GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het einde nabij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het einde nabij.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En het einde ; aUer dingen is nabij; z\jt dan nuchteren en waakt in de gebeden, 1 Petrus 4:7.

Oppervlakkige bijbellezers hebben al menigm'aal onwillig hun schouders opgehaald over de toekomstverwachting naar het Woord Gods.

Het einde aller dingen is nabij. En dat wordt door den apostel Petrus geschïeven in de eerste eeuw van onze jaartelling. Sinds zijn bijkans negentien eeuwen verloopen en nog is het einde er niet.

En die oppervlalikigen izeiden, de één met iets trium'fantelijks in zijn stem, de 'ander met een zucht: „Ziet ge wel, ge kunt op uwen Bijbel niet aan! Ze moesten ook miaar gissen, die bijlDelsGhrijvers, precies als wij. Ach, wat is waarheid!"-

Zoo vergaat het den oppervlakkige, die niet voor 'het 'Woord des Heeren beeft!

Het is goed te bedenken, dat reeds in de dagen der apostelen gelijke oppervla'kikigheid tot spoitzücht groeide, die haar critiek zoo formuleerde: 'Waar is de belofte Zijner toekomst? want van dien dag, dat de vaders ontslapen izijn, blijven alle dingen alzoo, gelijk vsn het begin der schepping." (2 Petrus 3:4).

Het is den apostelen, lals z'e spieken over het nabije der voleinding-niet te doen om' ons 'n afgepaste maat van dagen «of jaren in handen te geven, waarmede we dan wiskunstig den afstand tot de wederkomst van Christus zouden kunnen berekenen.

Het kàn er hun niet om te doen zijn!

Hadden ze niet zelf van Jezus' lippen gehoord, dat van dien dag en die ure niemand weet, zelfs de engelen in den hemel niet, dan de Vader alleen ?

En ruischte niet in hunne zielen na het laatste afscheidsgesprek met hnn verheerlijkten Heere, vlak' vóór Zijn opfwaart: Het komt u niet toe te weten de tijden en de gelegenheden, welke de Vader in Zijn eigene macht gesteld heeft?

Wi] kunnen, wij mogen God niet nameten.

Hij meet immers zoo heel anders dan wij.

Zijns is de eeuwigheid.

Eén dag is Hem' als duizend jaren en duizend jaren als één dag.

Onze dagen, waarin toch zijn zeventig jaren, of zoo wij zeer sterk zijn tachtig jaren, worden nu naar het psalmwoord niet meer dan een handbreed. En wat is dat: een handbreed? En onze leeftjtjd: niets! , S^^iSI

Voorzoover we nu kinderen zijn van den eeuwigen God en vooTzoover we nu kinderlijk met heel ons leven, onze gedachten, O'uze overleggingen, onze verwachtingen in de nabijheid, in de gemeenschap met dien Koning der eeuwen leven, köm't de voltooiing van Zijn goddelijk soheppings-en herscheppingswerk dichter naar ons toe.

Dian beginnen de afstanden te versmelten.

Dian krimpen de eeuwen in.

ban worden de jaren tot minuten en seconden..

Konden we den tijd 'bezien, gelijk we dien door Gods genade eenmaal zullen mogen zien, wanneer we uit dezen "tijd zullen zijn losgemaakt vele eeuwen zouden ons slechts zijn even zoovele uren.

Daarom 'kan wie hier reeds dicht bij den Heere leeft, de voleinding ook 'nooit vèr, vèr van zicli denken.

'We zoeken niet naar een jaarcijfer.

We mogen er niet naar zoeken.

We willen er biet naar zoeken.

Maar ons 'hart doorvoelt de onbedriegelijke waarheid van het levende woord des Heeren: „En het einde aller dingen is nabij".

Hier is niet de wisk'unstige berekening aan het woord, maar hier rekent het geloof, dat ons in levensgemeenschap brengt met Hem, wiens de gangen der eeuwen zijn.

Ge hebt wel eens gestaan boven op den' omloop van een hoogen toren.

Hoe anders ziet ge uw wereld dan!

Groote menschen zijn geworden tot kleine bewegelijke stipjes. Breede straten tot nauwe spleten. Monumentale gebouwen tot speelgoedhuisjes.

En de klokkewijzers zijn 'ongedacht groot, ge ziet ze bewegen elke seconde.

Zóó, van omhoog, zien de profeten, de apostelen de toekomst. Zóó, van o-mhoog, ziet het Wooid des Heeren, en wie levend uit dat Woord leeft, de dagen, de jaren, de eeuwen voorbijsnellen in eeuwigheidsvaart.

Het langdurige wordt kortstondig.

Het vèr-verw ij derde komt al dichterbij.

Het geloof rekent nu eenrüaal anders dan het rekenboek.

Het valt van ganscher harte het SchriftvvooTd toe: „En het einde aller dingen is nabij!"

Leefden we nu maar im'eer uit dat geloof!

Dat wil volstrekt niet izeggen, dat we daar zoo in zouden moeten leven, als dat wel gezien werd en nog jgezien wordt in geestelij'k-overspannen groepjes, die elkander opwinden tot gevoelsonstuimigheid.

Golijk ze in Raulus' dagen al in Thessalonica gevonden werden. Menschen, die hun dagelijkschen arbeid maar lieten voor wat die was, zich om hun roeping in de dingen van dezlen tijd niet meer bekommerden en zich al Imaar verdiepten in de nabijheid van''JezUs' komst, die ze op handen waanden. Ten gevolge waarvan 'ze voorts moesten teren op anderer brood.

Deze overspanning, tvelke niet is uit het geloof maar opbruising van het licihtontroerde gevoel, is niet naar den wil des Heeren. Daar waarscihuwt ons het Woo'rd des Heeren voor. Daar schrijft de apostel tegen in toet apostolisch gezag; de zoodanigen hevelen wij door den Heere Jezus Christus, dait zSj, met stilheid werkende, hun eigen brood eten! (2 Thess. 3:12).

En mocht er één zijn, die dit vemlai^end apostolisch woord in zijn gevoelsroes langs zich liet gaan, dan moest die man geteekend woxden en de broeders en zusters moesten hem' alleen laten staan, opdat hij mocht bieschaatod • worden.

Gevoelsopwinding is nog geen 'geloof.

Het geloojf .doet al wat zijn hand vindt om te doen en dat uit al zijne macht.

Het wacht, 'werkende.

Het zoekt zijn dagelijkschte roeping te betrachten, juist in het besef, dat het einde aller dingen nabij is.

Deze overspanning van het ontroerde gevoel behoort onder ons vrijwel tot de zeldzaamheden.

Veel meer dreigt ons juist h'et andere, tegengestelde gevaar, dat we de volle voltooiing van tiet Koninkrij'k Gods vèr weg denlcen. Zoo héél tèi weg. Dat we ons betrappen, dat w© de voleinding aller dingen wel rechtzinnig toestemmien, zonder dat ze ons is van dag tot dag heilige, komende en nabije werkelijkheid! Dat 'we wel eerbiedig le^en het gebed van den Geest en de bruid: „Kom', Heere Jezus!" zonder het toch met heel de spanning ran onze ziel mee te bidden.

Dat we wel mee aanheffen, welgemteend, den psalm': „La.at al de stroomen vroolijk zingen, de-'handen. klappen naar omhoog" — maar als 'we dat zoo volop gezongen hebhen en we komen thuis, we zitten aan tafel of we gaian weer aan ons werk, we mengen ons weer in de levensdruÖe, wat blijft er dan van over?

Dan brengen we te weinig de hand achter onüf ooren om nauwlettend te luisteren of wte de eerste geluiden van dat vroolijk stroomenhed, van dat begroetend handgeklap al zouden kunnen .opvangen-

Hiertoe is noodig nuchterheid, 'geestelijke bezO'"' nenheid, geloofswaakzaamheid, die ons doen bedenken en zoeken de dingen, die boven zijn.

Hiertoe is noodig het vooropzetten van h'et Koninkrijk' 'Gods en zijn gerechtigheid in ons dage-

liiksch levensbedrijf, - opdat we niet ondergaan in liet zoeken van hetgeen ons als zegen Gods op (j, e vervulling onzer levensroeping zal woiden toegeworpen.

Hiertoe is noodig de gespannen inleving in wat ons de Schrift naar Gods bedoeling omtrent onze aanstaande toekomst openbaart.

Dat houdt ons wakker. Wakker in het gebed.

Dat doet ons op de teekenen der tijden letten.

En anders, niet waar, loopen we gevaar, dat ook ons het Woord van onzen Heiland zon gelden:

„Warmeer gij een wolk ziel opgaan van het Westen, terstond zegt gijlieden: Er kom't regen •- en het geschiedt alzoo. En wanneer gij den Zuidenwind ziet waaien, zoo zegt gij: Er zal hitte zijn .--en 'bet geschiedt. Gij, geveinsden, het aanschijn der aarde en des Tiemels weet gij te beproeven en hoe beproeft gij dezen tijd niet!"

En dat zou ontzettend zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Het einde nabij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's