GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 32

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 32

Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

24

niet gelezen""' — zullen daarbij tegen critisch ontledend onder* zoek vaak niet bestand blijken. Wat de eerste in 1895 schreef over de geslachten in onze hedendaagsche taal, laat men sinds lang liever rusten."" De laatst genoemde heeft een massa materiaal uit allerlei taalspheer en taaikring, uit zeer slordig en stuntelig gepraat vooral, bijeen gebracht, daar vele moeilijk lees* bare artikelen in een reeks van jaren over gepubliceerd, en die alle nog eens samengevat in één groote studie van 1932, zwaar van nogal populaire psychologie, van nijdige schimpscheuten tegen Van Ginneken, en van heel veel onnutten ballast;"° die in een vrij slechten stijl en een verwarde compositie vooral aanwijzen wil, dat er een buitengewone verwikkeldheid bestaat in het gebruik van hij-zij-het, en dat men met dat laatste woordje een der diepste mysteriën aller taalbespiegeling aanraakt. Zelfs Royen kan de opmerking niet weerhouden, dat hij „einigermassen neigt zur Verphilosophierung der Sprache", al sluit dit geen waardee* ring uit. "^ Van Ginneken laakte scherp eerst, maar prees ook uitbundig, om daarna de uitkomsten grondig te herzien en om te werken."^ Voor een nieuwe regeling der woordgeslachten schijnt hij mij echter, ondanks Van Ginneken's wellicht al weer bekoelde geest* drift, ^°' heel weinig aan te bieden. "* Men zou in elk geval eerst een volledige schifting moeten zien te maken tusschen al de soor* ten van Nederlandsch, die hij in zijn studie dooreen mengt: moei* lijk werk, dat de moeite denkelijk weinig zou loonen. Het lijkt mij echter niet onwaarschijnlijk, dat enkele gegevens van Simons zouden kunnen aansluiten bij wat een zeer wenschelijk opzette* lijk onderzoek van de anaphorische pronomina inzonderheid in het Noordnederlandsch, dialectisch en beschaafd, aan den dag zou kunnen brengen: "^ ik gis analogische verschuivingen in de geslachten, vergeleken met den toestand van vroegere tijden en de voorstelling van onze hedendaagsche conservatieve gramma* tica; waardoor oude uitzonderingen vervielen, groote vrouwelijke groepen zich uitbreidden, terwijl andere zich gelijk bleven of in vastheid en omvang inboetten. Het laatste geval zal zich wel het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 32

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's