1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 32

24 uit andere bron heb ik geraadpleegd de tabellen welke men in het 2e deel van de Uitkomsten der 9e tienjaarlijksche volkstelling op bladz. 390 e. v. vindt; in die tabellen zijn de echtparen der provinciën ingedeeld naar de leeftijden der beide echtgenooten ; weliswaar zijn deze tabellen voor ons doel niet recht bruikbaar omdat zij ons niets zeggen omtrent den leeftijd waarop kinderen geboren werden, maar desniettemin heb ik de tabellen voor een tweetal provinciën, Noord-Brabant en Noord-Holland, vergeleken met die voor het Rijk, om na te gaan of iets teruggevonden wordt van een regelmaat, als waarvan de kaart bij dit artikel blijk geeft. Dit was niet het geval. Dit negatieve resultaat zegt weinig; trouwens ook een positief resultaat zou slechts van bescheiden waarde zijn geweest. Een oogenblik werd overwogen om uit de tabellen voor elk der provinciën den gemiddelden leeftijd van den gehuwden man en van de gehuwde vrouw te berekenen, en na te gaan wat die gemiddelden leeren ; evenwel, de overweging dat deze berekening niet met eenige nauwkeurigheid zou kunnen geschieden omdat de leeftijdsklassen der jeugdigen en der bejaarden niet aan beide zijden zijn begrensd, en dat mitsdien de waarde van de uitkomsten der berekening volstrekt niet evenredig zou zijn aan de moeite, welke aan dezen arbeid zou moeten worden besteed, hield mij terug. Wij staan nu nog steeds voor de vraag : Wat zegt ons de kaart ? Vindt men precies dezelfde regelmaat als hier aangetoond voor de schare der opgenomenen in de gestichten bij de geheele bevolking des lands terug? Zoo ja, waaraan is deze te danken, en zoo neen, welke is de oorzaak van het verschil ? Aanvankelijk meende ik, dat het geconstateerde verschijnsel verband houdt met de nataliteit; zooals bekend vertoonen de provinciën in dit opzicht onderling niet onbelangrijke verschillen. Wij kunnen ons voorstellen, dat met de nataliteit de gemiddelde leeftijd der ouders (bij de geboorte hunner kinderen) stijgt of m. a. w. dat met de nataliteit de relatieve waarde van groep IV ten opzichte van groep I stijgt. Evenwel, reeds spoedig bleek, dat de nataliteit, moge zij een rol spelen en misschien een niet geheel onbelangrijke, toch zeker in deze niet den doorslag geeft; immers in het tijdvak, waarin de schare der opgenomenen, door mij onderzocht, geboren werd, was de nataliteit het hoogste in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen