1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 132

124

goedheid en zorg voor het menschelijk geslacht; ja, wij vinden, in het behouden en meer en meer verspreiden van die weldaad, in den rijken zegen, ook aan ons Genootschap geschonken, de treffende uitspraak bevestigd: „Indien dit voornemen, of dit werk uit menschen is, zoo zal het verbroken worden. Maar indien het uit God is, kunt gij het niet verbreken". In geen anderen geest spreekt ook Dr. WARNSINK in zijn gedicht, waarmede hij de feestvergadering eindigt. BROES VAN HEEKEREN erkent „Gods leiding en hulp". ') THOMAS-) ontwikkelt in zijn proefschrift de stelling : „De vaccinatie is volstrekt niet in strijd met zuiver godsdienstige begrippen". Niet allen, hier genoemd, zijn te rekenen tot de Christelijke denkers inzonderheid niet Prof. TH. a THUESSINK zooais blijkt uit wat hij volgen laat: „Men had beter gedaan, dat (geschrift van CAPADOSE) geheel onbeantwoord te laten; bij verstandige menschen zal het geen den minsten indruk maken ; het kan dus alleen bij het wispelturig gemeen dien indruk veroorzaken, dat zij dit goddelijk geschenk verwaarloozen, en dus wederom de maatschappij zullen ontlasten van de overtollige populatie, die nu zoo zeer in alle landen toeneemt", (pag. 217) Doch dit toegegeven, dient toch aan den anderen kant erkent, dat zij ofschoon inplaats van aan God, aan de Voorzienigheid — dus een kracht Gods — de ontdekking toeschrijven, door den vromen schijn, en het mijden van menschvergoding, geen oorzaak van tegenstand der vromen tegen de vaccinatie zijn geweest. Een bijzondere bespreking eischt het geschrift van Dr. BROERS. Met wapenen van ironie, zoo zelf erkend wordt, had hij CAPADOSE bestreden. Waar deze steeds te onpas bijbelteksten bijbracht, deed ook BROERS dit om het onredelijke daarvan aan te toonen. Hierop aangevallen door GUNNING, KUYPER en NONHEBEL werd zijn wederantwoord geweigerd, op de beschuldiging van „godslastering en hoon, spot en ergenis geven". Vandaar het wederhoor als brochure "•), hierin aantoonende, dat het niet de geneesheeren maar de ultra-orthodoxe predikanten zijn, die het verzet der vromen tegen de vaccinatie in de hand ') W. BROES VAN HEEKEREN. Iets over het nut der vaccinatie, 1865. 2) THOMAS. De vaccmatie-quaestie, 1883. •*) H. J. BROERS. De vaccine en de ultra-orthodoxe theologen 1871.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen