GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 282

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 282

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

nieuw zicht op de evangeliën

Van de andere collegae die zich openlijk en in geschrifte uitspraken had Nauta grote bezwaren tegen het boekje van Baarda. ‘Als er sprake is van iets dat historisch niet betrouwbaar is’, aldus Nauta, ‘dan is dit onbetrouwbaar en kan hierin bezwaarlijk in een ander opzicht als van betrouwbaarheid worden gewaagd’.68 Met andere woorden: als de verhalen over Jezus historisch gezien onbetrouwbaar zijn, is er geen reden Jezus Christus te vertrouwen. 281 Ook uit de kerken werd gereageerd. De eersten die dat deden waren de Utrechtse predikanten D.J. Couvée, B. van Oeveren en A. Keyser, die zich in een brief zowel tot deputaten als tot curatoren wendden.69 Ze sloten zich aan bij de artikelen van Ridderbos en verwonderden zich erover dat iemand met deze opvattingen was opgedragen les te geven aan de aanstaande predikanten. Van deputaten verlangden ze dat ‘hun bezwaren zouden worden weggenomen’ en ze wensten op korte termijn antwoord. Het spreekt vanzelf dat deputaten ‘op korte termijn’ met een dergelijk verzoek niet goed uit de voeten konden. Bovendien waren ze het met de bezwaren niet eens en waren ze teleurgesteld dat deze broeders simpelweg naar de artikelen van Ridderbos verwezen. Wel zegden ze toe met Baarda in gesprek te zullen gaan.70 Curatoren, die veel vaker vergaderden dan deputaten, hadden Schippers en D. C. Mulder uitgenodigd om over de brief van Couvée c.s. te overleggen.71 De eerste merkte op dat hij het boek gelezen had en er geen bezwaar tegen had. Hij was bereid het te verdedigen. Ook adviseerden de hoogleraren dat Couvée en de zijnen eerst maar eens met Baarda moesten gaan praten. Dat gesprek vond plaats op 14 september. Het was niet geheel bevredigend verlopen, zo meldde Kruyswijk later. Het gesprek was al te zeer toegespitst geweest op enkele exegetische vraagstukken, en partijen hadden elkaar niet gevonden.72 Afgesproken werd dat Kruyswijk zowel met Baarda als met Couvée c.s. nog een gesprek zou hebben. Op 7 november kon Kruyswijk melden dat er geen reden was voor verdere maatregelen.73 Dat was ook de conclusie van deputaten. Ze schreven op 31 januari 1968 aan Couvée c.s.: ‘Naar de overtuiging van deputaten is bij drs Baarda duidelijk een persoonlijke binding aan de belijdenisgeschriften gebleken’. Dit betekende niet dat deputaten zich zonder meer met zijn beschouwingen wensen te vereenzelvigen, zo werd voor de zekerheid nog gemeld.74 De ontmoetingen met Baarda inspireerden Couvée later tot enke-

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 281

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 282

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's