1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 18

10 ren, aan wat wc zooeven schreven. Maar er blijven er steeds over. Het wonderlijke kan liggen in het op zeer ongewonen tijd vallen van op zichzelf niet ongewone verschijnselen (warmte, koude], het ontvangen van iets op zichzelf gewoons op voor den persoon bijzondere wijze. Er kunnen ook dingen voorkomen, die nimmer zijn voorgevallen eii waai het ongewone in de gebeurtenis zelf ligt. Vervolgens vermelden we de geestelijke wonderen, wedergeboorte, bekeering, r3chtvaardigmaking, heiligmaking enz. Ook daarover behoeven we niet breeder te spreken. Bekend genoeg ïi hat immers, dat aan de eene zijde de Schrift het wonderlijke van al deze genade daden volhoudt, ze komen niet op uit den mensch, uit de wereld, maar ontstaan door een telkens nieuwe machtsdaad God'-, Doch bij deze wonderen ontbreekt het ,,einm.aUge", In verband met bijzondere beloften Gods, kan men er om bidden, op rekenen. Daarom hebben deze wonderen zeer zeker een eigen plaats. En eindelijk wijzen we, op wat we zouden willen noemen, de subjectieve wonderen. We hebben boven bezwaar gemaakt cm de wonderen tot die van dit soort te beperken. Maar dat ze er zijn en tot de wonderen hoeren, wilden we daarmee niet ontkennen. Het zijn de wonderen, waarbij de reactie, de ervaring van het subject iets tot wonder maakt. Bekend is een voorval uit het levciT van Augustinus, Als hij in zijn angst en strijd rondwandelt in den tuin, geest en vleesch in hem strijden, hoort hij plotseling een stem telle lege. (Conf. VIII, 12, 29), neem, lees. Waarschijnlijk was er een kind aan 't spelen. Maar Augustinus hoorde er de slem Gods in, die hem vermaande de Schrift ter hand te nemen. Zijn oog viel op Rom. 13 : 13 vlg. en hij had licht gevonden. Dat kinderspel was een heel gewone zaak, er lag niets wonderlijks in. Maar in Gods voorzienig bestel werd dit kinderspel een wonder voor Augustinus, De reactie van zijn hart was door de gansch bijzondere omstandigheden een zeer bijzondere. Hisr ontstaat het wonder in het subject en is het slechts een wonder voor één subject. Maar het voorbeeld van Augustinus leert tevens, hoe groot de beteekenis van zulk een subjectief wonder kan zijn, want wie zal schatten, wat de verandering van den kerkvader aan de kerk heeft gebracht? Doch dat is in zooverre het bijkomstige, als daarin niet het wonderlijke ligt, niet het bijkomstige, i:i zco;eire we in dit geval zien, hoe God ook door dit soort wonderen werkt aan de voortleiding der geschiedenis. In den regel zal de ytrekking zoover niet zijn, We spreken van regel, want vaak genoeg geschieder er v/onderen, die tot deze klasse te brengen zijn. Hoe vaak wordt iemand op heel bijzondere wijze gered uit gevaar, terwijl wetenschappelijk-natuurkundig bezien, niets wonderlijks is gebeurd en alles volkomen kan worden verklaard! Hoe vaak komt het voor, dat een dergelijk voorval van aan-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen