1908-1909 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 26

18 om bij de beantwoording van de vraag, of de teekening ons inlichting geeft omtrent het geestesleven van den auteur, dien weg in te slaan, welke zoo straks in de eerste plaats werd genoemd. Wij zien ons dus genoopt den anderen weg te volgen en daarbij allereerst de teekenaars te classificeeren op grond van hunne psychische qualiteiten. Welke moet deze classificatie zijn ? Zal het intellect ons daarbij ten maatstaf dienen en zullen wij de menschen groepeeren naargelang van hunne intellectueele ontwikkeling? Er is zeker eenige aanleiding zulks te doen; onderscheidt zich de mensch niet van de overige creaturen door zijn verstand en werd de wijsheid, door den spreukendichter zoo hoog geprezen, niet al de eeuwen door gewaardeerd? Bovendien: de ontwikkeling van de gave om te teekenen gaat bij het kind veelal parallel met die van het intellect; ook schijnt het een feit, dat aan belangrijk graphisch talent dikwerf helder verstand zich paart. Toch zoude het zeker bedenkelijk eenzijdig zijn, ons ten deze uitsluitend door het intellect te laten leiden; op geheel ons handelen toch oefenen dikwerf aandoeningen grooter invloed uit dan verstandelijke overwegingen. Bij hem, wiens hoofd alleen werkt en wiens hart zich niet doet gelden, is het essentieel menschelijke niet ten volle tot ontwikkeling gekomen; het zoude derhalve niet goed zijn, het geestesleven te beoordeelen naar het intellect en hierop kan dus bezwaarlijk onze classificatie worden gebaseerd. Wie minder intellectueel dan artistiek is aangelegd zal wellicht eenige neiging vertoonen het aesthetisch besef, den zin voor het schoone, zich ten richtsnoer te kiezen bij het vellen van een oordeel over zijn medemensch. Zeker, die zin is voor den mensch van zeer groot gewicht; zij stelt ons in staat te genieten van de schoonheid, welke uit heel de schepping ons tegemoet treedt en kunst snaar na kunstenaar tot nieuwe creaties heeft geïnspireerd ; maar alleen haar tot gids te kiezen bij het groepeeren van menschen naar hunne psychische qualiteiten ware een grove miskenning van de veelzijdigheid van het innerlijk leven van den mensch. Van veel hooger belang dan de kunst is voor den mensch de religie ; prof. Visscher noemt haar in zijn werk : „Religie en gemeen-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen