125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 222

de studenten en hun opleiding

Vlak na de bevrijding ontving de Faculteit der Godgeleerdheid een brief van de theologische faculteitsvereniging, waarin deze een ingrijpende reorganisatie van de studie voorstelde.2 Uit het begeleidende schrijven blijkt dat vu-alumnus D. C. Mulder het plan had geopperd om een nieuwe studieopzet uit te denken. In hoeverre deze latere hoogleraar zelf daaraan heeft bijgedragen, is niet helemaal duidelijk. Maar het bestuur van de vereniging was aan het werk getogen, daarin begeleid door een ‘commissie van advies’ die bestond uit de predikanten G. Brillenburg Wurth en J. L. Koole.3 Begin juni 1945 had het bestuur het plan aan de mede-studenten toegezonden en op 26 juni hadden de studenten met elkaar van gedachten gewisseld over de voorgestelde studieopzet. Deze werd alom met instemming begroet. Vervolgens was het plan met een begeleidende brief aan de faculteit aangeboden. Kenmerken van deze studieopzet waren de invoering van zogenaamde ‘jaarklassen’, dat wil zeggen dat de tweede-, derde- en vierdejaars niet langer hetzelfde college zouden volgen; een grotere nadruk op de ambtelijke vakken; meer nadruk op de zelfwerkzaamheid der studenten (responsie-colleges) en concentratie van de college-uren. In een toelichting werden deze punten nader uitgewerkt, er werd een indeling van de studie opgesteld en er werd een collegerooster samengesteld. Het plan werd pas een jaar later (officieel) besproken.4 Enkele studenten waren daartoe ter vergadering aanwezig. Hun werd meegedeeld dat de faculteit zich reeds bezonnen had op de studieopzet voordat de studenten hun plan hadden ingediend. Besloten was toen dat de colleges homiletiek zouden worden afgewisseld met liturgiek en de colleges catechetiek met die van poimeniek.5 Daarbij kwam nog dat er onoverkomelijke bezwaren leefden tegen de studieopzet der studenten. Indien die gevolgd zou worden, zou de collegedruk nog groter worden en bovendien zouden de voornaamste colleges niet zo langdurig gevolgd worden als noodzakelijk geacht werd. En tenslotte was de faculteit gebleken dat de waardering voor het plan onder de studenten in de loop der tijd was afgenomen. Daarmee was het plan der studenten van tafel. Aan het kernpunt van de bezwaren werd voorbijgegaan: de studie deed volstrekt geen recht aan de studenten. Het ging om wat hun vanwege de hoogleraren werd meegedeeld, zij zelf bleven geheel buiten beschouwing.

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 221

221

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen