GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

WAT MOET DE PASTORIE ZIJN ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAT MOET DE PASTORIE ZIJN ?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Het moge voor een piastorie-mensch geen verheven taaik schijnen, te schrijven over de eischen van een milieu, waarin hij zelf dagelijks verkeert — het wai'e misschien aan een niet-dominee beter toevertrouwd over deze zaak eens zijn gedachten te zeggen — bij de vraag naar eenige artikelen over dit onderwerp^, heeft gelijk voor de' hand ligt, de gedachte geleid, dat de ervaring de beste leermeesteres is. Ik hoop dan mijn best te doen, eenige opmerkingen meer practisch van aard (soms vermoedelijk ook wel wat theoretisch) in 't midden te brengen.

Eenige toelichting eerst van de vraag.

Als het hier gaat over de pastorie moet men dit niet nemen in .den al te engen zin van het woord. Er zou, als men het nu eens wat precies wilde nemen, misschien wel eenige aanmerking zijn te maken op de definitie, die wij in sommige Nederlandsche woordenboeken vinden, als wij het woord: „pastorie" opslaan. Dan zeggen bijv. Koenen, Van Dale en Kramer dat we. onder pastorie hebben te verstaan „een' woning, waarin een pastoor of predikant woont". Toch plegen wij een huis, waarin een predikant woont, nog lang niet altijd een pastorie te noemen. Ik geloof tenminste niet, dat de gemeenteleden in iVmsterdam de huizeh, waarin hun dominees wonen, met den naam pa, storiën betitelen. Bovendien, zelfs als er in een huis geen predikant woont, kan het toch een pastorie zijn. Daarom is de definitie misschien wat juister, zooals trouwens onze menschen die beteekenis er ook' aan toekennen, dat een pastorie is, een woning, die door een gemeente beschikbaar gesteld wordt voor haar predikant.

Dan — niet tot dezen engeren zin van het woord beperkt zich de vraag. Natuurlijk zou het van weinig belangstelling getuigen voor het object van onderzoek, indien men aan het gebouw op zichzelf zijn aandacht niet wijdde. Dit wordt reeds door architectonische en in verband daarmee door ambtelijke en huishoudelijke overwegingen geëischt. Van architectuur hebben de meesten onzer zeker geen bepaalde studie gemaaikt, maar ieder heeft zoo zijn smaak en inzicht, en indien wij ooit invloed konden oefenen bij den bouw van een pastorie op de inrichting ervan, zullen wij denkelijk wel een paar wenschen naar vorengebracht hebben. En, 't is wel niet zéker, dat een menschenkimdi dat verlangen steeds kan verwerkelijken, maar men zou natuurlijk als primaire wensch, een droog huis begeeren, gedachtig aan wat van sommige piastoriën door Groenemeijer verteld wordt in zijn „pastorale Onderonsjes" (67): „Het huis is zeer ongezond. Zon kan er nooit in huis komen. De boeken staan in de studeerkamer beschimmeld in de kast, de gordijnen hangen beschimmeld voor de ramen, zelfs de meubelen, tafels en kasten en stoelen zijn met schimmel bedekt. De slakken kruipen over de stoelen heen, kortom, alles heeft van het vocht te lijden". Als tweede eisch zou men kunnen stellen, dat een pastorie practisch ingericht zij met het oog op het gezin, dat er in kan komen te wonen, d.w.z. dat niet slechts de studeerkkmer geen hokje zij, waar nauwelijks een bureau plus stoel en een boekenkast kunnen staan, maar ook met de eischen der 'praktijk van het huishoudelijke leven en van het isolement waarin zich de plaats soms bevindt, gerekend worde.

