De Nederlandsche Gereformeerden en het Independentisme in de zeventiende eeuw - pagina 51
58
AANTEEKENINGEN
Fathers in Holland, in: Ned. Arch. v. Kerkg., N. S., X V I , biz. 1 v.v. — Sir W i l l i a m J. Collins, The debt of English Non-conformity to Holland, t.a.p., biz. 163 v.v. — D r . A . A. van Schelven, Engelsch Independentisme en Hollandsch Anabaptisme, in: Ned. Arch. v. Kerkg., N. S., X V I I , biz. 108 v.v. — Dr. A. Eekhof and D r . E . F. Romig, John Robinson, in: Ned. Arch. v. Kerkg., N . S., X X I , biz. 241 v.v. — D r . J. Lindeboom, Stiefkinderen van het Christendom, 's Gravenhage, Mart. Nyhoff, 1929, biz. 311 v.v.. 0
Voor deze bronnen zie m e n : Ch. Burrage, The early English Dissen ters in the light of recent research ( 1 5 5 0 — 1 6 4 1 ) . 2 vol. Cambridge, Univ. Press, 1 9 1 2 , bij wien men ook een opgave der Engelsche littera tuur vindt. — Z i e voorts R. G. G. , III, Sp. 1203 f.f.. Zelf wezen de Independenten deze vereenzelviging met de Brownisten ten stelligste af, gelijk bijv. gebeurde in 1644 door de 5 Independentistische leden der Westminstersche synode in „ A n Apologetical Narration" met de volgende w o o r d e n : w e believe the truth to lie and consist in a middle way, betwixt that w h i c h is falsely charged on us, Brownism; and that w h i c h is the contention of these times, the authoritative Presbyterial government in all the subordinations and proceedings of it, aangehaald door W . M . Hetherington - R . W i l l i a m son, History of the Westminster Assembly of Divines , Edinburgh, 1878, p. 184 f.. D o o r hun bestrijders, met name T h o m a s E d w a r d s in zijn „Antapologia", w e r d echter aangetoond dat er nauwere verwant schap bestond met de Brownisten dan zij zelf wilden toegeven; verg. /./., p. 188. — Onjuist is de voorstelling, gegeven door Dr. H . Bouw man, Gereformeerd Kerkrecht, I, K a m p e n , K o k , 1 9 2 5 , blz. 2 6 7 : 't In dependentisme wortelt niet in de Puriteinsche beweging, m a a r in het separatisme van Robert Browne, die zelf onder invloed stond van Nederlandsche Anabaptisten. Deze voorstelling wortelt in een ver keerde opvatting van het Puritanisme, verg. R. Bronkema, The essence of Puritanism. Diss. V. U., 1929, passim, vooral p. 4 9 , 60 f.. Niet m i n d e r dan de Presbyterianen zijn ook de Independenten uit de Puriteinsche beweging voortgekomen, al zijn op de laatstgenoemden tegelijk ook andere factoren van invloed geweest; verg. Ch. Burrage, Early English dissenters, I, p. 3 3 , 68, 2 8 1 . Z i e o o k : G. B. Tatham, The Puritans in power. A study in the history of the English church from 16b0 to 1660. Cambridge, Univ. Press, 1913, p . 1 f.f., welk werk door Bronkema blijkbaar niet is gebruikt. 2
7
4
8
p.
Verg. bijv. 65, 68.
Honorius
Reggius,
De
statu
eccl.
Britannicae,
1647,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936
Inaugurele redes | 61 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936
Inaugurele redes | 61 Pagina's