1930 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 58

52 tot een zeer uitvoerige bespreking en inzonderheid werd het door Kramer zoowel mondeling als schriftelijk krachtig bestreden, maar het einde is geweest, dat de motie Van Dale werd aangenomen en een commissie werd benoemd om haar in te dienen bij de directeuren van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag. Het is dus niet onwaarschijnlijk, dat ook de actie van onze Vereeniging er min of meer toe bijgedragen heeft, dat weinige jaren later de eerste Hoogleeraar aan de Vrije Universiteit werd benoemd, zij het ook in gansch andere vakken dan de steller der motie heeft bedoeld " Toen de plannen tot instelling van de natuurphilosophische faculteit aan de orde van behandeling waren in de kringen der Vrije Universiteit, heeft onze Vereeniging gemeend zich van advies te moeten onthouden. Wel kwamen deze plannen op onze vergadering ter sprake en bleek ook nu geen instemming te zijn, maar men achtte het niet op den weg onzer Vereeniging te liggen, partij te kiezen in de vraag, of bij uitbreiding der Vrije Universiteit de medische o! de wis- en natuurkundige faculteit de eerst aangewezene was. In de notulen van de vergadering van 10 Dec. 1927 leest men hieromtrent: „Over een ingekomen schrijven van Dr. C. J. Honig om als vereeniging een uitspraak te doen over het plan tot uitbreiding der V. U. met een vierde faculteit, wordt bij de rondvraag breedvoerig van gedachten gewisseld. /\ls resultaat dezer besprekingen wordt een voorstel in stemming gebracht en aangenomen om deze kwestie in onze Vereeniging niet aan de orde te stellen." Dit besluit komt mij nog steeds juist voor, maar dat hoeft mij niet te beletten thans mijn blijdschap uit te spreken, dat deze vierde faculteit tot stand gekomen is en ik zie daarin niet alleen een groot belang voor de Universiteit, maar ook een lichtpunt voor het werk onzer Vereeniging. Onze Vereeniging stelde zich vanaf haar oprichting ten doel „de natuur- en geneeskundige wetenschappen in haren geheelen omvang te beoefenen bij het licht van Gods woord", 't Is bijzonder verheugend, dat een heele faculteit zich met ons zal opmaken tot dit doel. En waar drie der benoamde hoogleeraren lid onzer Vereeniging zijn, is er hier dubbel aanleiding om hen bij den aanvang van hun werk niet slechts geluk te wenschen, maar tevens den zegen des Heeren toe te bidden bij hun moeilijke taak. De offervaardigheid van het gereformeerde volk voor de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen