GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 262

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 262

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

van elenctiek naar godsdienstwetenschap

Mulder heeft zijn taak aan de vu met voortvarendheid aangepakt.75 Het kwam door zijn toedoen in 1971 tot de oprichting van een Instituut voor Godsdienstwetenschap, waarvoor ook de letterenfaculteit verantwoordelijkheid droeg. In de loop der jaren zijn door medewerkers van dit instituut vele publicaties verzorgd. In zijn wetenschappelijk oeuvre valt op dat hij met een zekere hardnekkigheid heeft vastgehouden aan de mogelijkheid van een fenomenologie van de godsdiensten. Binnen de wereld van de godsdienstwetenschap geen vanzelfsprekende zaak, voor Mulder een existentiële noodzaak. ‘Wanneer er geen fenomenologie der religies mogelijk zou zijn, zou dit betekenen dat alle overeenkomsten tussen de religies niet meer zijn dan oppervlakteverschijnselen’, aldus zijn medewerker R. Fernhout over het motief van Mulder in dezen.76 Daarmee zou een werkelijk gesprek tussen de aanhangers van de verschillende godsdiensten onmogelijk zijn. ‘Het gevolg zou zijn dat een theologie zoals Mulder die zich in de huidige tijd wenst, van te voren tot hersenschim gedoemd is’.77 Dat is in strijd met Mulders geloof dat God met alle mensen bemoeienis heeft gehad en nog heeft. Meer dan bij Kuyper en meer dan bij Bavinck speelt die gedachte bij Mulder een rol. Vanuit die gedachte – een herijking van Kuypers leer der gemene gratie – kwam Mulder dan ook tot een andere visie op de zending. In allerlei verbanden heeft hij steeds opnieuw gewezen op de dialoog als zending.78 In het dialogisch getuigenis gaat het om het gezamenlijk leren herkennen van Gods bemoeienis zowel met ons als met anderen.79 Met deze visie op zending openbaarde zich een diepgaand verschil tussen Mulder en de andere opvolger van Bavinck, Verkuyl. Het is typerend voor hun beider verhouding dat Mulder in de feestbundel van Verkuyl de vraag stelde of het geen tijd werd om van de nieuwere zendingsgeschiedenis over te gaan naar de nieuwe zendingswetenschap.80 Met andere woorden: hij twijfelde eraan of de benadering van Verkuyl, die in zijn zendingstheoretische beschouwingen veel dichter bij Bavinck stond dan Mulder, nog wel geschikt was voor de moderne tijd. Voor Verkuyl stond de dialoog in dienst van de zending, voor Mulder in dienst van het samenleven. Het was dan ook ontroerend – en volgens Mulder een teken van Verkuyls grootheid – dat Verkuyl juist hem vroeg tijdens de rouwdienst bij diens overlijden een herdenkingswoord te houden. De verbondenheid woog zwaarder dan het verschil van inzicht.81

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 261

261

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 262

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's