Men zal zeggen, dat zijn kwaliteiten, die bij elk huis gewenscht zijn. Dat is ook z'oo. Men kan dus zien, dat deze eischen niet buitensp'orig zijn. Maar dat de vermelding overbodig zou ziijn, wordt niet bevestigd door de benepen pastoriën, die wel eens gebouwd zijn, op een armzalig klein stukje grond, aan den erfgrond der vaderen ontwoekerd, van rondom door huizen, tuinen of weiden omkneld. Niemand natuurlijk die daarop aanmerking maakt, inzooverre vooral in vroegere dagen menige gemeente met kleine middelen moest bouwen, en meermalen de architectonische waarde gelijken tred hield met dê ontwikkeling der plaatselijke bouwkunst. Maar hier en daar vormden toch de kleine vertrekjes van de pastorie wel een opvallend onderscheid met de ruime kamers van de welgestelde leden der gemeente, die toch niet zulk een klein aantal vormden. En het feit, dat op zoo menige plaats in de latere jaren nieuwe woningen gebouwd zijn, . spreekt voor zichzélf. Dit was geen luxe. Maar zoo bleek dan ook, dat in dit stuk van het kerkelijk leven vooruitgang op' te merken viel. In een enkel geval zou men geneigd zijn op 'de bovengestelde vraag, negatief uitgedrukt zelfs, te' zeggen: een pastorie behoeft geen villa te zijn. Maar, waarom zou men een kerkeraad niet de weelde gunnen zich financieel te laten gaan, indien het expansievermogen zoover reikt, en wie zou het den pastor, die daar woont, niet van harte gunnen, dat hij zich ruim bewegen kan? En... dat hij alles moge kumien geregeld hebben gelijk dat het statieus gebouw eisci; !. Ifc voor mij, althans, die mij verheugen mag in een zonnige woning, met ruime, hooge kamers, op'een erf van tweehonderd roe, waar bloem en bloesem en moeskruid geurt en groent, terwijl ik van mijn studeerkamer een prachtig vergezicht heb (al is het, dat ik óok den Dom kan zien) gun mijn collega's van harte de ruimtei, de zon, en een paar voetstappen op eigen erf.

Doch, zóó over de pastorie verder te spreken, en hare eischen toe te lichten laat de bedoeling van de vraag niet toe. We kimnen dus ook voorbijgaan of de kerkeraad niet beter doet overal waar men geen pastoriën in den eigenlij'fcén zin van het woord, 'heeft, die van lieverlede aaai te bouwen.' We gaan er vanuit, dat de kerk een ambtswoning beschikbaar gesteld heeft. Doch: hoe komt die pastorie nu in het spraakgebruik der gemeente voor ? Niet waar, als men vacant is, het huis leeg en verlaten daar staat, en met holle oogen de kerkgangers aanziet, z'al men met eenigen weemoed zich herinneren den dag, dat de laatste stukken van den inventaris van den vertrokken dominee in den verhuiswagen of in het schipi werden geladen, en toen werd oofc „de pastorie" als woord in de klerkelijfce omgangstaal, van zijn glans beroofd. Maar ziel komt er weer in het woord als straks een nieuwe herder en leeraar in het huis zijn residentie heeft, als er '*weer gordijnen hangen voor de ramen, als 'de bakker en de kruidenier weer kunhen aanbellen, en vragen om de gunst, als er weer beweging is opi het erf, in 't kort, als 't een levende pastorie is. En dit is de zin van het woord, waarin ons volk er gewoonlijik van spreekt. Zeker een enkele zal, stoffen op het mooie gebouw, dat men heeft, maar meestal is het het bewoonde huis, dat men bedoelt. D'at is de piastorie, die het middelpunt vormt van de gemeente bij jong en oud beekend; weerspiegeling vam de continu']teit van het kerkelijke leven; immers daar namen voor en na ide leeraren, die de gemeenten dienden, . allen, hun intrek'.

En als nu de vraag gesteld wordt: wat moet de pastorie zijn, dan wordt daarin onderzocht naar de 'kwaliteiten van het gemeentecentrum. Dan spreekt het, dat ik niet bij de steenen mag blijven staan, en de kamers, maar dat. het dan vooral aankomt op de bezielde pastorie. Bij de eischen, waaraan deze beantwoorden moet, heeft niet zoozeer de architect belang, maar zijïi meer de leden der gemeente' en de kerkeraadsleden, en wij dominees zelf, betrokken. En... ook wel de menschen van buiten.

Als ik dit nu naga zal ik op: mijn weg natuurlijk' beschouwingen ontmoeten, die overdreven zijn; hiermee zou ik eerst willen afrekenen. Dan zou ik-eenige gedachten willen ontwikkelen aangaande stellige eischen. Om eindelijk' eenige dingen te noemen, die meer laat .mij zeggen: facultatief genoemd mogen worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

WAT MOET DE PASTORIE ZIJN ?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1924

De Reformatie | 8 Pagina's