GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 348

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 348

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

een gereformeerde faculteit?

bestuurders in de samenleving. Zij realiseerden zich dat de veranderingen onomkeerbaar waren en dat het geen zaak was van enkele opstandige jongelui. Ze hadden zelf deel aan het veranderingsproces, dat reeds tijdens hun eigen jeugd was ingezet. Dat het voor de beleving van een deel van de gemeente revolutionair was, laat zich voorstellen. Daarvoor was het verschil met wat voorheen verkondigd werd te groot. De Cahiers voor de gemeente hebben die kloof niet kunnen overbruggen, ze hebben in eerste instantie zelfs een tegengesteld effect gehad. Ze maakten duidelijk hoe groot die kloof was. De gemeente leefde in de jaren zestig nog met ‘Assen’ en was er te weinig op voorbereid dat ‘Assen’ niet het laatste woord was. Hier mogen geen verwijten aan de faculteit gemaakt worden, het is de normale gang van zaken bij veranderingsprocessen. Zo ging het ook bij het omvangrijke veranderingsproces waarin de hele Nederlandse samenleving was terecht gekomen. Met dit al rijst de vraag in hoeverre Kuypers ‘onderneming’ althans wat de theologie betreft als mislukt moet worden beschouwd. Met andere woorden: is hier, in deze jaren, sprake van een beslissende breuk met het verleden? Of is er ook nog sprake van continuïteit? Volgens J. S. Vos is er op alle fronten sprake van een breuk. Hij illustreert dat aan de hand van Baarda’s optreden in 1967, dat hij schetst als het begin van het einde van de gereformeerde exegese.8 Het onderscheid tussen de exegese van het Nieuwe Testament aan de vu en de openbare faculteiten werd feitelijk opgegeven, zo betoogt hij. Deze ontwikkeling bespeurt hij in alle theologische disciplines.9 Wat betreft Baarda beroept Vos zich in belangrijke mate op diens latere artikelen. Deze bevestigen de conclusie die de hervormde theoloog J. N. Sevenster trok op basis van het cahier, namelijk dat ‘er ten aanzien van de uitgangspunten geen enkel principieel verschil meer bestaat tussen de Vrije Universiteit, Nijmegen en de openbare universiteiten’.10 De betrouwbaarheid van de evangeliën was het begin van het einde. Daarbij wijst hij vooral op het gebruik van seculiere exegetische methoden door Baarda.11 De kern van deze methoden ligt voor Vos hierin ‘dat men niet datgene, wat men bij de een mythe, legende, mirakel, geloof of speculatie noemt, bij de ander als “historia sacra” betitelt.’12 De religieuze overtuiging van de onderzoeker mag geen rol spelen in de uitleg van de teksten.13 Vos stelt daarmee dat met Baarda de exegese van het Nieuwe Testament aan de faculteit tot een seculier,

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 347

347

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 348

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's