GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 32

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 32

Rede ter gelegenheid van den 52sten Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

22 dictionis'' kend de degradatie in beteekenis die de term „epos" toenaan het t£ tertijd doormaakte 22), de *„logoi" van het volksgeloof als princiep „epea" bestempelt, om eigen theorie tegenover deze als den kunnen l waren logos te eeren. De „epea" zijn immers volgens het subje hem niet meer dan de fragmenten van deze waarheid. sloten. H( De belangstelling van PARMENIDES gaat dus uit naar een ten die, m geheel ander terrein dan die der Pythagoreeën: in het en zelfco] centrum staat de kennis, dat woord dan verstaan in de Iets dei beteekenis die het inderdaad heeft, dus opgevat als „iets Si Tijdgenoc rustends", niet als een „doen". PARMENIDES spreekt dan ook de antino over de gedachte ( T6 vórjfia). Deze gedachte is niet leeg, zich tegel al ziet ze allereerst de gedachten zelf. dingen, Nu is de betrekking tusschen het resultaat (de kennis omstanddeel trent het kenbare) en het gekende steeds een indirecte: ze kan teru loopt via den kennende die het kenbare „opneemt" en zoo Pythagorc tot kennis komt. Juist wijl de objectivist echter geen oog neer men heeft voor de kennende subj ectsfunctie kan hij niet inzien, zijnde an dat het verband tusschen 't kenbare en de kennis slechts ZENO dit indirect is. En daar de kennende hier op den achtergrond stonden wijkt, schijnt het kenbare hier het eenige waaraan 't onttot object staan van de kennis zou zijn te danken. Zoo is alle zijn, zelf even< in eerster instantie het zijn van het kenbare, maar toch ook niet de z het zijn der kennis, onafhankelijk van onze inspanning. In strijding het kenbare is intusschen het lagere niet dan in nuce verZENO'S af tegenwoordigd: PARMENIDES ziet het immers niet als subder Pyth straat maar slechts als fragment van het hoogere. Daarom methode ontzegt hij aan dit kenbare zoowel de veelheid als het de methot procesmatig karakter, en wordt het hier „het ééne" (ro ev); de zijner het belangrijkste dat hij daarvan kan praediceeren is de dan de al identiteit daarvan, de lavróti]? met zichzelf. Had hij Uiteraard is deze beginselverklaring der obj ectivistische allicht me identiteitsphilosophie iets geheel anders dan het princieen eleme pium identatis der logica 23). En het principium contra-

p

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 32

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's