125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 46
de opzet van de studie
rector Kuyper gewend met de vraag langs welke weg zijn leerlingen toegang tot de vu konden verkrijgen.61 Van Lingen, sedert zijn studententijd te Leiden met Kuyper bevriend, stond aanvankelijk evenals deze onder invloed van de moderne J. H. Scholten, maar beleefde in zijn eerste gemeente een bekering naar de gereformeerde orthodoxie. Vanaf die tijd was hij een bekend ijveraar voor kerkherstel. Tijdens zijn predikantschap te Zetten begon hij enkele jongelui thuis voor te bereiden op de universiteit. Daaruit ontstond in 1864 het eerste vrije gymnasium in Nederland.62 Zijn leerlingen trokken aanvankelijk vooral naar Utrecht, maar omdat Van Lingen gegrepen was door de idealen van Kuyper, wendde hij zich tot de Vrije Universiteit. In zijn brief wees Van Lingen erop dat zijn vijfjarige gymnasiumopleiding met het begin van de nieuwe cursus een zesjarige zou worden en daarmee zou deze voldoen aan de eisen die de Wet op het Hoger Onderwijs van 1876 aan de gymnasia stelde. Met ingang van 1876 waren de gymnasia namelijk verplicht een zesjarige opleiding te verzorgen, waarbij de overheid toezicht hield op de eindexamens. In feite was de universitaire propedeuse aan het gymnasium toegevoegd. Daarom gaf een diploma van zo’n zesjarig gymnasium rechtstreeks toegang tot de rijksuniversiteiten.63 Van Lingen, die in het afgelegen Zetten soms moeilijk aan bekwame leerkrachten kon komen, had daaraan nog niet kunnen voldoen, maar was er blijkbaar zeker van dat dat met ingang van de jaargang 1881-1882 wel mogelijk zou zijn. Zijn examens werden echter door de overheid niet erkend. Hij wees daarom op de mogelijkheid dat de vu afgevaardigden naar de examens zou zenden, die daar dezelfde rol zouden vervullen als de rijksgecommitteerden bij de gemeente-gymnasia. Er was dus alle reden om zich te buigen over de verdere inrichting van de studie. Dat gebeurde op de senaatsvergadering van 4 februari 1881. Van Lingen, door Kuyper uitgenodigd de vergadering bij te wonen, liet zich vertegenwoordigen door De Hartog, lid van het curatorium van de vu én van het curatorium van Zetten (1878-1895). Deze wilde de zaak echter liever nog niet behandelen en stelde voor een commissie te benoemen. Van Lingen had volgens hem toezeggingen gedaan over een zesjarige cursus waarover nog geen beslissingen door curatoren waren genomen.64
Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 45
45
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's