GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE VRIJMETSELARIJ.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE VRIJMETSELARIJ.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

(Inleiding, ontstaan.)

Wij hebben allen wel eens van de Vrijmetselarij gehoord. .

Zij - is een van dïe, geheimzinnige genootschappen, welk'e eenerzijds door velen met huivering gevreesd worden, en anderzijds bij-de groote massa' in hooge mate de nieuwsgierigheid opwekken'.'

Allerlei vragen rijzen , in ons op: Wat zou toch de Vrijmetselarij wel, zijn ? • Welk'e geheimen, zou zij in haar' don'keren schoot verbergen? Zouden, de leden der Loge zelf het ons kimnen vertellen? En - zoo zij het kunnen, wa, arom doen zij het dan niet'? Waaxom houdt de Vrijmetselarij het eigenlijke en het innerlijke van ha, ar bedoelen; dat, wat wij 'juist zoo gaarne zouden' weten, voor de groote massa verborgen?

Immers, dat er achter - de' beeldspraak', die zij gebrui'ken 'en de teekenen van troffel, winkelhaak eu passer, waarvan zij zich bedienen, iets geheimzinnigs schuilt, gelooft de massa gaarne. En is het haar wel .kwalijk te nemen? Werkt de Loge zelE , door haai geheimzinnige ritualen niet aJ te • zeer op de verbeelding der volksmassa in ?

Indien er dan niets achter schuilt; indien al deze beelden en teekenen niet anders zijn dan symbolen, om de hoogste en verhevenste ideeën van menschelijkheid en zedelijkheid uit te drukken, waarom dan • niet met die geheimzinnigheid gebroken? Is het oordeel van P. Tschackert in zijn art. over de Vrijmetselarij niet volkbmen waar ? : „De toekomst dringt aan op openbaarheid, de tijden van de geheimdoenerij zijn voorbij".

Toch willen wij hiermede allerminst zeggen, dat wij al de verhalen, die er onder het volk' van mond tot mond gaan, zouden gelooven. De volksverbeelding verbreidt zeer veel, wat op p'ure fantasie berust. Daarmede moet men erg voorzichtig zijn.

Wij noemen ma, a-r één voorbeeld. Gij herinnert u zeker wel, dat Mr Wijsman op zeer geheimzinnige wijze in den trein vermoord werd. NieÊ lang daarna las ik in de courant, dat Mr Wijsman lid van de Loge was! En de vraag werd gesteld of er tusschen zijn geheimzinnigen dood en zijn lidmaatschap van de Loge oo'k verband kon bestaan. En terwijl de een het vraagt, is er een ander, die het zegt; een derde, die het bevestigt; en een massa, die het gelooft. Zoo combineerJ de volksverbeelding twee of meer dingen, die .volstrekt niet noodzakelijk bij elkander behoeven te behooren.

Vooral in het land der Vlamen moet het met dat volksgeloof erg zijn. De wonderlijkste en geheimzinnigste verhalen gaari er rond. De duivel, zoo verzekert men elkander met de grootste stelligheid, geeft in de Loge les in de tooverkunst en als honorarium daarvoor neemt hij elfc jaar één, der leerlingen mee, d.w.z. heeft er jaarlijks op geheimzinnige , wijze een moord of zelfmoord plaats. En bovendien, zoo luidt het verhaal, makkt men zich in de Loge aan duivelaanbidding schuldig.

Is er voor 'zulk een ernstige beschuldiging, die er in deze rondgaande verhalen toch feitelijk ligt, eenige grond ? Want indien er ook' maar één bewijs te leveren wai'e, dat de Vrijmetselarij in dergelijke dingen de hand had, dan zou zij alleen daarom reeds volstrekt te veroordeelen zijn.

Laten wij u daarom een paar getuigenissen mogen voorleggen; het eene van een voorstander; het andere van een tegenstander der Vrijmetselarij.

Dr W. Zuidema, die in een art. in „Pro en Con­ tra'', Serie III no. 9 de Vrijmetselarij verdedigt, werpt dergelijke beschuldigingen met vërontwaiardiging en met beslistheid weg. Zoowel die zoogenaamde geheimzinnige moorden, als die vermeen-, de duivelaanbidding, zijn niets anders dan pure verzinsels. Zij zijn uit de uïtramontaafische pers en uit Jezu'ietische vijandschap tegen de .Vrijmetselarij te verklaren. Het is immers bekend, dat de Roomsche 'pers sterk tegen de Vrijmetselarij ageert.

En ook Jac. P. van Term, Hoofdredacteur van , , De Liniburgsche Koerier" te Maastricht, die in. hetzelfde nummer de Vrijmetselarij bestrijdt, gelooft van dergelijke geruchten niets. Hij begint zijn artikel aldus:

„Onder een groot deèl va.n het publiek' bestaan zeer eigenaardige meeningen omtrent de Vrijmetselarij. Velen zien het genootschap aan voor een vereeniging van stille boosdoeners, wien geen en-'kele gruwel vreemd is."

„Die opvattiijg is eene. dwaasheid. Dat de Vrijmetselarij zelve mede schuld draagt van. het bestaan er van, door de'geheimzinnigheid, waarmede zij al haar - doen en latelr omhult, hetgeen de vruchtbare volk'sverbeelding prikkelt, valt wel nieS te ontkennen."

„Meer-ontwikkelden zelfs hebben dientengevolge misvattingen, en s'cms grove misvattingen, gemaakt: Wiet altoos strek'e dit tot nadeel. Door ervaring geleerd, 'behoedz-vmer geworden bij , d0 bronnenstudie, hebben zij zich een zuiverder begrip kunnen vormen van hetgeen de Vrijmetselarij beoogt en nastreeft."

