GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 54

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 54

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

52

den voortgang der openbaring in verband staat, als dit rijkere en rijpere geloof weer een factor kan worden, die God gebruikt, als Hij zich openbaart, behoeft daarover thans niet verder te worden gesproken. Wel moet er op gewezen, dat in de brieven van Paulus het geloof aan Jezus zeer zeker duidelijker naar voren treedt dan in de evangeliën ^). Wij stelden voor deze tweede periode de prediking voorop, bij haar valt de voortgang het meest in het oog. Dat mag echter niet den indruk wekken, alsof er in dit tijdperk geen openbaringsdaden zijn. Het tegendeel is waar. De Heilige Geest werkt. Hij breidt de gemeente uit onder Joden en heidenen, de muren der afscheiding vallen, de ceremonieele wet wordt in beginsel afgeschaft^). Maar de daden paren zich aan de prediking, geschieden meer in het verborgen, op den achtergrond, langzamerhand. Het hangt met het karakter der eerste periode samen, dat daden, als er toen geschiedden, in de tweede ontbreken. / Men kan de vraag stellen, hoe staat het met de evangeliën. Dat Johannes in deze periode niet thuis behoort, is terstond duidelijk. Maar de Synoptici, zullen we ze met de brieven van Paulus, die van Petrus en hetgeen ons in het tweede deel der Handelingen wordt meegedeeld, rekenen tot deze of tot de derde periode? Eerder bleek reeds, dat er reden is om voor de geschiedenis der openbaring de Synoptici, de evangelische opteekening te onderscheiden van het werk en het woord van Jezus. Maar eerder bleek ook reeds, dat, als we drie perioden onderscheiden, dat niet in dien zin moet geschieden, dat chronologisch of zelfs naar de verschillende boeken een absolute grens kan worden getrokken. Het is niet zóó, dat met een bepaald jaar de eene periode afloopt en de andere begint, zelfs niet zóó, dat elk geschrift aan een bepaalde periode kan worden toegewezen, er ') Zie ook BoussET, a.w., bl. 145, 149. Men verwarre het in den tekst gegevene dan ook niet, met hetgeen door BOUSSET en ook door H. WEINEL, Biblische Theologie, 1913, bl. 434 wordt uiteengezet, als ze meenen, dat er een ontwikkeling was van het geloof der gemeente. Veeleer is het zóó, dat dit ! geloof wel voor vragen kan komen te staan, maar wat zich ontwikkelt, is ^e objectieve openbaring, die dan het geloof verrijkt. — ^) Men zie b.v. J. C. K. VON HOFMANN, Der Schriftbeweis, II, 2, 1855, bl. 1 vlg.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1925

Rectorale redes | 76 Pagina's

De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 54

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1925

Rectorale redes | 76 Pagina's