GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 98

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 98

Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

90 collega v.m.p.c. verklaarde het als noodzakelijk gevolg van de veelgebruikte huig^r. 49 H. Zwaardemaker Cz. en L. P. H. Eykman, Leerboek Phonetiek (1928) 204.

der

50 Schönfeld, a.w." 64 wijst daar ook op: „Waarschijnlijk is de uvulare r in hogere kringen onder franse invloed in de mode ge* komen, en heeft hij zich vandaar uit verder verspreid". 51 Baudouin de Courtenay, Vermenschlichung der Sprache (1893), 18: „der unaufhörliche Drang, die Sprecharbeit von unten und hinten möglichst nach oben und vorn allmahlich zu verlegen". Hij citeert hlz. 26 ook nog een voorganger M. Claudius, die 1867 al de kern zijner theorie bleek te hebben gegrepen: de hoogere standen spreken „eleganter und markirter" dan de lagere. — Jespersen erkent in B. d. C. den zeldzamen mededinger in het bepalen van „a universal progressive tendency in languages", maar heeft overigens niets dan bezwaren tegen zijn hypothese. Language, its nature, development and origin (1928), 327*8. — Baudouin de C. zag als een belangrijken stap in dat streven naar meer „menschwaardigheid" der taal de verdwijning der aspiraten en de opkomst der spiranten. 12*13. Dat die spiranten niet in de talen der laagststaande volken voorkomen, en daarom als eerst bij voortschrijdende ontwikkeling der taal ontstane klanken wor* den beschouwd, vinden we ook bij W. Schmidt, Sprachfamilien und Sprachenkreise der Erde (1926) 286, 288; 313. 52 Van Ginneken, Grondbeginselen, Hoofdst. I en II. Verder zijn verschillende artikelen over de phonologic in Onze Taaltuin. Over de phonologic in het algemeen: Proceedings intern. Congr. of Phonetic Sciences (1932), met waarschuwing van Schrijnen; Travaux du Cercle Ling, de Prague; Van Wijk en De Groot in N. Taalg. 53 „Letterverbinding". Al het misbaar van al de vereenvoudigers (hoeveel is er echt bij?) over het gebruik van het woord letter heeft uitermate weinig te beteekenen. Alsof men daarbij nooit denken zou, niet denken kan, alsof de grammatici van eeuwen her ook niet gedacht zouden hebben, aan den klank, die er door voorgesteld wordt! Jacob Grimm sprak in de 2e ausg. zijner D. Gramm. I (1822) nog gedurig van „buchstaben" (bv. I 330); in de 3e ausg. (1840) doet hij dat niet meer. Zou men werkelijk moeten denken, dat hij tot het onderscheid van taaiklank en taalteeken eerst na 1822 was doorgedrongen? Bladz. 3 van P bewijst al af* doende het tegendeel: „Zur darstellung der laute in sammtlichen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 98

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's