GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 32

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

24

toonen zich allerlei afwijkingen ; ook is dit het geval, als de prikkel een bepaald maximum overschrijdt, zoodat hierdoor klaar bewezen wordt, dat de wet slechts binnen bepaalde perken van toepassing is. Opgemerkt moet worden, dat deze afwijkingen ook voor FECHNER zelf niet verborgen zijn gebleven, maar hij zag daarin geene bezwaren van overwegenden aard. Hij meende namelijk, dat de wet alleen geldig zou zijn voor middelmatige prikkels, zooais deze zich in het dagelijksche leven voordoen. Uit den aard der zaak zou het dan niet van groote beteekenis zijn, indien bij minimale of bij maximale prikkels afwijkingen van dezen regelmaat werden aangetroffen. Maar nu deed zich echter een ander bezwaar voor van grooter belang; het bleek namelijk, dat ook bij middelmatige prikkels afwijkingen voorkwamen, die zich niet voldoende lieten verklaren door den invloed van bijzondere omstandigheden. Het bleef daarom nog een open vraag, of de wet tot in bijzonderheden van kracht was voor al onze zintuigen. Het trok ook de aandacht, dat de verschillende zintuigen zich ten opzichte van de wet niet op dezelfde wijze gedroegen ; vooral bleek dit verschil, omdat men de sterkte van den uitwendigen prikkel niet altijd even nauwkeurig kon bepalen. Juist waar men de sterkte van den prikkel precies kon meten, daar bleek de wet althans approximatief van kracht. In het bijzonder bleek dit bij het gehoor, waarover o.a. door DEENIK zeer belangrijke proeven zijn genomen; het gelukte hier de sterkte van den geluidsprikkel met wiskunstige zekerheid nauwkeurig te bepalen. Hetzelfde is ook tot op zekere hoogte het geval met den drukzin en den tastzin en ook voor deze zintuigen bleek de wet bij benadering van toepassing, evenals voor den spierzin. Minder nauwkeurig bleek de wet te gelden voor het gezicht, maar men is hierbij ook niet in staat de intensiteit van den lichtprikkel precies vast te stellen en daarom kan men dan ook niet nauwkeurig nagaan de verhouding tusschen lichtprikkel en lichtgewaarwording. Ook voor de overige zintuigen, den temperatuur-, den reuk- en den smaakzin, kan men niet precies nagaan of de wet tot in bijzonderheden van kracht is, maar niet onwaarschijnlijk moet de oorzaak hiervan, althans voor een groot deel, gezocht worden in het feit, dat men ook hier niet in staat is de intensiteit van den

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 174 Pagina's

1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 32

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 174 Pagina's