125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 269
veranderingen in de schriftleer
nen behouden. Sommige kerkbestuurders beseften echter dat heel de samenleving in een veranderingsproces was terechtgekomen, ook de Gereformeerde Kerken. Dat mocht niet worden afgereageerd op de faculteit of sommige van haar woordvoerders. Zij waren minder dan anderen geneigd op een conflict aan te sturen.
268
h. m. kuitert en de uitbarsting van het kerkelijk conflict 1966/1967 In de laatste paragraaf van het vorige hoofdstuk kwam het antwoord van Baarda op de kritiek van Arntzen aan de orde. Hoewel daarin de onhoudbaarheid van de gereformeerde schriftleer werd betoogd, riep het artikel weinig reactie op.2 Anders was dat toen Kuitert enkele maanden later afstand nam van de traditionele uitleg van Genesis 13. Deputaten zagen zich als gevolg van de reacties daarop gedwongen met hem in gesprek te gaan. Het zou niet bij één gesprek blijven. Een lange rij publicaties getuigt ervan dat Kuitert onbeschroomd zei wat hij meende te moeten zeggen. Hij deed dat zo duidelijk, dat er geen ontkomen aan was. Sommigen hebben die duidelijkheid ervaren als een vorm van provocatie. In ieder geval had Kuitert geen angst voor autoriteiten. Deze houding heeft hem vaak in botsing gebracht met het kerkelijk establishment, want veel van wat hij zei deed nogal wat kerkelijk stof opwaaien.3 Het is overigens nooit tot een officiële veroordeling gekomen. Het feit dat hij nooit in een deputaatschap is gevraagd, heeft hijzelf ervaren als een officieuze veroordeling.4 Na gemeente-predikant te zijn geweest te Scharendijke en studentenpredikant te Amsterdam, werd Kuitert in 1965 benoemd aan de vu. Hij was in 1962 gepromoveerd op een veelgeprezen proefschrift over de antropomorfismen in de bijbel.5 Openbaring is van meet af aan gericht op de mens, zo viel bij Berkouwer te horen. De bijbelse beelden en woorden werden echter gezien als ‘oneigenlijk’. Ze zijn de vrucht van de ‘accomodatie’ Gods, de aanpassing van God aan ons mensen. Kuitert nu betoogde dat de taal van de bijbel niet als oneigenlijk diende te worden beschouwd, maar als het hart van de zaak. Zo dreigde, aldus C. van der Kooi, de openbaring te worden vereenzelvigd met de menselijkheid. ‘Het probleem wordt dan de legitimatie van het menselijk spreken over God. Eerst was het de legitimatie van het men-
Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 268
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's