GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Aesthetische Christusbeschouwing.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aesthetische Christusbeschouwing.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VIII.

(Verslapping van de n b and aanhef dogma). .

Zeg ik te veel, als ik het gevaar ducht, dat in onze kringen de drang naar aesthetiek ai jnystiekj juist wijl hij 'nog niet algemeen is, bij' degenen, die hem voelen, eenzijdig zal gaan worden? En dat men wel vergeten kon, dat, evenals bij Ruushüoec en alle andere room'sche' niystieken, ztoo pok bij. olns altij'd moet worden gerekend miet de waafschnwinig , van DT H. M. V. Nes (die hier ziich in zijin beeldspraak aansluit bij Sully Prudho.m'm.e), 'wanneer hij erop wij'st, dat de bloemen der Imystiek alleen dan genr en kleur biehonden, als Kiji ndet worden afgesneden van den stengel des geloiof s? 1) En "wie begrepen heeft, dat bij' izijn ohristen-n aam het dogtaa niet maar den b iji ta a a, fai geeft, maar wel degelijfc zijn naam als christen, als geloovige bepaalt, die zial hier voor „den stengel des geloofs" veilig in de plaats k'i.mnen gtellen: „den stengel der dogmiatiek".

En als 'zulk een mensch de nonnen ziet, ide nonnen, van wie Willem de Mérode dicht:

Is het geen wonder^ hoe die teère nonnen, Die van Gods liefde gansch bevangen waren, In brandende uren met bo'jit-zijden g'aren Hun smart bolrduurden, |el en onbezonnen ?

Bleek en ontzenuwd van extaze', wonnen Zij kracht, en voielden weer, in koortsig staren^ Hoe innig zij met God vereenigd wanen. En gloeiend werd het in h'iiii doek gesponnen.

Zij sidderden de lange dagen door En blikten naar de deur, of hij mocht komen. En grepen dikwijls naar 't bezwijkend hart.

Dan schoof een floers him glazige o.ogen voor, • Gods zoete waatvzin kwam hen overstroomen.

En zïj borduurden met bloedrood en zwart, nu, dan kan hij den Godsdroom van die nonnen als mens c he lijk gebeuren opmerken en haar aanbidding als z'ielsverschijnsel, als een stukje menschenleven, bezien, maar hij zal zich, als hij daarbij glimlacht, niet op een glimlach van zoet meeleven, .doch op „den glimlach van zijn medelij den" 2) moeten betrapt hebben, wil hij niet ials religiLeuze ihensch over zicjhzelf bezorgd zijn.

Of die bezorgdheid steeds aanwezig' is, waai' ze er mo.est zijn? Of daar geen öiensc'hen zijn, die den bidstoel aangrijpen, waar die ook staat? Ik 'meen 'ze .ontmoet te 'hebben.

Toch iworden die menschen door hun e.'gen leermeesters sonxs gewaarschuwd.

Heeft niet Fra Angeliöo., aestheticus als weinigen, geestelijke schoonheid uitigebeeld en met de zachte tinten van zijn mystiek geestelijke schoonheid weergegeve'n, . ook in z, ijh Christusfigiuren? Wel'nuj Fra Angelicoi heeft de gevaren der mystiek alleen kunnen .oiverwinnein door dé geestelijke leiding van den d.ogmatis ohen Tho'mas Aquinas.

Wie dan in onzen tijd een man als Angelieo wil biestudeeren en 'bij hem^ wil genieten, die zie hetai zelf ..niet vo'órb'ij.: Hij volge de oo'gen van den mysticus, den .aestheticus. Dan z'al hij^ zien, boe die .O'Ogen den dootör angelicus, den dogm'atischen Ie er aar, zoeken.

Zoo zal de kuns'tzinnige ziel van de 20e eeuw zich met schaainite herinneren moieten, dat zij den man der mystiek al te vaak heeft verheerlijkt |en hem in zijn aangezicht heeft geprezen ten koste van den dogmaticus, tenvijl toch die dog'maticus de leermeester was van de groo'ten der christelijke mystiek.

