125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 376

eredoctores van faculteit der godgeleerdheid dr. Douglas Johnson, van 1928-1964 secretaris van het Intervarsity Fellowship of Evangelical Unions, een eredoctoraat toe te kennen. Helaas is de brief waarin hij dat voorstel deed niet aangetroffen, zodat niet vaststaat welke redenen Aalders heeft aangevoerd. Maar voor de faculteit waren er geen genoegzame redenen dit verzoek te honoreren. Aalders gaf het echter niet zo gauw op, en op 12 november stond de voordracht opnieuw op de agenda. Aalders was nu zelf aanwezig om zijn pleidooi kracht bij te zetten, maar dat was tevergeefs.9 Veel gemakkelijker viel de beslissing een eredoctoraat toe te kennen aan dr. G. Leonard, een erkend historicus met verdiensten voor de geschiedschrijving van het Franse protestantisme, in het bijzonder van de 18e eeuw, en één van de grondleggers van de Faculté Libre de Théologie Réformée.10 Met deze universiteit had de vu nauwe banden. Eén van haar leerlingen, G. E. Meuleman, zou daar van 1954-1959 doceren. Een maand later, 3 december 1954, lag er een voorstel ter tafel van de medicus G. A. Lindeboom om een eredoctoraat te verlenen aan dr. Paul Tournier, een Zwitserse arts die geloof en geneeskunde integreerde door aandacht te hebben voor de hele mens.11 Lindeboom was zelf aanwezig om het voorstel toe te lichten. Na bespreking werd besloten om de beslissing uit te stellen tot de volgende vergadering. Op die vergadering werd veel waardering worden uitgesproken voor het werk van Tournier, maar dat was niet voldoende om hem voor te dragen voor een eredoctoraat.12 De argumenten staan niet opgetekend, vele jaren later zou Lindeboom erop wijzen dat een en ander toentertijd samenhing met het veronderstelde gebrek aan wetenschappelijke prestaties van Tournier.13 Duidelijk is in ieder geval dat de wetenschappelijke kwaliteit als argument een belangrijke rol heeft gespeeld bij deze besluitvorming. Maar zou er ook niet iets in kunnen doorwerken van de veranderingen die zich in de theologie voordeden? Johnson en Tournier waren wellicht te fundamentalistisch in hun benadering van het evangelie.

1966: T. S. G. Mulia Wetenschappelijke kwaliteit kan in ieder geval niet ontzegd worden aan prof. mr. dr. T. S. G. Mulia, voorgedragen door J. Verkuyl.14 Maar of dat motief het enige was om hem te eren, valt te betwijfelen. Hij had ook grote verdiensten voor de kerk in Indonesië en had de idealen van de Vrije Universiteit, net als eenmaal Sebestyén, meegenomen naar zijn vaderland. Na zijn studie rechten in Nederland was Mulia in 1922 teruggekeerd naar het toenmalige Nederlands-Indië waar hij zich intensief bezig hield met de christelijke politiek. In 1933, voor studie weer in Nederland, promoveerde hij te Leiden op een antropologische studie, om zich daarna opnieuw te werpen op

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 375

375

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen