GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrede in den hemel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrede in den hemel.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vrede zij in den hemel en lieerlijkheid iii de hoogste plaatsen. Lucas 19:38.

Daar is tweemaal gezongen van den Zoon van David. De eerste maal deden het de engelen, die in Bettilehem den nacht verlichtten en het Kindeke begTo et ten.

En den tweeden keer kwam bet lied uit m e n s c h e n - mond. Toen was het de schare, die Jezus omstuwde, op den Zondag die Zijn dood voorafging, en die Hem den feestelijken intocht in Jeruzalem bereidde, en de koninklijke huldiging.

Dat tweede lied behoorde rijker dan het eerste te zijn. W^ant wanneer de engelen zingen, de minderen, de luiechten, die izelt niet ervaren kunnen G-ods heil in Christus, dan is het lied der engelen niet anders dan voorbereiding van en noodiging tot den zang der men sell en; , zijn dezen niet de meerderen, de zonen, die kunnen genietea, in persoonlijke ervaring, die heerlijkheid, in welkfe de engelen begeerig zijn in te zien? ¥'ii is het ook daarbij niet waar, dat Gods heil in den Christus op dit oogenblik, dat de menschen zingen van Davids Zoon, reeds veel verder is voortgeschreden, dan in do 'ure, die aan de engelen Gods den mond hcett geopend? Bij het Kerstfeest is al die glorie, voor-een Kindeke slechts, - waarvan de wereld niet weet en dat Zijn koningschap in niets kan bewijzen. iMaar thans, op de.zon Palmzondag, is het Kind een Man geworden; eu do wereld is om Zijnentwille beroerd en reeds zoeken de oogen vau duizenden mensclien naar het goud, dat dezen Davidszoon tot koninklijk sieraad kan zijn.

Van do engelen in den Kei'stnacht het thema; aaa de menschen nu de taak van de - nadere uitwerking. Menschen, discipelen, geroepenen Gods^ moet niet uw lied veel heerlijker , zijn dan de engelengaifg.?

Ja, het moet rijker fijn. "öijfoaï.»=-; • Doch het is armer.

Kom en , zie. Zie de schare saa, mstroomen' om den Zoon van David; en reeds de wijze van haar feestelijk lïuldebetoon , zegt ü, dat de mei, ischen in hun lied bij do engelen ver ten achter staan.

Kom en izie.

Want indien ge 'alleen maar zoudt komen en h o O' r e n, wel, ge zo'udt dan kunnen zeggen, dat de mensch in .zijn zingen den engelenzang tot volmaking liad gebracht.

Mensch en engel, het lied van den Palm.zondag en van den Kerstnacht, ze komen hierin overeen, dat ze beide jubelen, dat in de hoogste plaatsen G'Od heerlijkheid ontvangt. Beider ziaagen. zijn tweedeelig; en in het eene deel, dat van de heerlijkheid in den hC'Cge gewlaagt, stemmen ze samen wonderlijk overeen. Maiar in het andere deel, dat over den vrede roemt, gaan , ze Uiteen. De engel zegt: rede op aarde. En de mensch hier antwoordt: rede in den hemeL Beiden spreken ze over die twee: eerlijkheid en - /rede. De engel ziet van de hoogste plaatsen weer naar de aarde terug: p aarde ziet bij lichten den vrede, dien de verscheurde menschenziel behoeft.-Maar de mensch ziet wel in het eene deel van dit zijn lied eveneens naar boven, doch in het andere deel van zijn zang is het nog niet anders; ook daarin hecht weder'om aaji den hemel zich zijn blik: iet alleen de neerlijkheid, maar ook den vrede bezingt hij in de néogste plaatsen. En welaan, heeft hij niet gelijk? Is dat niet van alles het einde: e hemel? Keert niet alles daarheen terug, waa.r de hoogste plaatsen zijn? Wat Uit God komt, moet het niet al tot Hem wederkeeren? Ach ja, dat is het groote einde van alle dingen, het groote doel ook van de Christusverschijning: at Gods vrede tot-Hem wederkeere, dat niet de aarde, maar vooral de hemel in blijdschap zij. Dat zij en blijve het eindpunt van alle gedachte en van iedere streving: at er vrede zij in den hemel; dat zich de hemel zelf bergeve tot zijn volle harmonie en dat verzoend worden ook.de dingen in den hemel. (Col. 1:20.)

Zeker, wat men hier zingt op den weg van den Olijfberg naar Jeruzalem, het is alles waarheid en schoonheid.

Maar zouden zij, die hier zingen, het zóó bedoeld hebben? Komt tot die verhevenheid hun galmend lied?

Vraiag Imaai' niet langer. Kom en z.ie.

Want o, indien gij ze' ziet onder het hoeren! hidien gij ziet hun verhitte aangezichten, indien ge ziet van die opdringende massa de schitterende oogen, die z, ich heden een welgevallen drinken uit den beker der vleeschelijke verl'ustiging aan een Koiiing, dien' zij als aardschen Vorst bezien; dien, zij wülen...kennen alleen als verdelger van Israels vijanden en als verheerlijker van, zijn volk, dat het gesteld worde aan de spits der volkeren! Dan vergaat u de bewondeiing, ea ge verstaat; dat do menscheri niet hebbe-n kunhen komen, tot de volheid der^'gedafchteh" clïé'"aan diéif lied 'der 'engelen zijn rijkdom verleenden.

Want indien het waar is, dat een spontaan opbruisend lied grijpt naar zulke woorden, die aan de eerst opkomende gedachte kunnen uitdrukking geven, dan is dit lied door zichzelf geoordeeld. Ge verneemt dan in dal woord: „vrede in den hemel", niet den klaarbowusten eisch, om met heel de aarde, om ook met den vrede der aarde op te klimmen tot den hemel, doch go hoort daarin dan slechts den roep der onbedachtzaamheid, die aan deze diepe gedachte nog niet in de verte is genaderd. Ge z'ult dan deze spontane uiting van uitbrekende 'geestdrift niet mogen beoordeelen naar wat er in gevonden wordt, doch naar wat erin gemist wordl. Zoozeer is deze j'ubelende schare in de bedwelming van haar feestvreugde bevangen, dat zij van niets anders weet, dan van de glorificatie van haar nieuwen Koning en van die van Zijn volk met Hem, Zal deze sterke held niet Israël bevrijden uit der Romeinen hand? Zal Hij niet herstellen den stoel vmi David in oude glorie? Zal Hij niet Israël de gouden eeuw binnenleiden van uitwendigen vrede en duurzaam geluk? Zie hen opvaren in hun gedachten met hun Koning tot den hemel toe! Een rechtstreeksche opstijging naar boven zal van hun Vredevorst de triumftocht zijn; on Zijn ATede, die met 'uiterlijk gelaat komt, zal clo'or Zijn volk worden ingedragen tot in den hemel! Vrede in den hemel!

Maar aan den nood der aarde denken zij niet. Dat de aarde haar vrede nog niet heeft, nog niet hebben kan, ze weten het niet. Dat is hun oordeel. Riepen zij nog elkander den „vroede Uit den hemel" toe, er zou dan in h'un lied ©en plaats aan de aarde en haar nood zijn ingeruimd. Doch zij kennen, alleen den vrede, die van de aarde den hemel ingedragen wordt; en den vrede, die vai-i den hemel tot de aarde komen mpet, droomen .ze niet. Van nu aan zullen ze den hemel zien geopend en de engelen Gods riederdalende en opklimmende van de zonen Abraliams!

De igouden eeuw is aangebroken. De hemel is tot , zijn rust nu ingegaan. Als de Joden verlost zijn, is . de opwaartsche weg A^oltooid en de hemel kan van 'heden at zeggen, dat het nu - vrede, dat het nu sabbatli is — voor den hemel.

Van het aardsch Jeruzalem begint voor kite ding de victorie!

Nu is het bewezen, engelen Gods, dat wij, menschen, m-oeilijk verstaan; dat. wij den meerderen Leeraar behoeven, dan gij zijt.

Gij hebt in 'uw lied die twee willen omspannen: den h-emel boven en de aarde beneden. En gij zijt met wai, beneden is geëindigd. De aarde had bij U vrede noodig'.

Maar de menschen hehbeh, '''lê'-'hederwaartsche lijn in Uw hemelgebaar niet versta.an. Ze weten het niet, de feestvierenden hier, dat deze Koning den vrede in den hemel niet brengen kan, , tenzij Hij' eerst tot Zij.n lijden inga, en den onvrede smake 'der hel. Ze weten het niet, dat de - vrede in de hoogste plaatsen alleen gekocht Avordt door Zijn onvrede'. Zijn afdaling in de uederste deelen der aai'de (Ef. 4:9), ja, door Zijn nederdaling ter helle. En deze begroeters vian hun slechts Uiterlijk geschouwden Koning moeten eerst nog verstaan, dat de opgaande lijn niet kan 'worden gevond.en zonder dat eerst langs nederwaartschen weg de Koning ter helle is iugedaald.

Zoo staat het dan thans aan u, die den naam van het geestelijk Israël draagt, ats.nog den engelenzang epiU betere Uitwerking te geven, dan hier is geschied. Nu is het in de lijdensweken de vraag, of gij, gij, den lengelen Waiarlijk verkondigt Gods veelviddige wijsheid (Ef, 3:10), En indien gij den Koning aanvaardt, die niet naar het vleesch tot glorie stijgt, maar Zich door den eeuvrtgen Geest ten doode overgeeft, en zóó oen koninkrijk sticht, dat niet met Uiterlijk geltot komt, wel, dan peilt uw bewondering de diepte der hel, waar Christus den dood versloeg.

Dan vindt gij de verzoening van engelenzang en menschenlied. Dan omvat Uw blik hetgeen op de aarde, en hetgeen boven de aarde is eir het is u alles in vrede gebonden. Als dan de engelen evaiigehe zeggen: vrede op aarde, dan ro.ept gij Uit het groote do.el des evangelies: YXede in den hemel. En de oogen der engelen, die van' bove.n den' Vrede .zien gaan naar beneden, naa.v de aarde, en daarbij de oogieu van u, die van de aarde 'uit den vrede ziet .wederkeeren tot den hemel, waar zouden ze elkaar anders kunnen ontmoeten dan bij het kruis?

Het kruis, —

Die schare za, g het niet, toen zij den vrede zag Uitgaan van Israels troonsibestijging tot den hemel toe. Maar wie met Eaulus geltruist is en van zijn troon is afgeworpen, die roemt in het kruis en alléén in het kruis den vrede, die tot in den hemel reikt. Want het is des Vaders welbeha|gten geweest, dat Hij door Hem, vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns k r U i s e s, door Hem, .zeg Ik, alle dingen verzoenen izoude tot Zich, zelven, hetzij de dingen die op de aa, rde, hetzij de dingen, die in de hemelen zijn (Col.' 1:19, 20).

Alleen bij het Icruis lee.ren de menschen de engelen verstaan en straks onderwijzen. Alleen bij liet kruis vloeit het engelenwoord van „vrede op aarde" en het menschenwoord van „vrede in den hemel" saa.m tot het'ééne: eere zij G-od in de hoogste nemelen. Alleen het kruis-is, .engiel-en en. menschen, van: , u--en van, 'UW lied' de vred«tf'; |S^S; ' SlSSiö'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

Vrede in den hemel.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 1922

De Reformatie | 8 Pagina's