Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 32
Rede gehouden bij de aanvaarding van het ambt van Hoogleeraar in de faculteit der Letteren en Wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
33
logische,
dat pretendeert
de waarheid te zijn en te hebben.
Bij het rationalisme is geen zoeken en tasten: het meent alles gevonden geworden,
te hebben. H e t is zichzelf genoegzaam; of, kritisch bakent het zelf de grenzen zijner kennis zich af, en
streeft niet eens, daar boven uit te gaan. E n daartegenover staat dan de G r i e k s c h e m y s t i e k : ze tracht dit leven te ontvluchten, wijl ze weet,
dat het niet het ware
leven i s ; ze beseft, dat volkomene wetenschap hier niet te verkrijgen i s ; ze streeft er naar, o m w a t boven haar verstand uitgaat, te omvatten in mystisch schouwen; maar ze is zich bewust, dat haar dat hier nooit v o l k o m e n gelukken z a l ; de onvolkomenheid v a n a l het aardsche is haar Daarin
uitgangspunt. ) 141
is v o o r den Christen de beteekenis dezer strooming
gelegen: dat ze bekent de waarheid niet te hebben, maar zoekt en worstelt,
o m ze te g r i j p e n ; en zoo staat voor hem de
Grieksche mystiek niet op zich zelf als exclusief bezit van den Griekschen geest, maar hij ziet er in slechts ééne uiting van de strooming die z o o w e l in A z i ë als in A e g y p t e en Griekenland de menschheid beheerscht: hij vindt er in weer het w o o r d van den A p o s t e l :
) „dat het gansche schepsel te zamen zucht, en
1 4 2
te zamen als i n barensnood waarom
voor
is tot n u toe." D a t is de reden,
den Calvinist deze G r i e k s c h e mystiek
hooger
staat dan het rationalistisch-logische element i n het Grieksche geestesleven. H e t laatste keert zich naar de aarde toe, het eerste er v a n af. E n zoo komt het dan, dat de mystiek veel ontvankelijker is v o o r het C h r i s t e n d o m . DIETERICH wijst er in zijne Nekyia
1 4 3
) o p , dat het waarschijnlijk is, dat, waar de Orphiek
bloeide, de meeste Christenen v a n te voren O r p h i c i zullen geweest zijn. O f deze vooronderstelling juist is, w a a g i k niet te beslissen: zeker is hier voorzichtigheid e i s c h : tot voorzichtigheid maant reeds de argumentatie, die DIETERICH bezigt; want zoo licht w o r d t de klove tusschen heidendom — en dat blijft toch de Grieksche mystiek — en Christendom uitgewischt; en de kerkvaders hadden voorwaar geen ongelijk als ze tegen den orphischen cultus sterk p o l e m i s e e r d e n . ) 144
M a a r het feit blijft
toch, dat PAULUS, als hij in A t h e n e op den A r e o p a g u s het Evangelie p r e d i k t ,
1 4 5
) zich aansluit niet aan het logische, maar aan het
mystisch-religieuze element i n de G r i e k s c h e ontwikkeling, i ) 4 6
waarin immers juist de band tusschen den mensch en de godheid w. 3
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1904
Inaugurele redes | 69 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1904
Inaugurele redes | 69 Pagina's