GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 22

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

10 Zoowel de vergelijkende anatomie als de embryologie zijn noodig om tot eene natuurlijke classificatie te komen. Door middel van de anatomie leeren we verschillende trappen van structuur kennen; door de kennis der successieve veranderingen, welke het dier in zijne ontwikkeling ondergaat, is het mogelijk de plaats te bepalen, welke het in een bepaalde groep inneemt. Nu eenmaal het beginsel als juist erkend wordt, is het duidelijk dat anatomie en embryologie elkander wederzijds te hulp komen. Wat echter de vergelijkende anatomie niet vermag, maar alleen de embryologie, is niet alleen de waarde, maar zelfs de chronologische waarde te bepalen van de uitwendige vormen, want de embryologie leert, dat die vormen als de lager staande zijn te beschouwen, welke overeenkomen met de vroegere stadia in de ontwikkeling. En niet slechts voor de zoölogie, ook voor de palaeontologie kan dit principe rijke vrucht afwerpen. Nu eenmaal voldoende gegevens waren om het besluit te wettigen dat de fossiele dieren in vorm overeenkomen met de embryonale vormen van de thans levende is ook omgekeerd mogelijk geworden uit de embryonale vormen meer concrete figuren van de fossielen te verkrijgen dan mogelijk was door directe restauratie van de gevonden fragmenten. Aldus meen ik voldoende uiteengezet te hebben de wijze waarop Agassiz de verhouding heeft aangegeven waarin de embryologie (ontogenesis) staat tot de classificatie en tot de palaeontologie. Vóór Darwin, vóór Fr. Muller, vóór Haeckel heeft Agassiz 't eerst een grondwet der biologie geformuleerd. Deze grondwet, opgebouwd uit inductie, is een werkhypothese van den eersten rang. Ze beloofde rijke vruchten af te werpen, daar ze gespeend aan alle willekeur een gemeenschappelijk plan de campagne mogelijk maakte, doch in niet één mij bekend werk wordt van deze grondwet, ook maar met een enkel woord gesproken. In mijn volgend artikel, dat meer een critische behandeling zal zijn van de biogenetische grondwet zooals ze door Haeckel gepropageerd wordt, zal ik nog gelegenheid hebben nader op eenige punten van de theorie van Agassiz te wijzen. Thans eindig ik met de verdediging, welke Agassiz zelf geeft van zijn theoi'ie tegenover de evolutionisten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's

1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 22

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's