125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 152

nieuwe benoemingen

op te richten tijdschrift dat bedoeld was als spreekbuis van de jongeren, maar al vroeg ingekapseld werd door meer behoudende krachten in de Gereformeerde Kerken. Hepp heeft in de redactie van dat blad enige jaren een sleutelrol vervuld.111 Het is waarschijnlijk dat de voorstanders van deze benoeming hem om al deze redenen wensten te verbinden aan de Vrije Universiteit. Hij had ongetwijfeld het vertrouwen van het meer conservatieve gedeelte in de kerken en niemand zou hem helder inzicht durven te ontzeggen voor wat zich in de cultuur afspeelde. Zij die hem voorstelden hadden gelijk toen ze hem een bekwaam en gereformeerd theoloog noemden. Maar ook zij die bezwaar hadden, hadden gelijk. In de loop der jaren zou de vervreemding tussen Hepp en de wereld om hem heen steeds verder toenemen en tot een bijna totaal isolement leiden. Zijn persoonlijkheid speelde daarbij een grote rol. Maar de eerste jaren na zijn benoeming was Hepp nog bezig met zijn opgang, een opgang die er toe zou leiden dat hij in 1928 werd uitgenodigd de Stone lectures te Princeton te verzorgen, net als Kuyper en Bavinck voor hem.

J.Waterink Sinds 1920 was er tussen de vu en de vereniging Gereformeerd Schoolverband contact over de aanstelling van een hoogleraar voor de pedagogiek. De suggestie om een dergelijke leerstoel te stichten was van Bavinck afkomstig, maar het Gereformeerd Schoolverband achtte zich niet in staat om deze geheel te financieren. Men vroeg zich derhalve af of een vorm van samenwerking met de vu mogelijk zou zijn. Hierover werd met directeuren overlegd en uiteindelijk is het inderdaad tot een vorm van (financiële) samenwerking gekomen. Het gsv droeg twee kandidaten voor, dr. J. Waterink, predikant te AmsterdamWatergraafsmeer, en dr. S. O. Los, predikant te Den Haag. De Faculteit der Wijsbegeerte en Letteren opteerde voor Waterink, ook al besefte zij dat hij nog geen werk van betekenis had geleverd op pedagogisch terrein.112 Een nadere motivering kon men niet gegeven. Twee dagen na de brief van de Faculteit der Wijsbegeerte en Letteren ontvingen curatoren een brief van de theologische faculteit, die voorstelde Waterink tevens te benoemen als buitengewoon hoogleraar aan de theologische faculteit voor het onderwijs in de catechetiek.113 De faculteit

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 151

151

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen