GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 172

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 172

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

weerwerk

Een vijfde hoogleraar? Op 17 februari 1934 stelde directeur J. Schouten de vraag in hoeverre de Faculteit der Godgeleerdheid geacht kon worden voldoende te zijn toegerust. Aanleiding was waarschijnlijk het gerucht dat de Kamper studenten beter op de praktijk werden voorbereid dan hun Amsterdamse collegae en daarom gemakkelijker een beroep kregen. Curator De Vries had hierover op 20 oktober 1933 op een bijeenkomst van studenten enkele opmerkingen gemaakt en had dit naderhand in een brief aan Hepp met cijfers onderbouwd.19 Directeuren, die op 17 februari wellicht nog niet de brief van De Vries, maar wel het gerucht kenden, besloten om die reden de decaan van de theologische faculteit uit te nodigen om hierover van gedachten te wisselen ‘op grond van de finantieële toekomst van de vu’.20 Met andere woorden: moest er rekening worden gehouden met de benoeming van een extra hoogleraar? Grosheide, de volgende vergadering aanwezig, meldde directeuren dat het de faculteit bekend was dat er klachten waren over de ethiek en de praktische vakken.21 Zij was echter van mening dat uitbreiding van het corpus docentium niet nodig was. Verder viel er geen structurele reden aan te wijzen voor het feit dat Kamper studenten gemakkelijker een beroep kregen dan de afgestudeerden van de vu. In het kader daarvan legde hij een en ander uit over het preekcollege, de homiletiek en de exegese. Blijkbaar wilde hij duidelijk maken dat de studenten juist goed op hun toekomst werden voorbereid. Daarmee nam hij het op voor zijn collega Aalders. Deputaten hadden zich namelijk regelmatig genoodzaakt gezien met hem in gesprek te gaan vanwege de vele klachten over de homiletische vaardigheden van de vu-alumni. Nu waren de zorgen daarover ook bij de vu-bestuurders aangeland. Moest er niet wat gebeuren? Grosheide echter hield voet bij stuk. De studenten van de vu werden uitstekend voorbereid op het kanselwerk. Toch was daarmee de zaak niet afgedaan. President-directeur H. Colijn had de gegevens van De Vries opgevraagd en toegezonden gekregen.22 Blijkbaar was de gedachte geopperd om Aalders te ontheffen van de ambtelijke vakken, want De Vries meldde hem bij die gelegenheid dat er geen reglementaire mogelijkheid was een hoogleraar zijn leeropdracht af te nemen. Dat weerhield Colijn er niet van zijn mededirecteuren per brief voor te houden: ‘Men zal hieraan iets moeten

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 171

171

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 172

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's