1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 32

Verslag der bespreking van de voordracht van Dr. DE GAAY F O R T M A N , Dr. H. R. GERBRRNDY: De zaak is zeer belangrijk. Hier wordt geraakt aan het principe der evolutionisten; overgang van mensch naar dier. Worden hier feiten naar voren gebracht, die iets bewijzen, dan moeten wij er goede nota van nemen. De indruk van spreker is : het zwaartepunt ligt in de beoordeeling van homo Neanderthallensis. Men vergeet in dezen kring, dat de menschen beschikt hebben over kleine middelen, en dat hun cultuuraanlcg hiernaar moet worden beoordeeld. Het eene type mensch, dat afwijkt in structuur van scelet, is de homo Neanderthallensis, die op verschillende plaatsen gevonden is (Neanderthal, Kroatië en andere). Naar het idéé van deskundigen is de wegwijking van het voorhoofd niet zoo erg, als het lijkt. Hier is toch gevonden een schedel van anderen vorm, gaande in de richting van anthropoide apen. Wij moeten ons hiervan rekenschap geven. Wat Dr. de Gaay Fortman niet heeft gezegd, is, dat de evolutionisten wijzen op het tijdperk waarin de homo Neanderthallensis geleefd heeft, dit is hetzelfde tijdperk als dat der Cromagnons, en een Cromagnon is ongeveer een gewoon mensch. Men kan geen verband vinden tusschen dezen mensch en wat men verder heeft gevonden. Is de figuur van Neanderthal niet een degeneratief type van het menschenras? In de stelling s t a a t : Adam is niet te denken tusschen deze vondsten. Qerbrandy kan /\dam er wel tusschen plaatsen. Dit is niet tot uitdrukking gekomen in de voordracht. Stellen wij ons voor, dat een ras met sterk degeneratieve ksnmerken heeft bestaan en is uitgestorven. Dit is toch mogelijk. De spreker heeft zich op de vlakte gehouden, er zit hier een groot stuk geologie in, de geologen weten het zelf niet, de palaeontologen zeggen : deze is ouder dan die, want zij zitten in die laag, zij werpen elkaar het balletje toe. Van Christelijk biologisch standpunt moet dit belicht. Nu de vraag : wat is de gedachte van Dr. de Qaay Fortman over den homo Neanderthallensis? Dr. H. R. Qerbrandy wordt afzonderlijk door spreker direct beantwoord, omdat hij spoedig moet vertrekken. /\ls

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen