GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 30

Bekijk het origineel

1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 30

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

22

Naar aanleiding van stelling IV vraagt hij of de „pregnanten zin" der woorden „leven" en „dood" beteekent, dat die vi^oorden in hun biologischen zin in de Schrift als beeld worden gebruikt, zooals b.v. van hand en voet Gods sprake is, natuurlijk in niet concreten zin. Verder vraagt hij wat stelling 6 en stelling 10 over den biologischen dood der dieren en planten hebben te zeggen. De zonde desorganiseert de ziel en heeft den dood in religieus-ethischen zin ten gevolge, n.l. een versplintering der zedelijke krachten, maar door de eenheid van ziel en lichaam gaat een versplintering der lichaamskrachten of de biologische dood hiermee parallel. Maar kenden de dieren in het paradijs nu al vóór den val des menschen die versplintering der lichaamskrachten, dien biologischen dood; stonden die dieren toen al vijandig tegenover elkaar, zoodat we aan een verscheuren van eikaars lichaam hebben te denken? Was dit dan biologische dood zonder religieus-ethischen aöhtergrond? Of hoe moeten we nu zulk natuurgeschieden in eigen religieus-ethisch licht der Chr. religie waardeeren volgens stelling I? Die dood der dieren moeten we toch zeker ook bezien in een religieus-ethisch licht? Prof VISSCHER antwoordt, dat,,pregnant" letterlijk ,,zwanger" beteekent en dat de uitdrukking ,,pregnanten zin" aanduidt dat deze verder reikt dan de oorspronkelijke concrete zin. Voor die begrippen zijn in verschillende talen echter geen woorden. Wat de andere vragen van den heer de Gaay Fortman betreft antwoordt de spreker: dat „strijd" nog niet hetzelfde is als ,,B€nutzung"; 't strijdbegrip draagt een ethisch karakter. Maar wanneer de mensch, die het hoogste product van de scheppingsdaad is, een dier doodt tot ,,Benutzung", dan is die dierdood een opbouw van hooger leven. De lagere orde is er tot het opbouwen van het hoogste levensmoment in de zienlijke schepping. Dat is geen „dood" in den zin als spreker bedoelt — die wordt het eerst als 't levenseinde in verband komt met een zedelijk moment. De heer DE GAAY FORTMAN vraagt of die biologische dood ter ,,Benutzung" voor een dier dan niets verschrikkelijks heeft? Prof. VISSCHER zegt, dat niet te kunnen uitmaken; 't zou een anthropomorphisch oordeel wezen. De heer WOLTJER zegt, dat men, ook zonder tot ongeoorloofd anthropomorphisme zijn toevlucht te nemen, toch wel mag beweren, dat gedood worden voor een dier dikwijls lijden beteekent. Hoe kan men dergelijke disharmonie denken in de wereld voor den zondeval?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1923

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 68 Pagina's

1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1923

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 68 Pagina's