GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1925 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 92

Bekijk het origineel

1925 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 92

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

92 bien, ce serait en vertu même du principe de leur immutab'lité" '). De onverbrekelijkheid der natuurwetten kan experimenteel natuurlijk nooit streng bevestigd worden. In het mechanistischatomistische wereldbeeld past ze het beste en maakt ze psychologisch sterken indruk. Maar het wereldbeeld is zeer beperkt, zooals boven reeds aangegeven werd (§ 3). Is alles voorstelbaar met atomen, moleculen en electronen? Zeker is immers het electro-magnetische veld er ook nog voor noodig. En dan doet zich tegenwoordig zelfs de vraag voor, of wel alle physisch gebeuren causaal bepaald is ^). — En voorts, dat natuurkennis mogelijk is, is immers zelf een ervaringsfeit (zie § 3 einde) en kan dus altijd door ervaring teniet gedaan worden. Toch kan en behoeft dit alles m, i. ons, zoolang we op zuiver physisch terrein blijven, het geloof in de onverbrekelijkheid der natuurwetten niet te ontnemen. § 5. GODS VOORZIENIGHEID EN DE NATUURWETTEN. Het derde punt, waarvan ik enkele opmerkingen zou willen maken, Gods Voorzienigheid en de natuurwetten, is rechtstreeksche aanleiding, om nader te bezien, wat Bijbel en belijdenis in zake ons onderwerp te zeggen hebben. Minder rechtstreeks zijn we daarmede al in aanraking gekomen bij de behandeling van het eerste punt, de objectieve beteekenis der natuurwetten toen de vraag onder de oogen gezien werd, hoe kennis der natuur, opgevat in dien zin, dat de gevolgen, die wij uit onze beelden der natuur afleiden, overeenstemmen met de beelden van de gevolgen in het natuurgebeuren, mogelijk was. Die grondslag werd daarin gevonden, dat Hij, die hemel en aarde er al wat daarop is, schiep en onderhoudt en bestuurt, ook ons geschapen heeft naar Zijn beeld, waardoor de natuur niet onbegrijpbaar ons tegenover staat, maar het werk is van een Geest, die, hoe oneindig ver ook boven ons verheven, ons toch niet geheel vreemd is. Daar wij door middel van den Bijbel onze ware verhouding tot God kennen en daar deze verhouding van het grootste belang is voor het inzicht in den aard onzer kennis der natuur, heeft de Bijbel reeds in dit opzicht veel met ons onderzoek te maken. Hoe staat het echter in andere opzichten? De voorstelling, die wij uit Schrift en belijdenis krijgen, is. sterk geschematiseerd, deze; God heeft hemel en aarde en al wat er in is, geschapen en onderhoudt dat alles. Hij doet dat niet willekeurig, maar volgens vaste regelen; die rege'en zijn de natuurwetten; de samenstelling natuurwet beteekent dan O Dernières Pensees, p. 28. ^) D. Coster. Straling en Materie. Inaug. oratie Groningen 1924, p. 23.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1925

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 116 Pagina's

1925 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 92

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1925

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 116 Pagina's