harten in beslag nam. De komende Generale Synode zal, naar we hopen, saamkomen in gunstiger condities, want de vrede zal dan wel hersteld en Europa tot rust weergekeerd zijn. De sociale en economische moeilij khe^^en zullen dan ook niet meer nopen om den t ^ur der Synode zoo kort mogelijk te maken. Er zal dus tijd en gelegenheid wezen om de ernstige vraagstukken van ons kerkelijk leven, die steeds dringender om oplossing vragen, rustig te behandelen. Maar laten de Kerken zelf dan zorgen, dat deze vraagstukken op het Synodaal agendum worden geplaatst. Eerst dan kan de Generale Synode er een uitspraak over doen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 mei 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Met den zomer nadert

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 mei 1919

De Heraut | 4 Pagina's