Marnix' Byencorf - pagina 15
Openbare les gehouden aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
13
tijd zou hebben verzameld. Wij weten uit een brief aan Beza van 1566, dat hij zich reeds in zijn rustigsten tijd, vóór 1566, met theologische studiën bezighield. 4b) Zijil veel latere werk Tegen de Oeesfdrijvisclze Leere berust daar waarschijnlijk op. \(1) De Apologieën van 1566 wijzen op hetzelfde. !JO) Doch eerst in de tweede helft van 1568 zal hij, ten deele ook uit dit materiaal, zijn boek hebben samengesteld in dezen meesterlijken vorm. Juist in dezen tijd is Marnix ijverig en naar 't schijnt uitsluitend werkzaam op kerkelijk gebied. Hij neemt deel aan de Synode van Wezel, Nov. 1568, en schrijft zijn uitvoerige adviezen aan de gemeente van Londen in Sept. '68 en Jan. '69, beide uit Liltetsburg. Door dat laatste, in verband met een traditie, dat Marnix zijn Byencorf daar, onder het gastvrije dak van Unico Manninga, zou hebben geschreven, komen we op denzelfden tijd. 51) Die tijd lijkt kort en de plaats en omstandigheden ongunstig. 52) Maar men verlieze niet uit het oog, dat Marnix zeldzaam begaafd en van jongsaf zeer werkzaam was. En dat het geheugen in dien tijd veel meer werd geoefend dan thans. Marnix, die tegen een teveel waarschuwde, raadde toch aan, o. m. de Brieven van Paulus, liefst in het Grieksch, uit het hoofd te laten leeren. 53) De vorm, door Marnix gekozen, mag geen verwondering wekken. Die lag in de omstandigheden gegeven: inderdaad, difficile erat satyram non scribere. Ook is het gansche tijdvak der 16" eeuw door de satire gekenmerkt. Reeds de Middeleeuwen hebben, ook in ons land, zekere voorliefde voor het satirieke, in beeldende en literaire kunst beide. Maar deze eeuw zwelgt er in. Het is de tijd van geweldige tegenstellingen en van tegen elkaar opstormende overtuigingen: absolutisme en volksvrijheid; onkunde en geleerdheid; ongebondenheid en zedenstrengheid ; hebzucht en zelfopoffering; Godloochening en Godverheerlijking ; in uitersten met hartstocht voorgestaari en bekampt. Waar een oude maatschappij zich ontbond en een nieuwe gistend ontstond, daar was de satire niet vreemd. :'11) De humanisten gaven het voorbeeld: Von Hutten, Erasmus. De Fransche letterkunde van Rabelais tot de satire Ménippée;
Lh'"
J
J
0
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 oktober 1918
Inaugurele redes | 92 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 oktober 1918
Inaugurele redes | 92 Pagina's