En wee onzer, als wij. ons eigen dogma onbewiist' vierloochenen, om het uit te ruilen tegen de aissthetische producten van de lieden, die een finder dogma hebben.

Wee onzer nog meer, indien wij' ons eigen dogma verloochenen, in onze on voorwaar de lijik e bewolndering voor de menscheii, die absoluut zlour der dogjma zijn.

Want wie zondigt meer tegen den Christus, dien zij in stralenglans willen zetten, de ménsclhen van een andere overt"ui.ging .omtrent hem', of — de lieden zonder overtuiging?

Dr J. R. Slotem'afcer de Bruine heeft eens in een recensie van een roomsch-aesthetisch werkje, ^\ waarin warm-gevoelde poëzie en kunst, gevoel, maar .ook roo'msche overtuigiinig', roomsdh dogma aan 't woord zijn, .gezegd: „Als dit reine kunstgenot slec'hts kan 'gesmaakt worden, mits ook-de onderstelde geestelijke overtuigingen worden gedeeld, dan O'fferen wij' liever met die o-vertuigingén de kuinst, dan dat wij - om die kunst de overtuigingen behouden."

Juist.

Maar ik ken er onder de jongeren die dit offer i gaarne brengen als ze staan tegenover anders-i overtuigden, b.v. de roomschen, doch die gee-n nood'Ziakelijkheid van zulke offerande zien, als ze te doen krijgen met niet-overtuigden, met menschen, die zich .om Jezus Christus niet anders bekotoimeren, .dan om de edelen van ons geslacht. Zullen ^vij nu meedoen aan een zadht protest, als aa^n Jezus' „natbekreten" moeder te veel, 'cn zullen wij zwijgen, als aan Maria's „naitbekiBiten" zoo.n te vyeinig eer bewezen wordt en de'wezenlijkheid in zijn smart wordt voorb'ij'gezien en ; gehoond?

Neen, neen, - wij' pleifcenS^SPg'een afzondering, geen negatieve onthoiuding, gééii „raak niet, smaak niet, roer niet aan".

Maar wij pleiten voor nuchterheid, waafczaam!heid, rech'te verhoudingen, zliivier zien.

En als wij jiO'iiigeren krijgen, die alles afweten vam Eckart en Tauler, van Maeterlinck en Walt Whit­ ; man, van Vierwey en Jean Lahor, van V.an Eeden > en Tooirop, van Emerson en Verlai'ue, maar die in 'hun eigen dogm-a nog geen muziek hebben gehoord, no'g niet den glans hebben gezien, nu dan . is daar bij hen geen christelijke aesthetiek, hoog­ i stens een vaag aestheticisme.

Wij rnogen 'dankbaar zijn voor .het opwaken der kunstzinnigheid onder lonze jongeren. Maar daar is een gevaar van onbedachtzaamllieid. D'aar zijh al te rappe handen, die eén aeslhetischen ruiker ; zetten in een mystieke vaas; maar de bloemen ' < der mystiek zijto. van den stengel van het dogma-i gerukt.

En een' bloemruiker leeft niet lang.

En een levenso^nament verrijkt niet inwendig.

En bloemen 'booren aan den steng'el en die sten-, \ gel heeft het water noodig niet uit uw leiding, maar uit den sappigen bodem', door God zélf gedrenkt.

Verbetering. In het voorgaand artik'el staat i in de noot onder de 2e kolom' een verwijzing naar ( Schieiermacher. Dit mO'et zijn: Chantepie de la ; Sa.ussa.ye, Het mystieke in onze nieuwste letteren enz, In kolom 4, regel 3 v. b. staat: gero-ep. Lees: * * oproep.


1) V. Nes, a. w. bl. 209.

2) P. K e u ji i n g , Litteiatuur en leve'n. Baarn, 1919, bl. iöü, zi«t Jie™ om dea mond van deii dichter.

3) Oscar Huf, S. J. Liturgische Studiën. Stemmen aes I Töds, Mei 1918, bl. 328.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

Aesthetische Christusbeschouwing.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1921

De Reformatie | 8 Pagina's