GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

LXXVIII.

Op een spoedige zegepraal rekent Dr intusschen niet. Kuyper

Eer bang zal de worsteling, hardnekkig de strijd •zijn. In ons niet zeer ohbekrompen vaderland went men niol licht aan een nieuw idéé. En bovendien we hebben de usantie; we hebben de beurzenstichlingen ; we heblien de gemakicelijkheid der studenten; we hebbon den stroom der publieke opinie; we hebben het oorp's der geleerden; we hebben de gereedheid der boeken; wte hebben de macht van het Staatsgeld; kortom We hebben in letterlijken zin alles tegen.....

Toch zoudt Ge u vergissen. Amice, indien Ge ooit hooptet, dat gebrek aan geestelijke af aan stoffelijke gaven ons dezen heiligen strijd zou doen opgeven.

Zie, ook al konden we op eigen erve voor niet één katheder een man meer vinden, welnu, dan zullen do natiën van rondom ons heur zonen zenden.

Al slonk het geld in kas tot op den laatstcn penning, dan zullen we, op de wijze als Paulus van Tarsen het deed, nochtans bestaan Wijven.

En al gelukte het aan beurzenovermacht en examenpressie ons de eerste jaren geheel van studenten 'ontbloot te laten, geen nood, Amice, dan zullen We te Utrecht zelf en te Groningen en te Leiden de ziel uwer jongelingen komen zoeken, en hen, terwijl ze voor de beurzen, waarmee uw vrienden dwingen, eldei's studeeren, uit de verte drenken met der vaderen geest, door onze geschriften ze bewerkend.

Vergeet toch niet, om studenten te winnen heeft men ze niet absoluut onder eigen toespraak te houden. Eerst heeft Opizoomer Leiden van uit Utrecht afgebroken, en toen weer heeft Scholten tien jaren lang de Utreohtsche studenten gevormd, ook al stond hij te Leiden op' den katheder.

Hoofdzaak is maar, dat er een school zij; en dat aan die school zich een kring van mannen voiTflc, die hun tijd vrij hebben, en er voor leven kunnen, om .op wetenschappelijkterrein kerk en land weer naar der vaderen h e i 1 i ig e traditie te dienen. En als WO daar maar in slagen miogen, en we op dit terrein althans onze studeerende jongelingschap, óók te Utrecht, ten steun mogen zijn, zié, dan is een keer in de opinie reeds nu met zekerheid te profeteoren, en ons meer, dan ik ooit hopen dorst, door Gods wondere genade gegund!

C. Het laatste hoofddeel is inderdaad „strikt ernstig”.

Dr Kuyper neemt hier terug de harde woorden, die hij zich tegenover Dr Bronsveld had laten ontvallen. Maar dan vraiagt hij hem als man van ernst: was er porzaak om' ons zoO' fel te bestrijden. En eindelijk toont h'j aan, dat de tegenvoorslag van Dr Bronsveld, het aanvullingsstelsel en het heroyeringsplan, onaannemelijk is. In 'het laatste paragraafje citeert Dr Kuyper met instemming Bronsveld's Leekendichtje: Moeders Klacht, een stemme des geweens - vian vele Rachels over de moorden door de Moderne Theologie op de zielen harer kinderen gepleegd:

Ze hebben hom mij van het harte gescheurd Met al hun twijfelen , en vragen. Mijn jongen, dien ik 't eerst zoo lief heb gehad En onder hot hart heb gedragen.

Dit versje drukte uit wat veler hart vervulde in dagen, toen zooA^ele jonge menschen het geloof prijs gaven, waarin zij door hun ouders waren onderwezen. Zie: Stemmen voor Waarheid en V r e d e, 1865, blz. 548, en Bronsveld, Souvenirs, blz. 50.

Dr Bronsveld heeft geenerlei antwoord op „Strikt genomien" gegeven. En dat was, naar zijn eigen getuigenis, ook' niet van hem' te wachten. Maar het heeft hem zijn wietenschappelijken naam gekost. Want Kuyper's apologie heeft het goed recht der Vereeniging voor |H. O. tot UniverSteitsstichling zóó schitterend en overtuigend gehandhaafd, dat er op dit punt althans nooit meer een aanval is gewaagd. De strijd hierover was met , , Strikt genome'n" beslist. Allen, die er zich over uitlieten, vrienden zoowel als vijanden, gaven daarvan duidelijk en eenstemmig getuigenis.

De redactie van het W a g e n i n g s c h e Weekblad schreef:

We hadden niet noodig met de buitengewone gaven van Dr IC. als historicus bekend gemaakt te worden. Niemand kan hem' als geleerde hooger waaidee]-en dan Wij doen. Maar toch, neen, toen we in „Strikt genomen" het Streng w'etenschapp o 1 ij k gelezen hadden — van blz. 47 tot 126 — waren we over zulk een macht van - kennis 'en wetenschap meer verbaasd dan ooit, en we vroegen: boe is het ter wereld voor een menschenkiad

mogelijk in zulk een kort tijdsbestek, en dat te midden van velerlei bezigheden en beslomtneringen, die voor bijna ieder ander meer dan genoeg zouden zijn om er onder te bezwijken, — hoe is het mogelijk dan nog bovendien zoa'n doorwrochte verhandeling te schrijven, zulk een bronnenstudie door te maken? En al zijn we tot het vellen van een eindoordeel onbevoegd, toch zouden we geneigd zijn den palm der overwinning aan Dr Küyper toe te kennen. We kunnen 'tons haast niet denken, dat er tegen dit heirleger van getuigen en citaten nog een ander heirleger, machtiger dan het eerste, zou kunnen aangewend worden.

En bij de opening der Vrije Universiteit getuigde Jlir Elout van Soeterwoude van dit meesterstuk! van polemiek, dat deze staatsrec'htelijke en historische toetsing den schrijver, bij de oude rechten, nieuwe rechten toevoegde op doctora, at, professoraat, rectoraat en op waardeering van zijn broederlijken zin.

Achter „Strikt Genomen" zijn nog drie Bijlagen geplaatst:

I. De vroomheid der taal. Over „Heere" of „Heer".

Dr Bronsveld 'kende menschen, die in Heer e iets '»eer zagen dan in Heer. Soimmigen meenden, dat liet een pluralis is, en dat er dus de Drieëenfed mee wordt gehuldigd. En hij vroeg, of Dr l^^iyper dan nooit mienschen ontmoet had, die een leeraar, zoodra jhij „Heer" zegt tot God, gaan wan-: trouwen. Oo'k Ds J. Graansmia, Chr. Ger. Predt te i Enschedé, had met zulkb menschen kennis gemaakt, [ i^i merkte in De Bazuin van 12 Maart 1880 % dat voor vele minder ontwikkelden, onder de-gram'matische 'oen theologische kwestie school. Dr Kuyper antwoordt nu aan Dr Bronsveld:

Liever hoort ons Gereformeerde volk: Heer e. Omdat het eerbiediger klinkt. Omdat hun beste Bijbel het zoo steeds zeide. Omdat ze oordeelen, dat men van den hoogen, heiligen God noodt met t e diepen eerbied spreken kan.

Maar als er, al ware het ook in het eenvoudigste dorpje, een wijsneuzig betweter opstond, die zeggen ging: „Omdat die man Heer e zegt, i s hij Gereformeerd!" of ook: „Omdat die man bij Heer blijft, deugt ie niet!" geloof me vrij, dat dan de vrome kinderen Gods zulk een ijdelprater wat terdege op zijn ongeestelijke plaats zouden zetten, en hem desnoods uit de boeken der beste schrijvers zouden aantoonen, dat. een echt Gereformeerde, zooals De Moor het uitdrukt (B. de Moor, C o m m'. op a .Marok.-I. 549), al dat afgoderij drijven zelfs met een goddehjfcen naam' verfoeit.

De geschiedenis jheeft helaas bewezen, dat Dr Kuyper hier over het Gereformeerde volk' wel wat al te optimistisch dacht.

Zelfs nu nog zijn 'er ultra's, die, plus royaliste que Ie roi, het een predikant kwalijk nemen wanneer hij, niet den Verbondsgod, iin, aar den persoO'U van Jezus bedoelende, .spreekt v, an Heer. Dit spreken van Heer te wraifcen, is inderdaad Kuyperiaanscher dan Kuyper zelf deed. Want deze wilde, als bet er op aankwam 'om' in praegnanten zin Jezus als „h'& er en mieester" te huldigen, 'b.v. in de belijdenis van Thomas, geschreven zien: „Mijn Heer en 'mijn , God". En zoo spreekt hij ook in „Strikt Genomen", blz. 138 „van Christus onzen Heer”.

Zie verder pver deze kwestie: Gere f. Theol. Tijdschrift, XIH. blz. 257, - en Utrechtsohe Kerfcbod'e, 27 Mei - en 3 Juni 1922. Ook: Gispen, E enige Brieven, blz. 62 en 85.

II. Protest tegen reconstructie der historie (door pr Ph. J. Ho'edemi'akër). Dit is een overdruk vian Her au t-artike-len, geschreven ter .aanvulling van het k'ronielanatig overzicht, door Dr Bronsveld nsm de wordingsgeschiedenis der Vrije Universiteit gegeven. , Dr Hoedemaker bewijst hier m'et de stukken, 'dat de idee der Vrije Universiteit in Nederland leen geschiedenis heeft, die althans tot het indienen yan de Wet op het Hooger Onderwijs teruggaat.

III. De Theologische Faculteit en de Kerk. In de derde bijlage eindelijk, een overdruk uit De Heraut v; an f27 Juni 'en 4 Juli 1880, wordt de uiterst gewichtige kwestie besproken, in welke verhouding een theologische faculteit behoort te staan tot de Ker'k van Christus.

Deze kwestie was vooral van Christelijk Gereformeerde zijde Laan de 'orde gesteld door het antwoord, dat leenige Chr. Ger. predikanten uit dé classis Amsterdam gegeven hadden op de bekende circulaire van 5 December 1878 Aan de Gereformeerden in den lande (Zie De Heraut, nr 53, en De Vrije Kerk, 1879, blz. 177—185) •en do'or de brochures: Heb de waarheid en den vrede lief. Open Brief aan Dr A. Kuyper, door L-Lindeboom, en: E e n z e s t a 1 Bezwaren tegen den grondslag d/er Vrije Univer-S; it.eit, door H. Beuker.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's