„Bij een zakelijk, niet-vooringenomen nagaan van de stellingen en de daden der Vrijmetselarij is menigeen tot deze overtuiging gekomen: Over het algemeen bestaat het genootschap uit mannen, die het goed meenen met hun medemenschen; die voor zichzelven geen bevrediging vinden in geopenbaarden godsdienst; die veeleer zich een vaag zwevend Godsbegrip voorstellen; deswege zich een soort van eeredienst malken. van algemeenzedelijke beginselen; in den mensch alleen hel menschelij'ke erkennen; en Voor wie aldus L e s-sing's Nathan der Weise het oerbeeld is van den volmaakten mensch in zijne verhouding tol het Opperwezen."

Dit is zoo ongeveer ook ons voorlodpig oordeel. Wij moeten ons wachten verkeerde meeningen en verhalen inzake de Vrijmetselarij te helpen verbreiden, die wij niet kimnen bewijzen. Laten wij veel liever trachten door ernstig onderzoek' ooK dit verschijnsel zoo dicht mogelijk' te benaderen, ' en er onsalzoo een zoo zuiver mogelijte voorstelling van te vormen. Dan zijn wij eerst eenigszins tot oordeelen bevoegd.

Laten wij eerst iets van het ontstaan der Vrijmetselarij trachten op te sporen.

Haar oorsprong ligt in het duister der oudheid verborgen. Haar eerste sporen zijn niet na te gaan. G. E. Lessing .zegt in zijn G e s pr ekk en v o o r Vrijmetselaars, dat, de Vrijmetselarij „altijd bestaan heeft", en wat haar wezen aangaat, zoo oud is als de burgerlijke maatschappij. Beide zijn met elkander ontstaan; hetzij als moeder en dochter of als zuster en zuster, het eene verschijnsel werkte steeds op het andere in. Maar dit geldt dan alleen den geest der orde.

De schrijvers over de geschiedenis der Vrijmetselarij voeren ons terug naar de geheime genootschappen, die bij alle volkeri der oudheid gevonden worden. Zij wijzen ons opi de Chaldeesche Magiërs, die op' de kruinen der bergen, op dö Celtische Druïden, die in de donkere bosschen, en op de Egyptische priesters, die in onderaardsche gangen woonden, en daar hun mysteriën (verborgenheden) beoefenden, die Voor het gewone volk ontoegankelijk waren. Aan de beoefening dezer geheimleer zou de oude wereld haar grootste wijzen, met name Lykurgus en Solon, Thales en Pythagoras, Herodotus en Democritus, te dankten hebben. Zelfs een Mozes zou, uit de verborgenl .bron dezer Egyptische wijsheid gedronk'en heb­ bende, iets van het reinste beginsel der Vrijmetselarij hebben geproefd, en zich van die geheime krachten hebben bediend om d'e kinderen Israels ait de Egyptische dienstbaarheid te verlossen.

Een ietwat duidelijker spoor meenen zij te kminen aanwijzen in allerlei orden en vereenigingen, • die door de kruistochten ontstonden. Eerst noemt men de J o h a n n i t ë r o'r d e, door Italiaansche kooplieden te deruzalem gesticht en naar JO'hannea den Dooper genoemd, ter verpleging-van zielso pelgrims. ' Na dé inneming van .Jeruzalem' dooi Godfried yan Bouillon kreeg de orde een vasten regel, en een ordekleed: zwarte mantel inet éen wit 'kruis. De ordebroeders'moesten "drie geloften afleggen: armoede, kuischheid en gehoorzaamheid. Ze vi^as verdeeld in drie klassen: ridders, priesters en dienende broeders, , en stond onder een i voorzitter, die den naam van Grootineester droeg.

Naast de Johanniterorde wijst men vooral ooK op de orde'der Temp-elieren, in 1119 door Hugo van Payens gesticht, en wel op de plaats van den vroegeren tempel te Jeruzalem. Vandaar haar naam. De ridders droegen een' witten mantel met een rood 'kruis en legden dezelfde geloften af als de Johanniters. Haar doel was vooïal de verdediging van het heilige land en de bescherming der Pelgrims. Bernard' van Clairveaux zegt van haar: „Zij hebben allen één hart _ en één ziel. Niet de voorna, amste afkomst, maar de grootste bekwaamheid. geldt. De broeder draagt des broeders lasten. Een ongepast woord, luid gelach, ja het minste gemor wordt terstond gestraft", enz; In deze en andere orden, zoo meent men, leefden reeds de verborgen beginselen, die later in de orde der Vrijmetselaars tot ontwi'kkeling kwamen. Be naam 'Grootmeester, de indeeling in klassen en de geloften, enz. zouden k; ennelijk aan dergelijke orden ontleend, zijn.

Een nog duidelijker spoor meent men te vinden in de bouwgilden der Middeleeuwen. Reeds in het Romeinsche rijk' trof men bouwgilden a, an, maar vooral in D'uitschland en Engeland kwamen deze Steinmetzen of metsela, arsvereenigingQn tot bloei. Daar moeten wij meer bepaald den oorsprong der tegenwoordige moderne Vrijmetselarij zoeken. Zoo komen wij bij de eigenbjke geschiedenis aan, maar daarover D'. V. in een volgend artikel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

DE VRIJMETSELARIJ.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1924

De Reformatie | 8 Pagina's