Zedelijkheid en recht - pagina 52

48

spraken voor een goed deel ingaaan tegen het nomisme der Farizeën hetwelk Jezus bestrijdt. Had hij dit gedaan, dan zou hij hebben ingezien, dat de bestrijding dezer richting, die, gelijk overal en altijd, ook toen, de handeling los maakte van de gezindheid en dus op bloot uitwendige overeenstemming met de wet of op legaliteit met haar nasleep van starren rechtzin, geestelijken hoogmoed en casualisme uitloopt, een met alle kracht nadruk leggen op de gezindheid noodig maakte. Iets waaruit echter allerminst volgt, dat Jezus de zedelijke beoordeeling alleen tot de gezindheid zou beperken en de handeling daarbij voor onverschillig zou hebben geacht. Ik meen alzoo de onderscheiding yan een objectieve en een subjectieve zijde; van de handelingen en de voor haar, van de gezindheden en de voor deze geldende normen, — zoo bij zedelijkheid als recht te mogen handhaven en spoed mij thans tot een nadere begripsonderscheiding dezer tweeërlei zijde van zedelijkheid en recht.

Om daartoe te geraken hebben wij te zien op de overeenkomsten en verschillen. Doen wij dit eerst bij de objectieve zijde van zedelijkheid en recht; bij de, voor de handelingen geldende normen. Het geheel dier normen onderscheiden wij als de, in engeren zin, zedelijke- en de rechtsordening. De overeenkomst tusschen deze twee ordeningen is, dat zij beide ordeningen zijn van bekooren en mogen. Dat dit geldt van het recht en dat alzoo bij de oude controvers of er naast het ius permissivum al dan niet ook een ius praeceptivum bestaat; of er

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen