125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 122

een gereformeerde bul?

voorstel van Fabius werd de faculteit geadviseerd aan Winckel mee te delen dat zij niets had toe te voegen aan het uitgereikte judicium. Ik neem aan dat het concept-antwoord vervolgens verzonden is. Kort daarna is er contact geweest met Winckel. Dat blijkt uit een brief van Winckel aan de faculteit van 6 december 1911, waarin hij terugkwam op een gesprek dat hij en Kuyper kortgeleden hadden gevoerd.129 Nog eenmaal probeerde hij tot een compromis te geraken en zo gerechtelijke stappen te vermijden, ‘daar het toch een stichting geldt die met het Koninkrijk Gods samenhangt.’ Hij was bereid elders zijn theologische studie voort te zetten, zoals Kuyper hem had geadviseerd, ‘maar in minder dan drie semesters zou ik nergens klaar komen’, zo meldde hij. Bij wijze van minnelijke schikking stelde hij voor dat de faculteit de kosten daarvan voor haar rekening zou nemen. Over dit voorstel heb ik niets meer kunnen vinden en blijkens het vervolg is er geen gehoor aan gegeven. Dat vervolg werd bepaald door de stellige houding van Winckel, die dreigde met een gerechtelijk proces.130 Op grond daarvan hebben directeuren, mede op advies van curatoren, grote druk op de faculteit uitgeoefend om alsnog de bul uit te reiken.131 Deze antwoordde Th. Ruys, president-directeur, te zullen voldoen aan dit verzoek, daarbij ‘de verantwoordelijkheid van deze daad, ook in haar gevolgen naar buiten, voor Curatoren en Directeuren latende’.132 Winckel ontving zijn bul, die op 6 november was opgemaakt. Gereformeerd was hij inderdaad niet. Hij werd predikant bij de Bond van Vrij Evangelische Gemeenten en vond aansluiting bij mensen als Johannes de Heer en J. H. Gunning J. Hzn. In 1928 werd hij rector van de theologische school van de Vrije Evangelische gemeenten te Apeldoorn. In 1936 overleed hij.

curiosum Niet alleen de levenswandel van de studenten had een plaats gekregen in het contract, ook die van de hoogleraren. Daarmee hadden deputaten te maken indien een kerk een hoogleraar onder censuur zou stellen of wanneer directeuren een hoogleraar zouden willen schorsen of ontslaan. Het laat zien in welk een verregaande mate de kerk zich van de theologische faculteit had meester gemaakt. Illustratief was het onderzoek dat naar de handel en wandel van H. H. Kuyper werd inge-

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 121

121

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen